28 684
Naar een veiliger samenleving

nr. 238
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 september 2009

Bij deze informeer ik uw Kamer over de voortgang van het project Veiligheid Kleine Bedrijven, zoals ik heb toegezegd bij het Wetgevingsoverleg van 15 juni jl.1

Achtergrond

Criminaliteit tegen bedrijven veroorzaakt financiële en psychische schade bij ondernemers. Hoewel de criminaliteit tegen ondernemers de laatste jaren over het algemeen is afgenomen (MCB, 20082 ), is het nog steeds een grote schadepost voor ondernemers. Bovendien stijgt het aantal overvallen sinds 2007 na een jarenlange daling. Met Actieplan Veilig Ondernemen (AVO) streeft het kabinet naar een vermindering van criminaliteit tegen ondernemers. Preventie, repressie, samenwerking en sectorgerichte aanpak zijn speerpunten van het Actieplan. Het project Veiligheid Kleine Bedrijven is onderdeel van het Actieplan Veilig Ondernemen deel 3 en stimuleert preventie en lokale samenwerking. Het project is tot stand gekomen in samenwerking met het bedrijfsleven en andere partners van het AVO3.

Preventie

Uit onderzoek blijkt dat kleine bedrijven vaak gebrek aan tijd hebben om zich te verdiepen in preventieve maatregelen. Daarnaast nemen kleine bedrijven sommige veiligheidsmaatregelen niet doordat zij onvoldoende financiële middelen hebben. Gegeven de problematiek en ook gelet op de stijging van het aantal overvallen, acht ik het noodzakelijk kleine bedrijven (maximaal 10 fte) te steunen bij het verbeteren van de veiligheid. Daarom ondersteun ik ondernemers met een beveiligingsscan op maat en subsidie op veiligheidsmaatregelen die uit de beveiligingsscan naar voren komen.

Lokale samenwerking

Dat lokale samenwerking tussen ondernemers onderling en met de gemeente en politie goed werkt tegen criminaliteit blijkt uit onderzoek van Deloitte (2007) en resultaten in gebieden met Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). In KVO-gebieden werken ondernemers structureel samen met de gemeente, politie en brandweer om de criminaliteit en overlast in hun gebied aan te pakken. Uit een monitor van februari 20081 blijkt dat d betrokken partijen zich tevreden tonen over de samenwerking en dat de veiligheidsproblemen, zoals diefstal, inbraak, gevoelens van onveiligheid en overlast, zijn afgenomen. Ook uit metingen van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) blijkt dat in winkelgebieden met KVO de veiligheidsgevoelens sterk verbeteren en de criminaliteit aanzienlijk daalt2.

Bij samenwerking vormt de financiering van gezamenlijke veiligheidsmaatregelen en een evenwichtige verdeling van de lasten vaak een knelpunt. Daarom heb ik de experimentenwet Bedrijven Investeringszones (BIZ) gemaakt, die per 1 mei 2009 is ingegaan. Er zijn echter winkelgebieden waar de organisatiegraad van de ondernemers nog te weinig is om een KVO of BIZ mogelijk te maken. In deze gebieden kan een winkelstraatmanager de ondernemers ondersteunen en samenwerking stimuleren. Daarom stimuleer ik winkelstraatmanagement in dergelijke gebieden.

Budget

Er is € 24 mln beschikbaar voor Veiligheid Kleine Bedrijven in 2009. Hiervan is € 19 mln voor de beveiligingsscans en subsidie op maatregelen (waarvan € 7,5 mln voor de pilot en € 11,5 mln voor de landelijke regeling), € 3 mln voor winkelstraatmanagement en € 2 mln voor communicatie.

Hieronder licht ik eerst de subsidie voor kleine bedrijven toe en daarna de wijze waarop ik winkelstraatmanagement wil stimuleren.

Subsidie Veiligheid Kleine Bedrijven

Kleine bedrijven worden ondersteund bij het nemen van veiligheidsmaatregelen met een gesubsidieerde beveiligingsscan op maat en een subsidie op veiligheidsmaatregelen uit de scan. Deze zijn van 1 februari 2009 tot en met 31 augustus 2009 getest in een brede pilot. Vanaf 1 september 2009 kunnen alle bedrijven in Nederland met maximaal 10 fte en ondernemers met maximaal vijf vestigingen met elk maximaal 10 fte in aanmerking komen voor een beveiligingsscan en subsidie op de preventieve maatregelen die uit deze scan naar voren komen.

Hieronder vindt u een toelichting op de opzet en resultaten van de pilot, de kwaliteit van beveiligingsscans, de resultaten van het onderzoek onder ondernemers over veiligheid en communicatie en de conclusies voor de landelijke uitrol en de daarbij horende communicatiecampagne.

Opzet van de pilot

De subsidie op beveiligingsscans en op maatregelen is van 1 februari 2009 tot en met 31 augustus 2009 getest in een pilot in de gemeenten Rotterdam, Utrecht, Deventer, in winkelgebieden en bedrijventerreinen met Keurmerk Veilig Ondernemen en bij leden van CBW-MITEX (bij winkels voor mode, schoenen en sport). Tijdens de pilot konden ondernemers een gratis beveiligingsscan aanvragen van maximaal € 250 en 50% subsidie ontvangen op beveiligingsmaatregelen uit de scan tot een maximum van € 10 000 per ondernemer. De beveiligingsscan heeft tot doel de ondernemers te ondersteunen met kennis over welke veiligheidsmaatregelen voor het bedrijf het meest effectief zijn. De scan houdt in dat een veiligheidsadviseur bij de ondernemer komt en de werkwijze, de risico’s, de omgeving en de reeds aanwezige beveiligingsmaatregelen met de ondernemer doorneemt. Op basis daarvan geeft de veiligheidsadviseur een advies over de mogelijke extra maatregelen die getroffen kunnen worden op organisatorisch, bouwkundig en elektronisch gebied. De ondernemer kan op basis van de scan kiezen welke maatregelen hij of zij neemt. Tijdens de pilot werden de veiligheidsadviseur door de pilotpartners gekozen.

Resultaten van de pilot

Er waren tijdens de pilot meer aanvragen dan werd verwacht op basis van ervaringen met een soortgelijke subsidie in Amsterdam en Rotterdam. Tot half augustus zijn er circa 1200 beveiligingsscans gedaan waarvan circa 900 tot subsidies voor maatregelen hebben geleid. Bovendien komen er dagelijks nog tientallen aanvragen binnen. De ervaring leert dat het maximum bedrag van € 250 voor een beveiligingsscan niet altijd voldoende was voor bedrijven met een complexere beveiligingssituatie of een zeer onveilige omgeving. Gemiddeld werd voor circa € 4 700 aan subsidie voor scan en maatregelen aangevraagd en gecommitteerd, wat betekent dat ondernemers voor gemiddeld € 8 900 aan maatregelen willen nemen. Van de 900 aanvragen voor subsidie op maatregelen, hebben 70 ondernemers het maximum bedrag van € 10 000 aangevraagd. Hierbij moet worden opgemerkt dat het bedrag voor de maatregelen een schatting van de veiligheidsadviseur is. Verwacht wordt dat de werkelijke kosten voor de ondernemer en de vaststelling van de subsidie enigszins lager zullen liggen. De kosten worden namelijk ruim geschat door de adviseur, omdat deze schatting de bovengrens van de mogelijke subsidie vormt. Maatregelen die het meeste worden genomen zijn trainingen (over omgang met een overval, winkeldiefstal of agressie), camerasystemen (of verbetering van een bestaand systeem) en afroomkluizen.

Tijdens de pilot is bekeken hoe deze verkrijgingskosten voor de ondernemers geminimaliseerd kunnen worden binnen de doelstellingen van de subsidie. Hiervoor is onder andere gewerkt met een lage informatieplicht en een laag percentage controles (high trust). Uit steekproeven is gebleken dat dit goed werkt en dat de ondernemers eerlijk gebruik maakten van de regeling. Daarnaast is tijdens de pilot gebleken dat het mogelijk is om één aanvraagformulier voor beveiligingsscan en subsidie op maatregelen te gebruiken in plaats van twee aparte formulieren. De ondernemer kan hierdoor in één keer alle benodigde informatie opsturen voor de aanvraag. Het formulier voor de aanvraag van slechts twee A4 bleek hiervoor voldoende. Hiermee komen de verkrijgingskosten op minder dan 3 uur voor een maximale subsidie van € 10 300.

Kwaliteit beveiligingsscans

Binnen de beveiligingsbranche bestaat geen keurmerk of certificaat dat de kwaliteit en onafhankelijkheid van een beveiligingsscan of veiligheidsadviseurs kan garanderen op de wijze dat dit voor de subsidie nodig is. De beveiligingsscans bleken tijdens de pilot van wisselende kwaliteit te zijn. Een enkele keer bleken veiligheidsadviseurs zich schuldig te maken aan koppelverkoop. Om de kwaliteit en onafhankelijkheid van de beveiligingsscan voor de landelijke regeling te garanderen is onderzoek gedaan (Meelis en Neddermeijer, 2009) en uitgebreid overlegd met veiligheidsadviseurs. Hieruit blijkt dat een standaard beveiligingsscan, bijvoorbeeld in de vorm van een vragenlijst, geen goed middel is om de kwaliteit van de scans te garanderen voor deze subsidie. Dit zou namelijk het gewenste «advies op maat» voor ondernemers teniet doen en zou er een zeer lange lijst nodig zijn om de verschillende beveiligingssituaties van bedrijven te bevatten.

Het advies van de onderzoekers en veiligheidsadviseurs is daarom om eisen te stellen aan de veiligheidsadviseurs. Er kunnen minimum eisen worden gesteld aan opleiding en relevante ervaring als voorwaarde om beveiligingsscans voor de subsidie te mogen uitvoeren. Ook kan een verbod op koppelverkoop worden opgenomen en kan een gedragscode worden gebruikt (die de adviseur moet ondertekenen) om de onafhankelijkheid van de veiligheidsadviseur en de vertrouwelijkheid van gegevens te garanderen. Daarnaast kan een korte cursus over de subsidie en de gewenste werkwijze de veiligheidsadviseurs goed voorbereiden op hun taak.

Tot slot is besproken welke prijs redelijk is voor beveiligingsscans bij kleine bedrijven. Hieruit kwam dat de meeste scans voor een maximum van € 350 per beveiligingsscan gedaan kunnen worden.

Deze adviezen zijn allen overgenomen, zie hieronder bij conclusies voor de landelijke uitrol.

Resultaten onderzoek onder ondernemers

Om er achter te komen wat ondernemers van kleine bedrijven kan stimuleren om een beveiligingsscan te laten uitvoeren en beveiligingsmaatregelen te nemen, heeft Branddoctors in opdracht van Economische Zaken een marketingen communicatieonderzoek gedaan onder kleine bedrijven.

Hiervoor zijn ondernemers, veiligheidsexperts en communicatie-experts geïnterviewd. De resultaten van de interviews zijn verwerkt tot concept inzichten en die zijn voorgelegd aan groepen ondernemers in 4 concept cookers. Er is onderzoek gedaan naar onder meer de visie van kleine bedrijven op veiligheid, de beveiligingsscan, de subsidie op maatregelen en de communicatie over de regeling (Branddoctors, 2009).

Hieruit blijkt dat veel ondernemers van kleine bedrijven denken dat een subsidieaanvraag meer lasten dan lusten met zich mee zal brengen. Ook blijkt dat de meeste ondernemers al beveiligingsmaatregelen hebben genomen, maar ze niet zeker weten of dat genoeg is. Als zou blijken dat het niet genoeg is, weten ze niet welke extra maatregelen ze zouden moeten nemen. Daarom willen ze wel subsidie aanvragen als zij hiervoor een beveiligingsscan op maat krijgen die onafhankelijk is van verkoop. Dus geen verkapte offerte of koppelverkoop. Dit onderscheidt de beveiligingsscan van veel beveiligingsadviezen die worden aangeboden op de markt. Dat zijn namelijk vaak wel verkapte offertes.

Daarnaast blijken ondernemers een positiever beeld van de beveiligingsscan te hebben als ze een eigen bijdrage moeten betalen dan als deze gratis wordt aangeboden (onder het mom «gratis is waardeloos»). Hierbij vonden ondernemers een bedrag van ca € 50 reëel, omdat deze kosten ondernemers er niet van zullen weerhouden om een beveiligingsscan te laten uitvoeren.

Ook is onderzocht via welke kanalen de ondernemers het beste kunnen worden bereikt. Hieruit blijkt dat ondernemers met name informatie van hun brancheorganisatie bestuderen. Andere intermediairen worden ook als positief ervaren, zoals vakbladen, ondernemersverenigingen, gemeente en politie.

Daarnaast kan massamedia de boodschap goed overbrengen en eventueel de boodschap van de brancheorganisatie en andere intermediairen versterken.

Conclusies voor de landelijke regeling

Met de ervaringen die tijdens de pilot zijn opgedaan en de resultaten uit het onderzoek, is de subsidie op een aantal punten verbeterd. Deze licht ik hieronder toe.

De subsidie wordt gepubliceerd als een wijziging van hoofdstuk 9 van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen. Mede op verzoek van uw Kamer heb ik toegezegd dat de subsidie zo snel mogelijk na de zomer in zal gaan. Daarom ben ik van mening dat het vaste verandermoment van subsidie in dit geval van ondergeschikt belang is aan de snelle publicatie van deze regeling.

Uit voorgaande blijkt dat de kwaliteit en onafhankelijkheid van de beveiligingsscan moet worden gegarandeerd. Daarom is besloten om, in aansluiting op het advies, eisen in de regeling op te nemen over opleiding, ervaring en onafhankelijkheid van de veiligheidsadviseur en de ondertekening van een gedragscode te verplichten. Ook zal een eendaagse training de veiligheidsadviseurs goed informeren over de regeling en de verwachte werkwijze. De beveiligingsscans zullen steekproefsgewijs worden gecontroleerd op kwaliteit en onafhankelijkheid door de uitvoerder van de subsidie, SenterNovem, en door andere veiligheidsadviseurs (peer review) op verzoek van SenterNovem.

Om de kosten van de subsidie in de hand te kunnen houden is er een maximum bedrag van € 250 voor de beveiligingsscan vastgesteld. Uit de ervaring is gebleken dit soms tekort schoot. In aansluiting op het advies hierover is de maximumprijs verhoogd naar € 350, waarvan ondernemers € 50 zelf moeten betalen. Als een ondernemer een beveiligingsscan wil laten uitvoeren die duurder is dan € 350 zijn de meerkosten voor rekening van de ondernemer.

Tijdens de pilot is bekeken hoe de verkrijgingskosten kunnen worden beperkt. Hiervoor is geëxperimenteerd met de subsidie op de kosten van de beveiligingsscan. Daarbij was het mogelijk om deze subsidie aan de veiligheidsadviseurs te betalen en hoefde de ondernemer dit geld niet «voor te schieten». Dit is helaas niet mogelijk bij de landelijke regeling, omdat de controle op gemaakte en betaalde kosten zeer ingewikkeld is en omdat de adviseur geen subsidieontvanger kan zijn.

Wel zal de lage informatieplicht worden gehandhaafd en hoeven ondernemers voor de aanvraag van de beveiligingsscan en de subsidie op maatregelen slechts één kort formulier en de beveiligingsscan op te sturen. Bij de aanvraag om subsidievaststelling zal de ondernemer moeten bewijzen welke kosten hij gemaakt en betaald heeft door middel van rekeningen en bonnen.

Tot slot is er voor gekozen om geen voorschotten te verstrekken. Dit gezien de relatief lage subsidiebedragen en de hoge AL en uitvoeringskosten die voorschotten dit met zich mee zouden brengen. Het gaat daarbij naast de AL en uitvoeringskosten voor aanvraag en toekenning van het voorschot om de nodige extra controles en hogere informatieplicht om misbruik te voorkomen.

De verkrijgingskosten komen hiermee op 4,3 procent.

Administratieve controles door SenterNovem vinden steekproefsgewijs plaats bij aanvraag voor subsidie en aanvraag tot vaststelling. Steekproefsgewijs wordt ook bij circa 10% van de bedrijven fysieke controle uitgevoerd om te bezien of de veiligheidsmaatregelen daadwerkelijk conform de veiligheidsscan zijn uitgevoerd.

Communicatiecampagne: sta voor je zaak

De boodschap van de communicatiecampagne «sta voor je zaak» wordt via verschillende middelen en kanalen gecommuniceerd om zoveel mogelijk ondernemers te bereiken. Enerzijds zullen ondernemers specifiek via bijvoorbeeld hun brancheorganisatie worden aangesproken (start 1 september 2009), anderzijds zullen zij de boodschap via massamedia krijgen (start 1 oktober 2009). Voor deze fasering is gekozen zodat de boodschap via massamedia als een herinnering werkt. Brancheorganisaties en andere intermediaire organisaties kunnen voor de communicatie naar hun leden gebruik maken van teksten, presentaties, advertorials en beeld- en videomateriaal die door het campagnebureau zijn gemaakt. Ook is er een website: www.stavoorjezaak.nl

Winkelstraatmanagement

Er is eerst onderzoek gedaan naar de succes- en faalfactoren van winkelstraatmanagement (Deloitte, mei 2009). Het onderzoek heeft uitgewezen dat winkelstraatmanagement werkt, maar dat er nog veel verbeterpunten zijn in de praktijk. Zo blijkt dat de projecten vaak weinig planmatig worden ingezet. Met een betere afbakening en focus, meetbare doelstellingen, betere informatievoorziening en betere samenwerking met de politie kunnen de resultaten van winkelstraatmanagement sterk worden verbeterd.

Eén van de instrumenten daarvoor is een leidraad winkelstraatmanagement, waarvoor inmiddels – op basis van genoemd onderzoek – een concept is opgesteld. Daarnaast zullen nieuwe projecten financieel worden gestimuleerd. Binnenkort kunnen gemeenten hiervoor voorstellen indienen. Hiervoor is € 3 mln beschikbaar. De concept leidraad zal met behulp van de ervaringen van de projecten worden voltooid. Deze voltooide leidraad zal vervolgens onder gemeenten worden verspreid om deze te stimuleren winkelstraatmanagement te gebruiken. Ook zullen de gedane projecten als voorbeeld dienen.

De staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk


XNoot
1

Dit is toegezegd in het antwoord op Kamervraag nummer 5 van het Wetgevingsoverleg op 15 juni jl. Zie voor de voorgeschiedenis mijn brief van 5 juni 2008, Kamerstukken II 2007/08, 28 684, 31 200, nr. 151 naar aanleiding van het amendement Ten Hoopen (Kamerstukken II 2007/08, 31 200 XIII, nr. 36)

XNoot
2

Over de resultaten van de Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2008 is uw Kamer per brief van 19 juni jl. geïnformeerd (Kamerstuk 28 684, nr. 229).

XNoot
3

Onder andere MKB-Nederland, VNO-NCW, Hoofdbedrijfschap Detailhandel, Koninklijke Horeca Nederland, Platform Detailhandel Nederland, de Gemeenten Rotterdam, Utrecht, Amsterdam, Den Haag, Deventer en Eindhoven, de politie en de ministeries van Justitie en BZK.

XNoot
1

Uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

XNoot
2

Gemiddeld 80% van de ondernemers maakte in het afgelopen jaar (vrijwel) geen situatie mee waarin hij/zij zich onveilig voelde. Voor het KVO lag dit percentage nog op 53%. Het percentage ondernemers dat aangeeft (wel eens) bang te zijn als gevolg van bedreigingen is gehalveerd (van 11 naar 5%). Het veiligheidsgevoel in de directe omgeving is gestegen van 60 naar 80%. Ook het aantal betrapte winkeldieven (50% naar 33%), het aantal inbraken (24% naar 8%) en de overlast van agressieve of baldadige groepen (24 naar 13%) zijn allen afgenomen.

Naar boven