28 684
Naar een veiliger samenleving

31 200 XIII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2008

nr. 151
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juni 2008

Uw Kamer heeft tijdens de begrotingsbehandeling van Economische Zaken een amendement van het lid Ten Hoopen aangenomen om kleine bedrijven te stimuleren om preventieve maatregelen te nemen1. Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over de wijze waarop ik invulling wil geven aan dit amendement, conform uw verzoek van 27 februari jl2.

Op 28 maart heb ik tijdens een landelijk overleg met diverse betrokken partijen3 gesproken over de meest effectieve maatregelen om de veiligheid van kleinere bedrijven te verbeteren. Hierbij hebben we gebruik gemaakt van de brede praktijkervaring van betrokkenen en de resultaten van het onderzoek van Deloitte naar veiligheidsmaatregelen door kleine bedrijven, waarover ik uw Kamer eerder heb geïnformeerd4. Dit heeft geresulteerd in een breed gedragen pakket van maatregelen, dat hieronder wordt toegelicht. Voor de uitvoering van dit pakket van maatregelen is met het eerder genoemde amendement €12 miljoen voor 2008 beschikbaar gesteld. Ik stel daarbij voor 2009 ook €12 miljoen beschikbaar.

Achtergrond veiligheidsproblematiek van kleine bedrijven

De criminaliteit tegen bedrijven is de laatste jaren flink gedaald. De Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2007 (MCB)5 laat zien dat de schade voor bedrijven ten gevolge van criminaliteit met gemiddeld 18% is gedaald ten opzichte van 2004. Deze daling is te danken aan veel factoren, waaronder de uitvoering van de Actieplannen Veilig Ondernemen (AVO) en het Veiligheidsprogramma. Bedrijven zijn zich mede hierdoor meer bewust geworden van hun veiligheidsrisico’s en hebben zich beter beveiligd tegen criminaliteit. Kleine bedrijven investeren echter minder in veiligheid dan grote bedrijven. Hierdoor zijn kleine bedrijven kwetsbaarder voor criminaliteit.

Uit het onderzoek van Deloitte (2007) blijkt dat de belangrijkste redenen van kleine bedrijven om (te) weinig veiligheidsmaatregelen te nemen zijn:

1. De relatie met de overheid (gebrekkige samenwerking tussen gemeente en ondernemers en mede daardoor gebrek aan onderling vertrouwen);

2. Gebrek aan kennis en deskundigheid over veiligheidsrisico’s en veiligheidsmaatregelen (handelingsperspectief);

3. Gebrek aan capaciteit en tijd om zich in veiligheid te verdiepen en/of geld om maatregelen te nemen (handelingsperspectief en middelen);

4. Gebrek aan gevoel van urgentie (bewustwording).

Doelstelling en uitgangspunten maatregelen

Ook gegeven de problematiek en ook gelet op de recente stijging van de overvallen, acht ik het noodzakelijk de kleine bedrijven te steunen bij het zorgen voor een betere veiligheid. Hiervoor heb ik samen met de diverse betrokken partijen1 de volgende doelen en uitgangspunten geformuleerd:

– Het verbeteren van de samenwerking tussen ondernemers onderling en met politie en gemeente (samenwerking, bewustwording en handelingsperspectief);

– Verhoging van het kennisniveau van kleine bedrijven over effectieve maatregelen (handelingsperspectief);

– Verhogen van middelen om maatregelen te nemen (handelingsperspectief en middelen);

– Verhoging van het kennisniveau van kleine bedrijven over de risico’s die zij lopen (bewustwording).

Dit moet resulteren in een verhoging van de investeringen in preventieve maatregelen door kleine bedrijven.

Om bovenstaande doelen te bereiken is een breed gedragen pakket van maatregelen gemaakt om bewustwording, handelingsperspectief en samenwerking te bevorderen.

Voor deze maatregelen zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd:

– In lijn met het amendement richten de maatregelen zich op kleine bedrijven, namelijk bedrijven met maximaal 10 werknemers;

– De maatregelen moeten laagdrempelig zijn om de kleine bedrijven te stimuleren;

– De maatregelen moeten bekend zijn bij kleine bedrijven. Deze ondernemers zijn echter moeilijk bereikbaar en worden te weinig bereikt via de standaard communicatiekanalen. Daarom is communicatie – ook via de eigen branche- en koepelorganisaties – een belangrijk aandachtspunt;

– De maatregelen worden uitgevoerd met betrokkenheid van bedrijfsleven, gemeenten, politie en de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

– De maatregelen moeten aansluiten bij bestaande instrumenten, zoals het Keurmerk Veilig Ondernemen en de acties in de aandachtswijken.

Maatregelen voor bewustwording en handelingsperspectief

Voor bewustwording en handelingsperspectief wil ik kleine bedrijven voorlichten over hun risico’s en mogelijke maatregelen. Hiervoor zullen onder andere veiligheidsscans worden gebruikt. Daarnaast wil ik een subsidieregeling maken voor de kosten voor preventieve veiligheidsmaatregelen uit de veiligheidsscan om kleine bedrijven extra te stimuleren om deze veiligheidsmaatregelen te nemen. Deze maatregelen worden hieronder toegelicht.

Communicatie

Omdat één van de oorzaken van het onvoldoende nemen van preventievemaatregelen is gelegen in onvoldoende kennis bij kleinere bedrijven en het moeilijk bereikbaar zijn voor informatie, is speciale aandacht vereist voor een goede communicatie. Om de kleine bedrijven te bereiken zal samen met de koepel- en brancheorganisaties en gemeenten een voorlichtingscampagne worden opgezet.

Veiligheidsscans – advies van een deskundige bij het bedrijf

Kleine bedrijven hebben weinig kennis over de veiligheidsrisico’s in hun bedrijf, over de veiligheidsmaatregelen die ze kunnen nemen en over de effectiviteit hiervan. Hierdoor nemen veel bedrijven geen of niet de meest (kosten)effectieve maatregelen. Een onafhankelijk advies door een deskundige kan bijdragen aan de bewustwording over de risico’s die ondernemers lopen en het nemen van effectieve(re) maatregelen. Bij dit advies zal aandacht worden besteed aan organisatorische, bouwkundige en elektronische maatregelen.

Subsidieregeling preventieve maatregelen

Als extra stimulans om veiligheidsmaatregelen te nemen, kunnen kleine bedrijven subsidie krijgen voor de uitvoering van de organisatorische, bouwkundige en elektronische maatregelen uit bovenstaand advies. De subsidie zal laagdrempelig zijn qua aanvraag en administratieve lasten en zal breed bekend worden gemaakt bij kleine bedrijven. Voor de subsidie wordt jaarlijks een budget vastgesteld (het is dus geen open einde regeling) en worden maxima vastgesteld per veiligheidsmaatregel en per aanvraag. Deze subsidie wordt opgenomen in één van de brede kaderregelingen die in het kader van de stroomlijning van de subsidies van Economische Zaken wordt vormgegeven. In de kaderregeling wordt ook rekening gehouden met de rol die brancheorganisaties en gemeentes kunnen spelen om de administratieve lasten en drempels zo laag mogelijk te houden.

Maatregelen voor samenwerking

Samenwerking tussen ondernemers onderling en met politie en gemeente kan de veiligheid sterk verbeteren. Collectieve maatregelen in een gebied hebben namelijk vaak meer effect dan individuele maatregelen. Ook wisselen ondernemers en andere partijen belangrijke informatie uit. Dit versterkt het bewustzijn en het handelingsperspectief van deelnemende ondernemers. Daarnaast kunnen er afspraken worden gemaakt met de gemeente en politie over extra veiligheidsmaatregelen en opvolging na een delict. Dit versterkt het vertrouwen en er ontstaat binnen de samenwerking een goede balans tussen preventie en repressie. Samenwerking wordt in het kader van het Actieplan Veilig Ondernemen (AVO) gestimuleerd met onder andere het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). Vanwege het grote succes van dit instrument stelt het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hier extra geld voor beschikbaar (zie hieronder). Daarnaast wil ik samenwerking stimuleren met Bedrijfsgerichte Gebiedsverbetering (BGV) en winkelstraatmanagement. De drie instrumenten verhouden zich goed tot elkaar. Daar waar de samenwerking tussen ondernemers moeilijk tot stand komt, kunnen winkelstraatmanagers worden ingezet. De inspanningen van het winkelstraatmanagement leiden er idealiter toe dat ondernemers overgaan op KVO. In aansluiting op KVO kan BGV er vervolgens voor zorgen dat ondernemers gezamenlijk kunnen investeren in een aantrekkelijke en veilige bedrijfsomgeving waarbij alle ondernemers meebetalen via een gemeentelijke heffing. Deze maatregelen worden hieronder toegelicht.

Keurmerk Veilig Ondernemen

Het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) laat nu al zien dat samenwerking loont. In een KVO-project werken ondernemers structureel samen met de gemeente, politie en brandweer om de criminaliteit en overlast in hun gebied aan te pakken. Uit een monitor van februari jl.1 blijkt dat de betrokken partijen zich alle tevreden tonen over de samenwerking en dat de veiligheidsproblemen op bedrijventerreinen en winkelgebieden met KVO, zoals diefstal, inbraak, gevoelens van onveiligheid en overlast, zijn afgenomen. Ook uit metingen van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) blijkt dat binnen winkelgebieden waar met het KVO wordt gewerkt de veiligheidsgevoelens sterk verbeteren en de criminaliteit aanzienlijk daalt2.

Gezien het succes van KVO zal het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ervoor zorgen dat de procesbegeleiding van KVO de komende jaren goed wordt doorontwikkeld. Daarbij zal ook de hercertificering van reeds behaalde keurmerken centraal staan, om samenwerking als continue proces te borgen.

Bedrijfsgerichte Gebiedsverbetering (BGV)

Bij samenwerking vormt de financiering van plannen en een evenwichtige verdeling van de lasten vaak een knelpunt. Daarom wil ik experimenten met Bedrijfsgerichte Gebiedsverbetering (BGV) realiseren om ondernemers te faciliteren die gezamenlijk willen investeren in een aantrekkelijke en veilige bedrijfsomgeving. Het wetsvoorstel «experimenten BGV-zones»3 dat u onlangs ontvangen heeft, maakt het mogelijk dat gemeenten op initiatief van (een meerderheid van) ondernemers in een gebied een heffing opleggen aan alle ondernemers om zo de door de ondernemers extra gewenste activiteiten te kunnen financieren. BGV maakt het voor ondernemers zodoende mogelijk om gezamenlijk te investeren in hun bedrijfsomgeving, waarbij alle ondernemers meebetalen. BGV kan de samenwerking tussen ondernemers onderling en tussen ondernemers en de gemeente een positieve impuls geven, doordat ondernemers zich organiseren, gezamenlijk plannen maken voor de verbetering van hun gebied en afspraken maken met de gemeente.

Winkelstraatmanagement

Samenwerking werkt, maar er zijn gebieden waar nog zo weinig organisatorisch vermogen is bij ondernemers, dat hier nog geen KVO of BGV mogelijk is. Dit speelt voornamelijk in winkelgebieden. In deze gebieden kan een winkelstraatmanager de ondernemers stimuleren en ondersteunen om samen te gaan werken, waarna een KVO en/of BGV wel mogelijk kan zijn.

Winkelstraatmanagement is een relatief nieuw instrument dat een aantal veelbelovende resultaten heeft opgeleverd. De wijze van aanpak en financiering loopt echter uiteen en de resultaten zijn wisselend. Daarom zullen bestaande projecten worden onderzocht op hun aanpak en succes- en faalfactoren. Vervolgens zullen een aantal pilots worden uitgevoerd in onveilige gebieden en zal met de ervaringen uit deze pilots een handboek worden gemaakt voor het opzetten en beheren van straatmanagement.

Financiën

Het eerder genoemde amendement stelde €12 miljoen beschikbaar voor de kleine bedrijven in 2008. Ik stel daarbij voor 2009 ook €12 miljoen beschikbaar. Hierdoor is in totaal €24 miljoen beschikbaar voor de veiligheid van kleine bedrijven. Vooralsnog voorzie ik in de volgende verdeling van dit bedrag: € 14 miljoen voor de subsidie voor preventieve maatregelen, € 5 miljoen voor de veiligheidsscans, € 3 miljoen voor straatmanagement en € 2 miljoen voor communicatie. Als in de praktijk blijkt dat dit geen ideale verdeling is, kan deze verdeling worden aangepast.

Uitvoering en rapportage

De uitvoering van deze maatregelen is een onderdeel van het Actieplan Veilig Ondernemen deel 3. De geplande maatregelen lopen alle tot 2012. Ik streef er naar dat de eerste veiligheidsscans begin 2009 worden uitgevoerd. Dan zal ook de kaderregeling klaar zijn waarin de subsidie voor kleine bedrijven wordt opgenomen en kunnen de eerste subsidies worden toegekend. Het onderzoek naar winkelstraatmanagement zal in 2008 worden uitgevoerd, waarna in 2009 de eerste pilots kunnen starten.

De rapportage aan uw Kamer zal via de reguliere rapportage van het AVO plaatsvinden.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd over de maatregelen om de veiligheid van kleine bedrijven te verbeteren.

De staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk


XNoot
1

2007/2008, 31 200 XIII, CDA, nr. 1.

XNoot
2

Verzoek VCEZ nummer 08-EZ-B-06 van 27 februari 2008.

XNoot
3

MKB-Nederland, VNO-NCW, Platform Detailhandel Nederland, Koninklijke Horeca Nederland, de Gemeenten Rotterdam, Utrecht, Amsterdam, Den Haag en Eindhoven, de Politie en de Ministeries van Justitie en BZK.

XNoot
4

15 oktober 2007, KST 31 200 XIII, nr. 10. Deloitte: Onderzoek veiligheidsmaatregelen kleine bedrijven in de detailhandel. In opdracht van het ministerie van Economische Zaken, Den Haag, 12 oktober 2007.

XNoot
5

Tweede Kamer 2007–2008, 28 684, nr. 150, d.d. 27-05-2008.

XNoot
1

MKB-Nederland, VNO-NCW, Platform Detailhandel Nederland, Koninklijke Horeca Nederland, de Gemeenten Rotterdam, Utrecht, Amsterdam, Den Haag en Eindhoven, de Politie en de Ministeries van Justitie en BZK.

XNoot
1

Uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

XNoot
2

Gemiddeld 80% van de ondernemers heeft in het afgelopen jaar (vrijwel) geen situatie meegemaakt waarin hij/zij zich onveilig voelde. Voor het KVO lag dit percentage nog op 53%. Het percentage ondernemers dat aangeeft (weleens) bang te zijn als gevolg van bedreigingen is gehalveerd (van 11 naar 5%). Het veiligheidsgevoel in de directe omgeving is gestegen van 60 naar 80%. Ook het aantal betrapte winkeldieven (50% naar 33%), het aantal inbraken (24% naar 8%) en de overlast van agressieve of baldadige groepen (24 naar 13%) zijn allen afgenomen.

XNoot
3

Tweede Kamer, vergaderjaar 2007/2008, 31 430.

Naar boven