28 684
Naar een veiliger samenleving

nr. 124
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 januari 2008

Hierbij bied ik u het onderzoeksrapport Je bedrijf of je leven aan1. Het rapport geeft inzicht in de wijze waarop afpersing (artikel 317 WvS) en afdreiging (artikel 318 WvS) van het bedrijfsleven plaatsvinden en hoe deze kunnen worden aangepakt.

De belangrijkste conclusies van het onderzoek luiden:

1. Kwetsbaar zijn vooral de detailhandel en de horeca, vanwege het open karakter; kleine bedrijven met onvoldoende middelen voor preventie; grotere bedrijven en multinationals, vanwege het grote geld; bedrijven afhankelijk van internet (cyberafpersing); allochtone ondernemers binnen de detailhandel en de horeca; individuele zakenlieden, dienstverleners en kleinere ondernemers, kwetsbaar voor persoonsgerichte afpersing.

2. Er is sprake van beperkte aangiftebereidheid die samenhangt met: angst voor represailles, bedrijfseconomische motieven, gebrek aan vertrouwen in de politie, onbekendheid met afpersing als delicttype en culturele aspecten (vooral allochtonen weten de weg naar de politie minder goed te vinden).

3. De belangrijkste dadergroepen zijn: individuele daders (vaak ex-werknemers met vertrouwelijke bedrijfsinformatie), die weinig professioneel en meest incidenteel opereren; dadergroepen – afkomstig uit het criminele milieu en vaak van buitenlandse herkomst; groepen jongeren die zich vooral bezig houden met protectieafpersing in de horeca en detailhandel.

4. De huidige aanpak van afpersing van het bedrijfsleven beperkt zich vooral tot een repressieve aanpak op het moment dat het probleem zich voordoet. Indien er aangifte wordt gedaan, leidt dat in ruim de helft van de gevallen tot aanhouding van de verdachten. De aanpak blijft vooral achter bij afpersing van kleinere ondernemers en die gevallen waarvan geen melding of aangifte wordt gedaan.

5. Een versteviging van de aanpak is gewenst, vooral protocollering en deskundigheidsbevordering.

6. Het doen van uitspraken over de omvang wordt bemoeilijkt door het ontbreken van betrouwbare cijfers. Niettemin indiceren zelfrapportagecijfers uit het bedrijfsleven (MCB 2006) dat 0,14 procent van de bedrijfsvestigingen in Nederland slachtoffer is geworden van een vorm van afpersing in 2006. Jaarlijks komen er 80 incidenten ter kennis van de politie.

De resultaten van het onderzoek zal ik in mei 2008 aan de orde stellen in het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (NPC). Inzet daarbij is het maken van gezamenlijke afspraken met het bedrijfsleven en het bevoegd gezag gericht op het verstevigen van de aanpak van afpersing van het bedrijfsleven.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven