nr. 106
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 december 2006
Bij brief van 5 oktober 2006, kenmerk 06-Just-B-82, heeft de vaste
commissie voor Justitie van uw Kamer aan de minister van Justitie en mij gevraagd
te reageren op een artikel in De Telegraaf van 4 oktober 2006 waarin
werd gesteld dat de AIVD zich zorgen maakt over de ontwikkelingen rond extreemrechtse
groepen.
In antwoord daarop bericht ik u, mede namens de minister van Justitie,
als volgt.
Rechtsextremisme is sinds jaren een gekend aandachtsgebied van de AIVD.
De AIVD rapporteert over de ontwikkelingen op dat gebied in zijn jaarverslagen.
Op dit moment ziet de AIVD aanleiding om met verscherpte aandacht naar
rechtsextremisme in Nederland te kijken. De AIVD signaleert de trend dat rechtsextremistische
uitingen zich in toenemende mate op straat en veel minder in de setting van
politiek actieve rechtsextremistische partijen of organisaties afspelen; buitenparlementaire
rechtsextremistische bewegingen en groeperingen, zoals de Blood and Honour –
beweging in Nederland lijken op rechtsextremisten momenteel meer aantrekkingskracht
uit te oefenen dan rechtsextremistische partijen of organisaties met politieke
ambities, zoals de Nationale Alliantie of de Nederlandse Volks-Unie.
De AIVD is alert op deze ontwikkelingen vanwege mogelijke bedreigingen
voor de nationale veiligheid. Concrete aanwijzingen voor bedreigingen van
de nationale veiligheid vanuit rechtsextremistische hoek heeft de AIVD momenteel
niet. De aard en omvang van de (potentiële) dreiging die momenteel uitgaat
van rechtsextremisme verschilt per groepering of organisatie en varieert van
verstoringen van de openbare orde, via polarisatie tussen bevolkingsgroepen
tot en met (potentiële) bedreiging van de democratische rechtsorde.
De recente arrestaties van rechtsextremisten in België en in Rotterdam
vormden niet de aanleiding voor de verscherpte aandacht van de AIVD voor rechtsextremisme.
Deze incidenten zijn wellicht illustratief voor de hierboven beschreven trend.
Deze incidenten betekenen niet dat het rechtsextremisme als fenomeen in omvang
beduidend groter wordt of dat daar momenteel een terroristische dreiging van
uitgaat.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. W. Remkes