28 676
NAVO

nr. 98
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 januari 2010

Inleiding

Ingevolge het verzoek van uw Kamer om voorafgaand aan ministeriële bijeenkomsten van de Navo-Raad te worden geïnformeerd over de agenda en de Nederlandse inzet bericht ik u dat op 4 en 5 februari aanstaande in Istanbul een informele bijeenkomst wordt gehouden van de Noord-Atlantische Raad (NAR) in de samenstelling van ministers van Defensie. Naar verwachting zal de agenda bestaan uit de twee bekende elementen, operaties en transformatie. Er zullen in Istanbul geen afzonderlijke bijeenkomsten van de Navo-Rusland Raad, de Navo-Oekraïne Commissie en de Navo-Georgië Commissie worden gehouden.

Operatiën

Operatiën zullen worden besproken in twee sessies. Eerst worden in een bijeenkomst voor de Navo-ministers van Defensie de actuele ontwikkelingen in Kosovo besproken. Vervolgens wordt de situatie in Afghanistan aan de orde gesteld tijdens een bijeenkomst met niet-Navo landen die deelnemen aan ISAF.

In de bijeenkomst over Kosovo zal SACEUR verslag doen van de eerste stap in het reductieproces van KFOR die op 31 januari 2010 voltooid zal zijn. Vanaf die datum bestaat KFOR nog uit 10 000 militairen. Zoals u is gemeld in Kamerstuk 28 676, nr. 90 van 6 oktober 2009 is de Nederlandse bijdrage, bestaande uit vier militairen op het hoofdkwartier en een civiele expert die helpt bij de opbouw van de Kosovo Security Force, met een jaar verlengd tot 1 oktober 2010. Naar verwachting zal SACEUR in Istanbul tevens inzage geven in zijn plannen ten aanzien van een volgende reductiestap. Daarover zal te zijner tijd separaat een besluit worden genomen, rekening houdend met de ontwikkeling van de politieke en de veiligheidssituatie in het gebied.

Tijdens de bespreking met de niet Navo-landen die deelnemen aan ISAF zal de nadruk naar verwachting liggen op de komende overgangsfase waarin de Navo-troepenmacht in Afghanistan aanzienlijk zal worden uitgebreid.

Tevens zal opnieuw aandacht worden besteed aan de uitwerking van het Initial Assessment dat generaal McChrystal eind augustus 2009 heeft gepresenteerd, en waarin hij voorstellen deed over de aanpassing van de ISAF-missie. Het betreft de uitwerking van meer technische onderwerpen als de flexibilisering van de rotatieduur van uitgezonden eenheden en de uitwerking van het embedded partnering concept. Nederland steunt in principe de voorstellen van COMISAF waarbij ISAF-eenheden nauwer gaan samenwerken met hun Afghaanse collega’s. Nu moet verder worden gekeken naar de praktische invulling van de samenwerking. Tot slot zal de overdracht van de verantwoordelijkheid op veiligheidsgebied aan de Afghaanse veiligheidsorganisaties verder worden uitgewerkt. Nederland is van mening dat in sommige delen van het land al eerder dan in andere gebieden kan worden begonnen met deze overdracht en wil dan ook streven naar maatwerk. Er zal tevens worden bekeken op welke wijze ISAF na de overdracht de veiligheidsorganisaties het beste kan ondersteunen in de vorm mentoring en advisering en het leveren van enablers.

Transformatie

In het transformatiedeel van de bijeenkomst van Navo-ministers van Defensie in Istanbul zal de vorig jaar juni in Brussel gestarte discussie over de financiële problematiek van de Navo worden vervolgd. Eind januari 2010 zal blijken in hoeverre het Militair Comité en de Senior Resource Board (SRB) erin zijn geslaagd om door prioriteitstelling de geplande uitgaven in balans te brengen met de beschikbare middelen. Momenteel wordt gesproken over herziening en herschikking van een pakket investeringen ter waarde van ongeveer 1,2 miljard euro. Indien de lidstaten het daarover eens zouden kunnen worden, zou dit de middellange termijn problematiek grotendeels kunnen oplossen. De financiële problemen op de korte termijn zijn intussen zo acuut geworden dat er serieus rekening mee moet worden gehouden dat de Navo-lidstaten eenmalig een extra contributie moeten betalen. Zover is het echter nog niet en bovendien dient er ook te worden gewerkt aan een structurele oplossing van de problematiek. Naar verwachting zal de in oktober vorig jaar door de ministers van Defensie ingestelde Senior Officials Group (SOG) van hoge ambtenaren uit de lidstaten, voordat zij in juni 2010 rapporteert aan de Navo-raad, nog de nodige knopen moeten doorhakken. Bovendien zal de SOG zich moeten buigen over structurele oplossingen voor de langere termijn.

Mijn inzet blijft dat de Navo de tering naar de nering moet zetten en planmatiger moet omgaan met de beschikbare middelen. Operaties dienen daarbij voorrang te krijgen. Structurele verhoging van de Navo-budgetplafonds is pas aan de orde als zou blijken dat het huidige tekort niet volledig kan worden weggewerkt door efficiency maatregelen, planmatiger werken en het stellen van prioriteiten.

Andere transformatie-onderwerpen die mogelijk aan de orde worden gesteld zijn raketverdediging en de NRF. De Navo treft voorbereidingen voor een studie naar de wijze waarop de Navo raketverdediging zou kunnen aansluiten bij de gewijzigde Amerikaanse plannen. De studie moet medio 2011 worden afgerond. Tussenresultaten ervan worden verwacht voor de Navo-top in Lissabon die van 19 tot 21 november 2010 wordt gehouden. Over de hoofdlijnen van de herziene Amerikaanse plannen op het gebied van raketverdediging heb ik de Kamer geïnformeerd in Kamerstuk 28 676 nummer 93 van 6 november 2009.

Ten aanzien van de NRF hebben inmiddels 15 landen hun vrijwillige nationale bijdragen aan de Immediate Response Force bekendgemaakt. Daarmee is ruim 70% van de omvang van de IRF structureel afgedekt. De overige lidstaten is gevraagd hun bijdragen spoedig en zo mogelijk in Istanbul bekend te stellen. Zoals de Kamer is gemeld in Kamerstuk 28 676 nummer 87 heeft Nederland zich in juni 2009 in Brussel bereid verklaard om 5% van de sterkte van de IRF te leveren. Dat percentage betreft een zesjarig gemiddelde.

De minister van Defensie,

E. van Middelkoop

Naar boven