nr. 84
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 mei 2009
De regering heeft kennis genomen van het feit dat de motie van de leden
Peters, Van Bommel en Van Dam over het herzieningsproces van het Strategisch
Concept van de NAVO, kenmerk 28 676, nr. 79, door uw Kamer is aanvaard
op 2 april jl.
In de motie wordt de regering verzocht te komen met een plan van aanpak
voor brede parlementaire en maatschappelijke consultatie en discussie tijdens
dat proces.
Voorop staat dat de regering graag samen met uw Kamer een brede parlementaire
en maatschappelijke consultatie over dit belangrijke onderwerp wil blijven
bevorderen.
Allereerst zal de regering met uw Kamer van gedachten blijven wisselen
over de voortgang van het herzieningsproces. Ter voorbereiding op de NAVO-top
van 3 en 4 april jl. heb ik mondeling (AO van 26 maart jl.) en schriftelijk
(mijn brief van 20 maart jl.) met uw Kamer over dit Strategisch Concept
en de Verklaring inzake Bondgenootschappelijke Veiligheid gecommuniceerd.
Ik ben vanzelfsprekend te allen tijde bereid uw Kamer mondeling of schriftelijk
nadere toelichting te geven over volgende stappen in het proces en de Nederlandse
visie daarop.
Voorts is de regering voortdurend actief betrokken bij de organisatie
van activiteiten die beogen de maatschappelijke discussie gaande te houden.
Een goed voorbeeld daarvan is het seminar dat de Atlantische Commissie in
opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken op 27 en 28 mei a.s.
organiseert over dit onderwerp. Hiervoor worden onder meer Kamerleden, studenten
en journalisten uitgenodigd. Maar ook op eigen initiatief biedt de door het
ministerie van Buitenlandse Zaken gesubsidieerde Atlantische Commissie een
podium voor het publieke debat over trans-Atlantische veiligheidsvraagstukken.
In het afgelopen jaar heeft zij bijvoorbeeld diverse publieksbijeenkomsten
georganiseerd over de ontwikkelingen in de NAVO. Bovendien heeft Nederland
een bijdrage geleverd aan de uitwisseling van ideeën tussen
Amerikaanse en Europese wetenschappers en opinieleiders door financiering
van en deelname aan de presentatie op 3 maart jl. in Brussel van het
rapport «Alliance Reborn: An Atlantic Compact for the 21st Century»,
dat door vier Amerikaanse denktanks1 is opgesteld.
Tevens heeft de regering voor en na de top in de media aandacht besteed aan
de herziening van het Strategisch Concept. Verder ben ik voornemens een adviesaanvraag
over het Strategisch Concept in te dienen bij de AIV. Daarnaast organiseert
het ministerie van Buitenlandse Zaken regelmatig seminars op het bredere terrein
van het veiligheidsbeleid, in samenwerking met Clingendael en andere wetenschappelijke
instellingen. Voorts wijs ik er op dat er bij het parlement zelf een grote
verantwoordelijkheid rust voor het entameren van een maatschappelijk debat.
Tot slot wijs ik er graag op dat uiteraard in de praktijk moet blijken
op welke wijze het herzieningsproces van het Strategisch Concept vorm zal
krijgen. Zoals ik meldde in mijn Kamerbrief over de NAVO-top heeft de Secretaris-Generaal
de opdracht gekregen met een groep experts te werken aan de herziening. Afgesproken
is dat de bondgenoten hier gedurende het hele proces bij worden betrokken.
De regering zal vervolginitiatieven afstemmen op het precieze verloop van
het herzieningsproces.
Het is langs deze weg dat de regering zich de komende periode zal blijven
inzetten voor een brede parlementaire en maatschappelijke consultatie.
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen