28 676 NAVO

Nr. 459 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juni 2024

Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele NAVO Foreign Ministers Meeting in Praag van 30–31 mei 2024.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot

Verslag van de informele NAVO Foreign Ministers Meeting (iFMM) van 30–31 mei 2024

Op 30 en 31 mei 2024 kwamen de NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken bijeen in Praag. Deze informal Foreign Ministers Meeting (iFMM) stond hoofdzakelijk in het teken van de voorbereidingen voor de NAVO-top in Washington D.C. op 9–11 juli 2024. Omdat het een informele bijeenkomst betrof, vond hier geen besluitvorming plaats. De bijeenkomst bood een gelegenheid voor de ministers om in informelere setting van gedachten te wisselen over de vragen waar bondgenoten voor staan met betrekking tot het waarborgen van onze collectieve veiligheid. Centraal hierbij stond de situatie in Oekraïne. Na ruim twee jaar grootschalige oorlog heeft Oekraïne onze steun harder nodig dan ooit.

Bondgenoten herbevestigden hun standvastigheid om Oekraïne politiek, financieel en militair te blijven steunen en blikten vooruit op de afspraken die zij daarover bij de NAVO-top in Washington D.C. willen maken. Nederland riep bondgenoten op hun militaire steun aan Oekraïne verder te intensiveren en te bestendigen, waaronder op het gebied van munitie en luchtverdediging. Volgens het kabinet heeft de NAVO een belangrijke rol te spelen in het coördineren van deze steun, mede omdat dit de steun aan Oekraïne een duurzamer en structureler karakter geeft. Ook is dit een signaal van aanhoudende betrokkenheid van NAVO-bondgenoten bij de Oekraïense strijd tegen Russische agressie. Tegelijkertijd wordt met de nauwere betrokkenheid van de NAVO nu al geïnvesteerd in het verbeteren van de interoperabiliteit van de Oekraïense strijdkrachten met die van de NAVO, wat bijdraagt aan het klaarstomen van Oekraïne voor toekomstig NAVO-lidmaatschap.

Om het eind van de oorlog te bespoedigen, moeten bondgenoten hun steun voor Oekraïne minimaal op het niveau van de afgelopen jaren voortzetten. Dit punt werd na afloop van de iFMM door secretaris-generaal Stoltenberg onderstreept. Het kabinet hecht er grote waarde aan dat alle bondgenoten hun aandeel verzorgen in het steunen van Oekraïne.

Daarnaast heeft Nederland gepleit om restricties op het gebruik van geleverde wapens tegen het licht te houden. Dit volgt op eenzelfde pleidooi bij de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 27 mei 2024. In combinatie met de voortdurende inspanningen van het kabinet in NAVO-verband om de luchtverdediging van het NAVO-grondgebied en van Oekraïne te versterken, heeft het kabinet de motie van de leden Paternotte en Brekelmans om in NAVO-verband te pleiten voor een strategie om een robuust luchtafweersysteem op te bouwen voor de lange termijn gestand gedaan1.

Ten slotte is gesproken over de implementatie van de Defense Investment Pledge en het belang voor de collectieve afschrikking en verdediging van de NAVO dat alle bondgenoten structureel minimaal 2% van het bbp aan defensie besteden.


X Noot
1

Motie van de leden Paternotte en Brekelmans over in NAVO-verband pleiten voor een strategie om een robuust luchtafweersysteem op te bouwen voor de lange termijn, nummer 21501-02-2898, 23 mei 2024.

Naar boven