28 676 NAVO

Nr. 418 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 september 2022

Op 12 en 13 oktober komen de NAVO-Ministers van Defensie in Brussel bijeen. In deze brief informeer ik uw Kamer over de agenda voor deze bijeenkomst. Het is de eerste bijeenkomst van de NAVO-Ministers van Defensie na de NAVO-Top in Madrid op 29 en 30 juni 2022, waar de bondgenoten belangrijke besluiten namen over onder meer de versterking van de gezamenlijke afschrikking en verdediging en het nieuwe Strategisch Concept. Het is een bijzondere bijeenkomst omdat Finland en Zweden voor de eerste keer deelnemen als genodigde landen, na goedkeuring van hun verzoek tot toetreding tijdens de NAVO-Top.

De bijeenkomst kent twee werksessies en een informeel diner met de Oekraïense Minister van Defensie. In de eerste werksessie bespreken de Ministers de oorlog in Oekraïne en de bredere veiligheidssituatie, en de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging. De tweede werksessie biedt Ministers de gelegenheid om, met deelname van de EU Hoge Vertegenwoordiger, van gedachten te wisselen over NAVO missies en operaties. Daarnaast komen de NAVO-Ministers, zonder hun Finse en Zweedse collega’s, bijeen in de Nuclear Planning Group. In dit forum spreken de Ministers periodiek over het nucleaire beleid van de NAVO.

En marge van de bijeenkomst van de NAVO-Ministers van Defensie komt de Ukraine Defense Contact Group (UDCG) voor de zesde keer bijeen. Deze groep van meer dan 50 gelijkgestemde landen spreekt over de coördinatie rond de militaire steun aan Oekraïne voor de korte en de langere termijn. Doel hiervan is om Oekraïne verder te steunen in de strijd tegen de Russische agressie. Ik neem namens Nederland deel aan deze bijeenkomst.

Oekraïne

De afgelopen weken is de oorlog in Oekraïne in een nieuwe fase beland. Het Russische voortzettingsvermogen staat onder druk. Het Russische offensief verloopt steeds trager en Oekraïne is een tegenoffensief gestart, waardoor Rusland zich heeft moeten terugtrekken uit eerder veroverd gebied in het noordoosten van Oekraïne. De recente afkondiging van een gedeeltelijke militaire mobilisatie in Rusland en de op handen zijnde annexatie door Rusland van de Oekraïense regio’s Luhansk, Donetsk, Zaporizja en Kherson, die overigens niet zal worden erkend, zijn een verdere Russische escalatie in de oorlog in Oekraïne. De door lokale, pro-Russische autoriteiten georganiseerde schijnreferenda en het annexatieproces van Rusland schenden de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne. Nederland erkent deze illegale inlijving niet. Het kabinet verwerpt ook de onverantwoordelijke nucleaire retoriek die het Russische leiderschap recentelijk wederom heeft geuit.

In reactie op de ontwikkelingen in Rusland en Oekraïne heeft de Noord-Atlantische Raad (NAR) op 22 september een verklaring uitgebracht, waarin de schijnreferenda veroordeeld worden. Ook onderstrepen de NAVO-landen in de verklaring onder meer het belang van voortzetting van de politieke, financiële en militaire steun aan Oekraïne. De militaire steun van internationale partners aan Oekraïne draagt in belangrijke mate bij aan het vermogen van de Oekraïense krijgsmacht om weerstand te bieden tegen de Russische agressie. Op 29 september bracht de NAR ook een verklaring uit over de sabotage van de Nordstream 1 en 2 pijpleidingen. Bondgenoten spreken in de verklaring uit dat zij elke bewuste aanval op kritieke infrastructuur verenigd en vastberaden zullen beantwoorden.

De Ministers bespreken in de eerste werksessie de impact van de materiële steun van bondgenoten aan Oekraïne op de gereedheid en inzetbaarheid van de eigen krijgsmachten. Bondgenoten erkennen het belang van aanhoudende en effectieve steun aan Oekraïne, juist in deze nieuwe fase van de oorlog. Het is van essentieel belang dat de effecten van de steun op de operationele gereedheid van het bondgenootschap consequent worden afgewogen, zodat de bondgenoten altijd in staat zijn om het verdragsgebied te verdedigen. De Ministers spreken in deze context ook over gezamenlijke samenwerking met de defensie-industrie om verwerving van munitie en wapensystemen gecoördineerd te versnellen. Nederland onderschrijft het belang hiervan. Binnenkort ontvangt uw Kamer een brief waarin de Defensie Industrie Strategie (2018) in de actuele geopolitieke context wordt geplaatst. Het kabinet zet daarbij in op de versterking, bescherming en (internationale) positionering van de Nederlandse Defensie Technologische & Industriële Basis, mede met het oog op Europese zelfredzaamheid. Hierover gaan de ministeries van Economische Zaken en Defensie ook het gesprek aan met de industrie zelf.

Tijdens het diner spreken bondgenoten met de Oekraïense Minister van Defensie over het partnerschap tussen NAVO en Oekraïne en de steun die de NAVO levert. Nederland spoort de NAVO aan om verdere concrete plannen te maken om Oekraïne ook in de post-conflict fase te blijven steunen bij de zelfverdediging tegen Russische agressie en de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne zeker te stellen. In dit kader staan ook het versterken van de gezamenlijke interoperabiliteit met bondgenoten, herstel van (militaire) infrastructuur en het versterkeng van de Oekraïense veiligheids- en defensiesector op de langere termijn nu op de agenda.

Afschrikking en verdediging

De Ministers spreken in de eerste werksessie ook over de versterking van de bondgenootschappelijke collectieve afschrikking en verdediging. Zij nemen kennis van de concrete uitwerking van besluiten van de NAVO-Top in Madrid, krijgen updates over verschillende werklijnen van de NAVO en verstrekken politieke aanwijzingen voor het verdere traject van uitwerking.1 Alle bondgenoten steunen verdere versterking van de afschrikking en verdediging om zo een adequaat antwoord te bieden op de veranderde mondiale veiligheidssituatie en de directe dreigingen in en om het NAVO-verdragsgebied. Nederland onderschrijft de noodzaak om de NAVO posture te versterken. Het geheel aan maatregelen en activiteiten moet ervoor zorgen dat het bondgenootschap beschikt over het vermogen om op elk moment en op elke plek het verdragsgebied te verdedigen. Voor de lange termijn versterking van de NAVO posture pleit Nederland voor een gefaseerde benadering, zodat de NAVO rekening kan houden met ontwikkelingen in de nabije toekomst.

Ten slotte komt de NATO Defence Planning Capability Review (DPCR) aan bod, ter afronding van de huidige NAVO-defensieplanningscyclus (NDPP). Op basis van de NAVO-analyse van de staat van de krijgsmachten van alle bondgenoten, bepalen de Ministers of landenvoldoende bijdragen aan de taken en de missies van het bondgenootschap. Nadat de Ministers het rapport tijdens de bijeenkomst hebben vastgesteld, ontvangt uw Kamer een brief over de DPCR. Begin 2023 begint de nieuwe cyclus van het NDPP op basis van het Strategisch Concept van de NAVO, aangenomen tijdens de NAVO-Top in Madrid. In de nieuwe cyclus zal de verslechterde veiligheidssituatie en de substantiële verhoging van defensie-uitgaven van bondgenoten een substantiële impact hebben, zowel op de capaciteitenbehoefte van de NAVO als op de capaciteiten die bondgenoten daadwerkelijk kunnen ontwikkelen en bijdragen. De eerste stap in het proces is het vaststellen van de Political Guidance 2023 door de Ministers van Defensie.

Missies en operaties

In de tweede werksessie ligt de nadruk op de lopende missies en operaties van de NAVO en de veiligheidssituatie in de regio’s waar het bondgenootschap met deze missies en operaties actief is. De EU Hoge Vertegenwoordiger is uitgenodigd voor deze werksessie.

NATO Mission Iraq (NMI) is gericht op institutionele advisering en heeft als doel bij te dragen aan het versterken van de veiligheid en stabiliteit van Irak en het bestendigen van de resultaten van de strijd tegen ISIS. De missie adviseert en traint het Iraakse Ministerie van Defensie en de National Security Advisor om bredere hervorming van de Iraakse veiligheidssector mogelijk te maken. Het kabinet heeft in juni 2022 aangekondigd het zwaartepunt van de Nederlandse inzet in Irak te verplaatsen van Operation Inherent Resolve (OIR) naar NMI (Kamerstuk 29 521, nr. 446, d.d. 17 juni 2022). Het kabinet onderzoekt nu de wenselijkheid en mogelijkheid van bijdrage met een militaire eenheid aan NMI. Het kabinet zal de Kamer hierover nadere voorstellen doen.

De Ministers besteden ook aandacht aan de situatie in de Westelijke Balkan en het belang van Kosovo Force (KFOR) voor stabiliteit in Kosovo. Daarnaast wordt gesproken over het belang van EUFOR Althea, de EU-missie in Bosnië-Herzegovina. Nederland ziet graag dat het VN-mandaat voor Althea, dat op 3 november van dit jaar verloopt, wordt verlengd. Het kabinet zet in op intensievere samenwerking met en ondersteuning van landen op de Westelijke Balkan. Momenteel onderzoekt Nederland in dat licht de mogelijkheid om militair bij te dragen aan EUFOR Althea. Het kabinet streeft ernaar om in november 2022 meer duidelijkheid te hebben over de wenselijkheid en mogelijkheid van een Nederlandse bijdrage aan de operatie. Zoals gesteld in de kennisgevingsbrief (Kamerstuk 29 521, nr. 446, d.d. 17 juni 2022) zal het kabinet, zodra het onderzoek daartoe aanleiding geeft, de Kamer hierover nader informeren.

De Minister van Defensie, K.H. Ollongren


X Noot
1

Concreet gaat het om het Concept for the Deterrence and Defence of the Euro-Atlantic Area (DDA), de initiële versie van het Alliance Concept for Multi-Domain Operations (I-MDO), de adaptatie van de militaire troepenstructuur (NATO Force Structure) en de herziening van de NAVO-commandostructuur.

Naar boven