28 676 NAVO

21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

36 045 Situatie in de Oekraïne

Nr. 393 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Hierbij bied ik u het verslag aan van de extra NAVO ministeriële bijeenkomst en de extra Raad Buitenlande Zaken van 4 maart 2022. In het verslag wordt tevens een reactie gegeven op de motie Van der Plas (Kamerstuk 35 925 V, nr. 75)

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

VERSLAG EXTRA NAVO MINISTERIËLE BIJEENKOMST EN EXTRA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 4 MAART 2022

Op 4 maart jongstleden vonden in Brussel een extra ingelaste ministeriële bijeenkomst van de NAVO ministers van Buitenlandse Zaken en een extra ingelaste Raad Buitenlandse Zaken plaats over de veiligheidssituatie in Europa, naar aanleiding van de Russische inval in Oekraïne. Het was wederom een krachtig signaal van Westerse eenheid. En marge van de bijeenkomsten vonden diverse bilaterale gesprekken plaats.

De ministeriele bijeenkomst van de NAVO vond plaats in aanwezigheid van de Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie, en de ministers van Buitenlandse Zaken van Finland en Zweden in het kader van de versterkte samenwerking. De ministers waren wederom eensgezind in hun solidariteit met Oekraïne en vastberaden de verdediging van het NAVO-verdragsgebied te versterken. Het voorkomen van verdere escalatie blijft daarbij het doel.

De Minister van Buitenlandse Zaken van Oekraïne opende de bijeenkomst met een videoboodschap. Hij schetste een zorgelijk beeld van de humanitaire situatie en riep zijn ambtsgenoten op de hulp aan zijn land te intensiveren. De aanwezige ministers waren bereid die steun voort te zetten, tegelijkertijd onderschreven zij het belang verdere escalatie te voorkomen. Mede in dat licht – en vanwege operationele overwegingen – zal de wijze waarop de Kamer wordt geïnformeerd over militaire steun op een andere manier worden ingevuld.

Er was brede steun voor verdere versterking van de NAVO afschrikking en verdediging aan de Oostflank. Nederland en andere bondgenoten verwezen naar hun recente bijdragen hieraan. Verschillende ministers pleitten in dat kader ook voor het verhogen van de defensie-uitgaven en riepen alle bondgenoten op om ten minste aan de NAVO-norm te voldoen. De ministers van Defensie spreken tijdens een bijeenkomst op 16 maart over verdere toekomstige versterking van de NAVO afschrikking en verdediging.

Bondgenoten beseffen dat de Europese veiligheidsarchitectuur fundamenteel is veranderd. Nederland en andere bondgenoten benadrukten daarom de noodzaak om ook vooruit te kijken. Dat vergt een gezamenlijke visie op de relatie met Rusland op de lange termijn, het versterken van de NAVO afschrikking en verdediging in de nabije toekomst en het verhogen van de weerbaarheid van landen in de regio. Tijdens de reguliere bijeenkomst van de NAVO-ministers van Buitenlandse zaken op 6 en 7 april staan deze lange termijn effecten centraal.

De extra ingelaste RBZ vond plaats in aanwezigheid van Secretaris Generaal van de NAVO Jens Stoltenberg, de Amerikaanse Secretary of State Anthony Blinken, de Canadese Minister van Buitenlandse Zaken Mélanie Joly en de Britse Minister van Buitenlandse Zaken Liz Truss. De Oekraiense Minister van Buitenlandse Zaken Dmytro Kuleba belde in via videoverbinding. De besprekingen volgden in grote lijnen de besprekingen die eerder op de dag plaatsvonden tijdens de extra ingelaste ministeriele bijeenkomst van de NAVO Minister van Buitenlandse Zaken.

Alle aanwezigen benadrukten het blijvende belang van eensgezindheid en coördinatie in deze crisis. Veel lidstaten, waaronder Nederland, onderstreepten de noodzaak van het voorbereiden van verdere sancties, zowel economische sancties als listings, en riepen op om te kijken welke verdere maatregelen de EU en partners kunnen nemen. Ook waren de lidstaten en partners het eens over het belang van steun aan Oekraïne, via alle mogelijke wegen – financieel, humanitair en militair. Meerdere sprekers noemden ook dat de EU en partners zich diplomatiek moeten inzetten om Rusland waar mogelijk internationaal te isoleren, onder andere in de VN. Ook werd er gesproken over het belang van strategische communicatie, waarbij ook rekening moet worden gehouden met welke informatie wel en niet naar buiten wordt gebracht en hoe desinformatie vanuit Russische zijde tegen te gaan.

Reactie op de Motie Van der Plas

De Tweede Kamer heeft de regering in de motie Van der Plas (Kamerstuk 35 925 V, nr. 75) verzocht om gedetailleerd in kaart te brengen wat de bezittingen van de Russische elite rond Poetin zijn in Nederland en om de Kamer binnen de kortst mogelijke termijn te informeren over de omvang van deze bezittingen. Het kabinet maakt van de gelegenheid gebruik op deze plek nader in te gaan op deze motie.

De ontwikkelingen van het conflict tussen Rusland en Oekraïne in de afgelopen weken hebben de situatie ingrijpend veranderd. Inmiddels zijn door de EU in verschillende rondes sancties opgelegd aan 671 individuen en entiteiten. Dit zijn allen individuen en entiteiten die direct dan wel indirect betrokken zijn bij de aanval op Oekraïne ofwel tot de elite rondom Poetin worden gerekend. Als er bewijs aan het licht komt over betrokkenheid van andere individuen of bedrijven die voldoen aan de sanctiecriteria, dan worden zij mogelijk in de toekomst doelwit van nieuwe sancties. Uw Kamer is via de Kamerbrief over de stand van zaken ontwikkelingen in en rondom Oekraïne geïnformeerd over recent aangenomen sancties.1 Het kabinet zal bij de totstandkoming van nieuwe sancties nadrukkelijk kijken naar de kring rondom Poetin, zoals ook door uw Kamer verzocht in de motie Sjoerdsma.2 Daarnaast bekijkt het kabinet de mogelijkheden om trustdienstverlening aan Russische personen in Europees verband aan te pakken.

Financiële sancties worden in Nederland geïmplementeerd door onder andere de Nederlandse financiële instellingen. Dit doen zij door het bevriezen van tegoeden, het blokkeren en tegenhouden van transacties en het stoppen van bepaalde dienstverlening. De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) houden toezicht op de toepassing van de sanctiewetgeving door de financiële sector. De Nederlandse financiële instellingen die deze sancties toepassen zijn verplicht hierover terstond te rapporteren aan de toezichthouder. Op dit moment is het nog te vroeg om uitspraken te doen over de omvang van bijvoorbeeld bevroren tegoeden.

Andere vormen van bezittingen naast middelen die zijn ondergebracht bij de financiële sector zijn vastgoed en eigenaarschap van en aandelen in bedrijven. Veel van de informatie over dergelijke bezittingen is vastgelegd in openbare registers zoals het kadaster en het handelsregister. Hieruit komt naar voren dat er ongeveer 500 Russische en Belarussische uiteindelijk belanghebbenden zijn bij in Nederland geregistreerde ondernemingen. Verder zijn er enkele honderden jaarrekeningen gevonden met een vermelding van Russische roebels. Ook is er een klein aantal entiteiten met een Russische of Belarussische rechtsvorm gevonden in het handelsregister. De Minister van Financiën heeft verkend of er relevante informatie is bij toezichthouders AFM en DNB als ook de belastingdienst. Bij deze instellingen is hooguit incidenteel relevante informatie beschikbaar en als deze er is dan is dit toezichtvertrouwelijke informatie die niet gedeeld mag worden. Bij de totstandkoming van nieuwe sancties wordt voor het selecteren van doelwitten en het onderbouwen van deze maatregelen gebruik gemaakt van informatie uit openbare bronnen.

Het enkele feit van het hebben van een bepaalde nationaliteit is echter geen reden om informatie over personen te verzamelen en te combineren, ook niet als het over de Russische nationaliteit gaat. Ook is er voor het plaatsen van een persoon of een bedrijf op een sanctielijst een duidelijke onderbouwing nodig waarmee deze persoon of entiteit in verband wordt gebracht met de sanctiecriteria. Als een persoon op een sanctielijst staat of als er vanwege andere gronden een (strafrechtelijke) verdenking is, kunnen de bevoegde autoriteiten uiteraard wel onderzoek doen.

Het kabinet zet zich in om met partners binnen de EU, maar ook met gelijkgezinde partners daarbuiten, te komen tot verdere sancties gericht tegen oligarchen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een (groot) aantal openbare bronnen. Vanzelfsprekend houdt het kabinet uw Kamer op de hoogte van alle ontwikkelingen rond het conflict en eventuele nieuwe sancties.


X Noot
1

Kamerstuk 36 045, nr. 3

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2368

Naar boven