28 676 NAVO

Nr. 281 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 november 2017

Hierbij treft u de geannoteerde agenda aan voor de bijeenkomst van de NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken op 5 en 6 december a.s. in Brussel. De ministeriële bijeenkomst zal beginnen met een sessie over samenwerking tussen de NAVO en EU in aanwezigheid van de Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie. Tijdens het werkdiner over mondiale uitdagingen zal met name aandacht worden besteed aan de relatie met Rusland en de ontwikkelingen rondom Noord-Korea. Nederland zal gebruik maken van de gelegenheid om ook over het belang van nucleaire wapenbeheersing te spreken. De tweede dag van de ministeriële bijeenkomst zal beginnen met een vergadering van de NAVO Georgië Commissie (NGC). Vervolgens zullen de Ministers een werksessie wijden aan Projecting Stability en de situatie aan de zuidflank van de NAVO. De bijeenkomst wordt afgesloten met een werklunch waarin het open deur beleid van de NAVO centraal zal staan.

EU-NAVO samenwerking

Gezien de huidige veiligheidsdreigingen ten oosten en zuiden van de NAVO en EU blijft een intensievere samenwerking tussen beide organisaties van groot belang. Sinds medio 2016 is op dit gebied, mede op Nederlands initiatief, de nodige voortgang geboekt. Nederland is positief over de implementatie van 42 voorstellen die de NAVO en EU-ministers in december 2016 aannamen. Er is dan ook ruimte om te werken aan nieuwe afspraken. Tijdens de bijeenkomst van de NAVO Ministers, respectievelijk de eerstvolgende Raadsformatie aan de EU-zijde, zal er een besluit worden genomen over verdere versterking van de samenwerking tussen de NAVO en EU. Nieuwe onderwerpen daarbij zijn onder meer contraterrorisme en «vrouwen, vrede en veiligheid». Op voorstel van Nederland wordt ook het vereenvoudigen van grensoverschrijdend militair transport als prioriteit benoemd. Dit is van belang om in crisissituaties, zonder bureaucratische belemmeringen, snel eenheden en materieel binnen Europa te kunnen verplaatsen. Nederland leidt dit initiatief en acht het van belang dat de samenwerking tot zichtbare en concrete resultaten leidt.

Nederland is tevens voorstander van het verdiepen van reeds bestaande samenwerking. Op het gebied van hybride en cyber-dreigingen pleit Nederland voor verbeterde informatie-uitwisseling en gezamenlijke strategische communicatie, mede om desinformatie tegen te gaan. Daarnaast vindt Nederland het belangrijk om de samenwerking te versterken op het gebied van capaciteitsopbouw in derde landen, inclusief gezamenlijke bezoeken naar, en het uitdragen van gemeenschappelijke boodschappen, in de Westelijke Balkan.

Wapenbeheersing

Tijdens het werkdiner zal Nederland naar voren brengen dat de NAVO een belangrijke rol dient te spelen als het gaat om conventionele en nucleaire wapenbeheersing. Ten aanzien van conventionele wapenbeheersing is het van belang dat de individuele NAVO Bondgenoten blijven werken aan verbetering van bestaande instrumenten, zoals het Weens Document van de OVSE. Daarnaast ijvert Nederland voor een constructieve opstelling van de Bondgenoten in de zogenaamde Structured Dialogue in OVSE-verband; de bredere discussie over Europese veiligheid die op termijn zou moeten leiden tot nieuwe afspraken op het gebied van conventionele wapenbeheersing en vertrouwenwekkende en veiligheidsbevorderende maatregelen.

Op nucleair gebied geldt dat Nederland het tweespoor van afschrikking enerzijds en ontwapening anderzijds centraal blijft stellen. In het slotcommuniqué van de NAVO Top in juli 2016 is wat dat betreft een goede balans gevonden, die voor Nederland de basis vormt in de komende jaren (Bijlage bij Kamerstuk 28 676, nr. 252). Nederland erkent dat de NAVO een nucleaire alliantie blijft zolang er kernwapens bestaan. Tegelijkertijd dient het Bondgenootschap op het gebied van non-proliferatie, wapenbeheersing en nucleaire ontwapening een rol te spelen, bijvoorbeeld door blijvende inzet voor vertrouwenwekkende maatregelen. Vooruitgang op dit gebied kan immers bijdragen aan internationale stabiliteit en de-escalatie en dient daarmee ook de belangen van de NAVO.

Rusland

Op 26 oktober jl. vond opnieuw een bijeenkomst van de NAVO Rusland Raad (NRR) op ambassadeursniveau plaats. Hierbij is gesproken over de situatie in Oekraïne, Afghanistan en het voorkomen van incidenten en misverstanden in het militaire domein. De bijeenkomst van de NRR toonde opnieuw aan dat er geen sprake is van verbetering in de betrekkingen tussen de NAVO en Rusland. Er was een moeizame dialoog waaruit wederom bleek dat Rusland zich niet constructief opstelt als het gaat om het vinden van een politieke oplossing voor het conflict in het oosten van Oekraïne. Rusland continueert militaire en andere vormen van steun aan de separatistische groeperingen in Oekraïne en volhardt in de illegale annexatie van de Krim. Zolang in deze situatie geen verandering komt zal de NAVO niet overgaan tot het hervatten van de militaire en praktische samenwerking met Rusland.

Tegelijkertijd nopen de militaire activiteiten en opbouw van Rusland aan de oostflank van de NAVO tot het voortzetten van contacten die bijdragen aan het voorkomen van misverstanden en incidenten. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is het gebrek aan transparantie van Russische zijde over grootschalige militaire oefeningen. Dit bleek onder meer tijdens de in september jl. in Rusland en Wit-Rusland gehouden oefening «Zapad 2017». Hoewel voor deze gezamenlijke Russische-Wit-Russische oefening waarnemers van onder meer de NAVO zijn uitgenodigd voldeed deze mate van transparantie niet aan internationale afspraken op dit gebied, zoals hoofdzakelijk vastgelegd in het Weens Document.

Nederland zal binnen de NAVO blijven pleiten voor het bestendigen, en waar mogelijk uitbreiden, van contacten op militair-technisch niveau die kunnen bijdragen aan het begin van het herstel van onderling vertrouwen. Daarnaast zal Nederland in 2018 blijven bijdragen aan de militaire maatregelen die de NAVO in de afgelopen jaren heeft genomen ter geruststelling van de oostelijke Bondgenoten, zoals de vooruitgeschoven militaire aanwezigheid in Litouwen.

Noord-Korea

Tijdens het werkdiner zal verder worden gesproken over de Noord-Koreaanse dreiging richting de Verenigde Staten en de inspanningen voor het beheersbaar houden van het conflict door NAVO-partnerlanden Japan en Zuid-Korea. Tevens staat de mogelijke rol van de-escalatie door de NAVO als onderdeel van haar strategische communicatie op de agenda.

Nederland ziet het ballistische raket- en het nucleaire programma, en de daarmee gepaard gaande provocaties van Noord-Korea, als een serieuze bedreiging voor de regionale en internationale veiligheid en stabiliteit. Naast het destabiliserende effect zetten deze programma’s het internationale non-proliferatieregime onder druk, waarvan het Non-proliferatieverdrag (NPV) de hoeksteen vormt.

Nederland is van mening dat de voortzetting van het nucleaire en ballistische programma door Noord-Korea een flagrante schending is van de internationale verplichtingen zoals vastgesteld in verschillende VNVR-resoluties en bovendien een ernstige bedreiging voor internationale vrede en veiligheid vormt. Een vreedzame en duurzame oplossing kan uitsluitend op diplomatieke wijze worden verwezenlijkt. Het risico op militaire escalatie dient zoveel mogelijk te worden afgewend. Er is immers geen militaire oplossing denkbaar. Daarom zet Nederland zich in voor een eensgezind en effectief optreden van de internationale gemeenschap bestaande uit zowel druk als dialoog. De druk bestaat uit sancties die in onder meer VNVR- en EU-kader zijn aangenomen en zijn bedoeld om Noord-Korea naar de onderhandelingstafel te bewegen. Wat betreft de dialoog is Nederland van mening dat deze moet worden gevoerd met de Verenigde Staten en de meest betrokken landen en gericht dient te zijn op de-escalatie en het voorkomen van miscommunicatie en miscalculatie.

NAVO-Georgië Commissie

Tijdens de bijeenkomst van de NAVO-Georgië Commissie zullen de Ministers met hun Georgisch ambtgenoot Mikheil Janelidze een open discussie voeren. Georgië heeft in 2017 de positieve trend van hervormingen en democratisering doorgezet. Nederland zal steun uitspreken voor de Euro-Atlantische koers van het land. Meer specifiek zal worden gesproken over het Georgische nationale jaarlijkse actieplan, waarin doelstellingen voor het versterken van de democratie en de veiligheidssector zijn vastgelegd. Er is echter nog het nodige werk te verrichten, met name bij het versterken van de rechtsstaat. Nederland zal het belang van verdere hervormingen derhalve benadrukken.

Projecting Stability

«Projecting Stability» is de NAVO-strategie gericht op het stabiliseren van de landen rondom het Bondgenootschap. Tijdens deze werksessie zal worden gesproken over de voortgang op het gebied van deze strategie, alsmede over de implementatie van het actieplan ter bestrijding van terrorisme. Er is namelijk een nauwe samenhang tussen beide onderwerpen en Nederland bepleit een coherente inzet van de NAVO bij de verschillende vormen van samenwerking met de partnerlanden ten zuiden van het Bondgenootschap.

In de discussie over Projecting Stability komt de bredere discussie over de Zuidflank aan de orde en worden de expertisegebieden geïdentificeerd waar de NAVO nog verder op kan inzetten om stabiliteit in deze regio te verbeteren. Kernpunt daarbij is capaciteitsopbouw van de veiligheidsinstituties in de partnerlanden zodat deze dreigingen zelf beter kunnen tegengaan. Voor Nederland blijft een geïntegreerde civiel-militaire aanpak en de focus op capaciteitsopbouw essentieel.

Het actieplan ter bestrijding van terrorisme is tijdens de speciale bijeenkomst van de NAVO-staatshoofden- en regeringsleiders op 25 mei jl. aangenomen. De Ministers zullen zich buigen over de voortgang die is gemaakt en kijken, mede met het oog op de NAVO Top in juli 2018, naar de toegevoegde waarde van de NAVO op dit gebied in de komende tijd. Het is voor Nederland van belang dat de meerwaarde van de NAVO altijd goed afgewogen wordt en activiteiten in nauwe afstemming met andere actoren plaatsvinden, zoals de VN, de EU en het Global Counterterrorism Forum (GCTF). Nederland zal zich daarom inspannen om de niche capaciteiten van de NAVO duidelijk te definiëren.

Nederland levert in dit kader een bijdrage van 600.000 euro aan trainings- en adviesactiviteiten van de NAVO in Irak en Jordanië. Hiermee worden onder andere Nederlandse trainers op het gebied van civiel-militaire samenwerking in Irak gefinancierd en wordt de mogelijkheid tot een bijdrage aan een project ten behoeve van civiele crisisbeheersing in Jordanië onderzocht.

Open deur beleid

Tijdens de werklunch zullen de Ministers een discussie voeren over het open deur beleid van de NAVO, mede als vooruitblik naar de NAVO Top in juli 2018. Daarbij zal met name worden gesproken over de landen die aspiraties hebben om tot de NAVO toe te treden, namelijk Oekraïne, Georgië, Macedonië en Bosnië-Herzegovina. In algemene zin steunt Nederland de uitgangspunten van het open deur beleid. In het verleden heeft dit beleid een belangrijke bijdrage geleverd aan stabiliteit en veiligheid op het Europese continent. Om het succes van het open deur beleid te blijven garanderen is het wel noodzakelijk dat de toetredingseisen strikt worden nageleefd. Het gaat hierbij primair om het doorvoeren van hervormingen op het gebied van democratie en rechtsstaat, bescherming van mensenrechten, waaronder die van minderheden, alsmede democratisch toezicht op de veiligheidssector, zoals de strijdkrachten en inlichtingendiensten. Voor Nederland staat verder voorop dat een aspirant-Bondgenoot ook in staat is zelf politieke en militaire bijdragen te leveren aan het Bondgenootschap, zoals door actieve deelname aan NAVO missies en operaties.

Een NAVO-lidmaatschap van Oekraïne en Georgië is wat Nederland betreft thans niet aan de orde. Eerst dient volledige uitvoering te worden gegeven aan de afspraken die met beide landen zijn gemaakt tijdens de NAVO Top in juli 2016 in Warschau. Het gaat daarbij met name om verdere hervormingen binnen de veiligheidssector, waaronder een versterkt democratisch toezicht. Nederland biedt hierbij reeds financiële ondersteuning, door middel van NAVO Trust Funds en het Defense Capacity Building (DCB) programma, ten behoeve van initiatieven die kunnen bijdragen aan dit hervormingsproces.

Voor Macedonië geldt, zoals opnieuw werd bevestigd tijdens de NAVO-Top in juli 2016, dat het land de naamskwestie met Griekenland dient op te lossen, voordat het een uitnodiging om tot het Bondgenootschap toe te treden kan ontvangen. Bovendien zal Nederland er scherp op toezien dat verdere voortgang wordt gemaakt met politieke en democratische hervormingen. Nederland verwelkomt in dat opzicht de ambities van de in juni 2017 aangetreden Macedonische regering.

In Bosnië-Herzegovina is thans nog geen sprake van stappen die kunnen leiden tot verlening van de Membership Action Plan (MAP) status. Het land voldoet niet aan het zogenaamde Tallinn criterium, waarin wordt bepaald dat onroerende defensie goederen onder het gezag van de centrale regering in Sarajevo worden gebracht. Nederland wil aan deze voorwaarde strikt vasthouden en zal tijdens de bijeenkomst benadrukken dat uitvoering hiervan een belangrijke factor zal zijn bij een eventuele beslissing of de MAP-status aan Bosnië-Herzegovina kan worden verleend.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H. Zijlstra

Naar boven