Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 september 2017
Met deze brief wil het kabinet u nader informeren over de aanschaf door Turkije van
het Russische S-400 luchtafweersysteem, zoals u toegezegd tijdens het Algemeen Overleg
AVVN op 12 september 2017 (Kamerstuk 26 150, nr. 164). Eerder werd u over dit onderwerp geïnformeerd naar aanleiding van vragen van het
lid Ten Broeke en de leden Ten Broeke en Knops (Aanhangsel Handelingen II 2016/17,
nrs. 2424 en 2550).
Zowel Rusland als Turkije heeft de overeenkomst op 12 september 2017 bevestigd in
de pers. Nederland noch de Noord-Atlantische Raad is tot dusver geïnformeerd over
de overeenkomst. Het S-400 luchtafweersysteem is vergelijkbaar met het Amerikaanse
Patriot-systeem dat verscheidene bondgenoten in gebruik hebben, waaronder Nederland.
Naar verluidt is het S-400 raketsysteem in staat om op afstanden tot 400 kilometer
vliegtuigen en raketten uit de lucht te halen. Dit is echter in hoge mate afhankelijk
van de te leveren versie, systeemcomponenten en de operationele omstandigheden.
De aanschaf van wapensystemen is een soevereine aangelegenheid. Ook in het NAVO-bondgenootschap
blijft deze autonomie gewaarborgd. Er bestaat geen NAVO-regelgeving voor de aanschaf
van wapensystemen voor nationale toepassing, noch heeft de NAVO de bevoegdheid om
de aanschaf van wapensystemen tegen te houden. Wel wordt ernaar gestreefd de nationale
wapensystemen van bondgenoten zoveel mogelijk op elkaar te laten aansluiten, ondermeer
met het oog op efficiency en interoperabiliteit. Voorts is het ook in het belang van
de lidstaten dat NAVO-operaties zo efficiënt mogelijk kunnen worden uitgevoerd. Het
Russische S-400 systeem is niet in gebruik bij andere bondgenoten. De Turkse aanschaf
daarvan is om een hoeveelheid van redenen zorgelijk. Ook andere bondgenoten, waaronder
de Verenigde Staten, hebben recentelijk publiekelijk soortgelijke zorgen geuit over
het gebrek aan interoperabiliteit. Turkije heeft meermaals verklaard dat de keuze
voor het S-400 systeem onder andere op financiële overwegingen berust.
Voordat wapensystemen deel kunnen uitmaken van NAVO-netwerken en systemen, moeten
deze aan de NAVO-eisen voldoen. Hierbij worden zowel technische specificaties meegewogen
als veiligheidsoverwegingen, waaronder het weglekken van technologie naar derde landen.
Het is daarom nagenoeg uitgesloten dat een S-400 luchtverdedigingssysteem zal worden
geïntegreerd in NAVO-systemen en entiteiten.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
A.G. Koenders
De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert