28 676 NAVO

Nr. 267 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 april 2017

Hierbij bied ik u het verslag aan van de bijeenkomst van de Noord-Atlantische Raad (NAR) op het niveau van de Ministers van Buitenlandse Zaken die 31 maart jl. in Brussel bijeenkwam. Tijdens deze ministeriële bijeenkomst vond een werksessie plaats over de Trans-Atlantische betrekkingen, defensie-uitgaven, terrorismebestrijding en de Westelijke Balkan. De relatie met Rusland stond centraal tijdens de werklunch. De ministeriële bijeenkomst werd afgesloten met een bijeenkomst van de NAVO Oekraïne Commissie (NUC).

Trans-Atlantische betrekkingen, mede in relatie tot defensie-uitgaven

Het was de eerste ministeriële bijeenkomst waaraan Secretary of State Tillerson deelnam. Hij benadrukte dat de NAVO het fundament is van de Trans-Atlantische relatie. Tegelijkertijd verwacht de Amerikaanse regering dat de Europese Bondgenoten een grotere verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen veiligheid en de afspraken over de defensie-uitgaven nakomen die zijn gemaakt tijdens de NAVO Top in Wales in 2014.

Secretary of State Tillerson bepleitte om tijdens de bijeenkomst van de NAVO-staatshoofden en regeringsleiders op 25 mei a.s. tot een besluit te komen over een nadere invulling van de in Wales gemaakte afspraken. De Verenigde Staten hebben daarbij voorgesteld dat de NAVO Bondgenoten overeenkomen nationale plannen voor te bereiden, waarin zij aangeven op welke wijze zij hun defensie-uitgaven de komende jaren richting de NAVO-norm van 2 procent van het BBP zullen verhogen. Deze plannen dienen, in de optiek van de Verenigde Staten, uiterlijk aan het einde van 2017 nationaal te zijn vastgesteld. De NAVO Bondgenoten zullen in de aanloop naar de bijeenkomst op 25 mei a.s. moeten bepalen op welke wijze zij met deze Amerikaanse voorstellen willen omgaan.

Nederland heeft in deze bijeenkomst naar voren gebracht zich gebonden te achten aan de in Wales gemaakte afspraken, dat er middelen aan de defensiebegroting zijn toegevoegd en dat, naar verwachting, in de komende tijd verdere stappen worden gezet.

Nederland heeft ook onderstreept dat een verhoging van de defensie-uitgaven niet uitsluitend ten goede komt aan de activiteiten van de NAVO. Daarbij is gerefereerd aan de bijdragen van Nederland aan andere militaire missies, zoals in het kader van de Verenigde Naties. Daarnaast heeft Nederland gewezen op de grotere rol van de EU op het gebied van veiligheid en defensie, die een aanvulling vormt op de inspanningen van de NAVO. Veel landen, waaronder Nederland, hebben tevens aangegeven dat naast defensie-uitgaven ook uitgaven voor diplomatie en ontwikkeling van belang zijn voor vrede, veiligheid en conflictvoorkoming.

Terrorismebestrijding en zuidflank

Onder de Bondgenoten was er brede steun om de rol van de NAVO op het gebied van terrorismebestrijding te intensiveren. Aandachtspunten daarbij zijn de strijd tegen ISIS, maar ook de inspanningen van de NAVO in Afghanistan. De NAVO kan hierbij specifieke capaciteiten aanbieden, die complementair zijn aan hetgeen andere internationale organisaties, zoals de EU, VN en anti-ISIS-coalitie, reeds doen. Het is de bedoeling dat in de komende weken binnen de NAVO concrete voorstellen worden ontwikkeld, die vervolgens op 25 mei a.s. aan de staatshoofden en regeringsleiders worden voorgelegd. Nederland heeft aangegeven deze aanpak te steunen. In de optiek van Nederland moet een model worden ontwikkeld, waarbij meer trainers beschikbaar zijn voor het verlenen van advies en bijstand aan partnerlanden op terreinen waar de NAVO meerwaarde kan bieden.

De NAVO-ministers bespraken daarnaast de inspanningen in Irak binnen het kader van het Defence Capacity Building (DCB) initiatief. Daarbij is besloten om de activiteiten op het gebied van de opruiming van explosieven, ontmijning, hervorming van de veiligheidssector en civiel-militaire planning te continueren. Verder zal de NAVO gaan bijdragen aan trainingen voor zowel militaire medische zorg als voor het onderhoud van tanks en andere gepantserde voertuigen.

Westelijke Balkan

Veel Bondgenoten toonden zich bezorgd over de fragiele situatie op de Westelijke Balkan, zoals toenemende problemen op veiligheidsgebied en stagnerende transitieprocessen. Op de achtergrond speelt ook de grotere, en destabiliserende, rol van Rusland in de regio een rol. Het belang van een nauwe betrokkenheid van de NAVO in de regio is evident, want zij draagt bij aan verdere stabilisering van de Westelijke Balkan. Het toetredingsproces van Montenegro tot de NAVO is hier een voorbeeld van. Nederland ondersteunt om deze redenen de Euro-Atlantische aspiraties van andere landen op de Westelijke Balkan. Daarbij is het echter wel van belang vast te houden aan de huidige uitgangspunten en criteria van het «open deur» beleid van de NAVO. De toepassing van deze criteria zorgt ervoor dat de betrokken landen een daadwerkelijke bijdrage kunnen leveren aan de veiligheid van de NAVO als geheel.

Rusland

Binnen het Bondgenootschap bestaat brede zorg over het politieke en militaire optreden van Rusland, dat bij tijd en wijle agressief en provocatief is. De Russische opstelling in de afgelopen maanden heeft geleid tot verdere spanningen in Europa. Daarbij kan worden gedacht aan de voortgaande militaire opbouw in de directe nabijheid van het NAVO-verdragsgebied, grootschalige militaire oefeningen en het militaire optreden in het oosten van Oekraïne en in Syrië. Om deze redenen werd de ontplooiing van militaire eenheden in de Baltische staten en Polen, in het kader van de Enhanced Forward Presence (eFP), verwelkomd, omdat deze bijdraagt aan een geloofwaardige afschrikking.

De Russische pogingen tot beïnvloeding van politieke besluitvormingsprocessen, waaronder nationale verkiezingen in diverse NAVO-lidstaten, hebben geleid tot een verdere ondergraving van het vertrouwen. Onder de aanwezige Ministers was er dan ook brede steun om het tegengaan van deze dreigingen te intensiveren. Strategische communicatie van de NAVO maakt daar in belangrijke mate deel van uit.

Nederland heeft naar voren gebracht dat continuering van het tweespoor afschrikking en dialoog van belang is, zoals tijdens de NAVO Top in Warschau is overeengekomen. Naast de maatregelen die zijn genomen op het gebied van afschrikking is het daarom positief dat de NAVO Rusland Raad (NRR) op 30 maart jl. opnieuw op ambassadeursniveau bijeen is gekomen. Het is helder dat de NAVO en Rusland sterk van mening verschillen over de situatie in Oekraïne, aangezien het optreden van Rusland en de door Rusland gesteunde separatistische groeperingen zorgen voor de verslechtering van de veiligheidssituatie in het oosten van Oekraïne. Bovendien staan zij een politieke oplossing, op basis van de in februari 2015 in Minsk gesloten akkoorden, in de weg.

In de NRR werd eveneens gesproken over de situatie in Afghanistan. De NAVO en Rusland waren het erover eens dat voortgezette steun aan de Afghaanse strijdkrachten van belang blijft. Tegelijkertijd onderschreven zowel de NAVO als Rusland het belang van inspanningen die bijdragen aan een proces van nationale verzoening.

Verder is in de NRR het belang van vermindering van zowel risico’s in het militaire domein als van verbeterde wederzijdse militaire transparantie aan bod gekomen. Daarbij is door de NAVO een toelichting gegeven over eFP en van Russische zijde over de activiteiten in het Westelijke Militaire District, dat grenst aan het NAVO-verdragsgebied.

Nederland heeft tijdens de bijeenkomst van de NAVO-ministers onderstreept dat de dialoog met Rusland in het kader van de NRR met kracht moet worden voortgezet. Vooral het onderwerp van vermindering van risico’s en militaire transparantie verdient daarbij centrale aandacht. Het is van belang dat de NRR op regelmatige basis bijeen blijft komen. Daarnaast dient aandacht te worden besteed aan versterking van de militaire contacten, zodat misverstanden en escalatie kunnen worden vermeden.

Oekraïne

De ministeriële bijeenkomst werd afgesloten met een sessie van de NAVO-Oekraïne Commissie (NUC). Minister Klimkin ging in op de situatie in het oosten van Oekraïne. Ook bevestigde hij het belang van versterking van het hervormingsproces in zijn land. Bondgenoten spraken steun uit voor de Oekraïense regering, mede in relatie tot de illegale annexatie van de Krim en de veiligheidssituatie in het oosten van het land. In dit kader werd benadrukt dat voortzetting van de verschillende assistentie- en trainingsprogramma’s die de NAVO uitvoert in Oekraïne noodzakelijk is, mede vanuit het bredere oogpunt van de politieke en economische transitie van het land.

Daarbij is richting Oekraïne de oproep gedaan de corruptie in het land krachtig te bestrijden, alsmede verder te gaan met de versterking en hervorming van de rechtsstaat en justitiële sector.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven