28 676 NAVO

Nr. 262 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2016

Hierbij bied ik u het verslag aan van de bijeenkomst van de Noord-Atlantische Raad (NAR) op het niveau van de Ministers van Buitenlandse Zaken die op 6 en 7 december jl. in Brussel bijeenkwam. Tijdens deze ministeriële bijeenkomst vonden werksessies plaats over EU-NAVO samenwerking en over de ontwikkelingen aan de zuidflank van de NAVO en in de Westelijke Balkan. De Trans-Atlantische betrekkingen en de relatie met Rusland stonden centraal tijdens het werkdiner. Op de tweede dag vond een bijeenkomst plaats van de NAVO Oekraïne Commissie (NUC). De ministeriële bijeenkomst werd afgesloten met een bijeenkomst over de Resolute Support Missie (RSM) in Afghanistan.

EU-NAVO samenwerking

In de eerste werksessie op 6 december jl. hebben de NAVO-Ministers van Buitenlandse Zaken, in aanwezigheid van de Hoge Vertegenwoordiger van de EU, ingestemd met 42 voorstellen om te komen tot een verdieping van de EU-NAVO samenwerking. Op dezelfde dag werden deze voorstellen ook door de EU-lidstaten op ministerieel niveau bekrachtigd. De lijst met voorstellen (de zogenoemde common set of proposals) is opgesteld als vervolg op de gezamenlijke verklaring over EU-NAVO samenwerking die op 8 juli jl. en marge van de NAVO-top in Warschau werd uitgegeven door de voorzitters van de Europese Raad en de Europese Commissie en de Secretaris-generaal van de NAVO. U treft in de bijlage een korte toelichting aan.

Het belang van deze samenwerking is evident. In de verslechterde Europese veiligheidsomgeving worden de EU en de NAVO immers geconfronteerd met dezelfde dreigingen en uitdagingen. De gecoördineerde inzet van de complementaire instrumenten van de EU en de NAVO is essentieel. Het is bijzonder positief dat nu voorstellen zijn aangenomen die op korte termijn tot concrete resultaten kunnen leiden. Van Nederlandse zijde is hier door de Ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie stevig op aangedrongen. Mede als resultaat van deze Nederlandse inzet zijn er nu praktische voorstellen opgesteld voor het tegengaan van hybride dreigingen, het intensiveren van maritieme samenwerking, ook vanuit de optiek van de migratiecrisis, en het organiseren van parallelle en gecoördineerde oefeningen door de EU en de NAVO in 2017 en 2018.

Wat Nederland betreft vormen deze voorstellen het beginpunt bij de verdieping van de EU-NAVO samenwerking. Het blijft van belang om vervolgstappen te zetten, bijvoorbeeld als het gaat om een verbeterde coördinatie van de EU- en NAVO-inspanningen in de landen ten oosten en ten zuiden van Europa en op de Westelijke Balkan.

Zuidflank

De Ministers onderstreepten tijdens de bijeenkomst het belang van voortgezette betrokkenheid van de NAVO bij de ontwikkelingen op de zuidflank. De migratiecrisis en grensoverschrijdend terrorisme zijn hier de meest nijpende problemen. Nederland gaf aan dat de maritieme activiteiten van de NAVO in zowel de Egeïsche als Middellandse Zee een essentiële rol spelen bij het tegengaan van deze uitdagingen. De NAVO activiteit in de Egeïsche Zee dient dan ook te worden voortgezet. Daarnaast moet worden gekeken naar een mogelijke rol van de NAVO bij het bestrijden van terrorisme. Wellicht kan het Bondgenootschap hier een toegevoegde waarde bieden, waarbij wel moet worden gewaakt voor overlap met de inspanningen van andere organisaties, zoals de EU en het Global Counterterrorism Forum (GCTF).

Vanaf januari 2017 zal de NAVO beginnen met het ontplooien van trainingsactiviteiten ten behoeve van de Iraakse strijdkrachten. Zoals bekend zal een deel van deze trainingen worden overgeheveld van Jordanië naar Irak. In eerste instantie gaat het om trainingen op het gebied van het opruimen van explosieven en ontmijning. Ook zal op beperkte schaal advies worden gegeven aan de relevante ministeries. In de loop van 2017 kan mogelijk, afhankelijk van de voortgang en de evaluaties, ook op andere gebieden training en advies worden gegeven.

Nederland beziet momenteel of het aan deze activiteiten een bijdrage zal gaan leveren. Het blijft van belang dat deze NAVO-activiteiten in Irak complementair zijn aan de inspanningen van andere internationale actoren. Bovendien zal de NAVO geen deel gaan uitmaken van de anti-ISIS coalitie. Tijdens de bijeenkomst heeft Nederland naar voren gebracht dat ook naar de situatie op de langere termijn moet worden gekeken. Het gaat dan ondermeer om de vraag in hoeverre de NAVO kan bijdragen aan het verbeteren van de integriteit van de Iraakse strijdkrachten, zoals bij het tegengaan van corruptie. Dat zal immers het draagvlak onder de Iraakse bevolking voor de continuering van de strijd tegen ISIS vergroten.

Westelijke Balkan

De Westelijke Balkan is een voorbeeld van een regio waar de inspanningen van de NAVO hebben geleid tot een verhoogde stabiliteit. Deze stabiliteit staat echter onder druk, bijvoorbeeld door terugkeer van Foreign Terrorist Fighters en verhoogde migratiestromen. Tijdens de bijeenkomst kwam verder naar voren dat er zorgen zijn over de toenemende Russische invloed op de Westelijke Balkan. Sinds het einde van de jaren negentig zijn enkele landen uit deze regio lid geworden van het Bondgenootschap. Montenegro zal naar verwachting binnen afzienbare termijn, na afronding van de ratificatieprocedures in de nationale parlementen, eveneens formeel tot de NAVO kunnen toetreden.

Er is binnen de NAVO brede steun voor een voortgezette betrokkenheid bij de Westelijke Balkan. In Bosnië-Herzegovina en Macedonië blijft de NAVO inzetten op de continuering van hervormingsprocessen, zoals de versterking van de rechtsstaat, mediavrijheid, de positie van minderheden en de bestrijding van georganiseerde misdaad en corruptie. De NAVO zal zich verder blijven richten op een geïntensiveerde dialoog en samenwerking met Servië en een bijdrage blijven leveren aan de verdere stabilisering van Kosovo. Nederland heeft deze voornemens onderschreven en daarnaast aangegeven dat deze inspanningen een nauwe afstemming met de EU vereisen.

Rusland en Trans-Atlantische betrekkingen

Tijdens het werkdiner is door de NAVO Ministers uitvoerig gesproken over zowel de relatie met Rusland als over de stand van zaken van de Trans-Atlantische betrekkingen. Met betrekking tot Rusland was er brede consensus dat de militaire activiteiten van dit land het noodzakelijk maken voortvarend verder te gaan met de implementatie van de maatregelen op het gebied van collectieve verdediging, zoals deze zijn overeen gekomen tijdens de NAVO Toppen in Wales en Warschau. Nederland zal daar, zoals eerder aan uw Kamer is gemeld, naar vermogen een bijdrage aan leveren.

Tegelijkertijd onderstreepten de aanwezige Ministers het belang van het voeren van een regelmatige en inhoudsvolle dialoog met Rusland. Nederland heeft daarbij de Secretaris-Generaal van de NAVO gevraagd in contact te blijven met vertegenwoordigers van de Russische regering teneinde een nieuwe bijeenkomst van de NAVO Rusland Raad (NRR) op ambassadeursniveau op korte termijn te realiseren. Een centraal onderwerp binnen de NRR moet zijn het voorkomen van incidenten en misverstanden op militair gebied. Door Nederland is gepleit om in aanvulling op de NRR ook de militaire contacten tussen de NAVO en Rusland beter te benutten.

Na de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten is er in het publieke domein zorg ontstaan als het gaat om de naleving van de verplichtingen op basis van het Verdrag van Washington, met name inzake de bijstandsverplichting zoals geformuleerd in artikel 5 van dit verdrag. Om deze reden heeft Nederland in de bijeenkomst van de NAVO Ministers aangegeven dat het van belang is dat de staatshoofden en regeringsleiders van de NAVO na het aantreden van de nieuwe Amerikaanse president zo spoedig mogelijk bijeen komen. Hiermee kunnen de Bondgenoten eenheid uitstralen en publiekelijk aangeven de uitgangspunten en verplichtingen van de NAVO onverminderd te onderschrijven. De Secretaris-Generaal van de NAVO heeft dit voorstel omarmd.

Oekraïne

Gedurende de ministeriële bijeenkomst van de NAVO Oekraïne Commissie (NUC) onderschreven alle Bondgenoten dat zij de illegale annexatie van de Krim niet erkennen en spraken steun uit voor de territoriale integriteit en soevereiniteit van Oekraïne. De veiligheidssituatie in het oosten van het land is onverminderd zorgelijk, vanwege het optreden van de door Rusland gesteunde separatistische groeperingen. Bovendien is er nauwelijks voortgang gemaakt bij het vinden van een politieke oplossing door de onwil van Rusland om de in februari 2015 in Minsk gemaakte afspraken na te komen.

Tegelijkertijd werd Oekraïne opgeroepen, waaronder door Nederland, om het proces van politieke en economische hervormingen krachtig voort te zetten. Met name het bestrijden van corruptie en versterking van de rechtsstaat dienen daarbij centraal te staan.

Er werd geconstateerd dat er voortgang is geboekt bij de hervorming van de Oekraïense veiligheids- en defensiesector waaraan de NAVO ondersteuning verleent door middel van het Comprehensive Assistance Package (CAP). Nederland gaf tijdens de bijeenkomst van de NUC aan dat het in 2017 in totaal 200.000 Euro beschikbaar zal stellen voor het NAVO Trust Fund op het gebied van medische zorg.

Afghanistan

Tijdens de bijeenkomst over de Resolute Support Missie (RSM) namen de NAVO Ministers kennis van de veiligheidssituatie in Afghanistan. Over de veiligheidssituatie bestaan zorgen, want de Afghaanse strijdkrachten zijn nog steeds niet zelfstandig in staat om de veiligheidssituatie overal in het land onder alle omstandigheden te garanderen. Daarom werd het belang onderstreept van de voortgezette NAVO betrokkenheid bij het trainen, adviseren en ondersteunen van de Afghaanse strijdkrachten via RSM. Deze betrokkenheid is onderdeel van bredere steun van de internationale gemeenschap aan de Afghaanse regering.

Nederland herhaalde dat de huidige Nederlandse bijdrage van 100 militairen aan RSM in 2017 zal worden voortgezet. Nederland gaf ook aan bezorgd te zijn over de politieke stabiliteit in Afghanistan. Om die reden is het doorvoeren van verdere politieke hervormingen noodzakelijk, ondermeer inzake een nieuwe kieswet. Ten slotte heeft Nederland Afghanistan opgeroepen om beter mee te werken aan de terugkeer van uitgeprocedeerde Afghaanse asielzoekers.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Voorstellen voor het verdiepen van de EU-NAVO samenwerking

In de gezamenlijke verklaring die op 8 juli jl. in Warschau werd uitgegeven, zijn het tegengaan van hybride dreigingen, operationele (maritieme) samenwerking, cyberveiligheid, defensie-capaciteiten, defensie-industrie en -onderzoek, oefeningen en capaciteitsopbouw in derde landen geïdentificeerd als aandachtsgebieden. Er zijn nu voorstellen opgesteld om de praktische EU-NAVO samenwerking op deze gebieden te verbeteren.

Tegengaan van hybride dreigingen

Het tegengaan van hybride dreigingen biedt bij uitstek mogelijkheden voor samenwerking tussen de EU en de NAVO. Een adequate reactie op hybride dreigingen vraagt om de gecoördineerde inzet van de instrumenten waarover de EU en de NAVO beschikken.

De EU en de NAVO hebben in de zomer van 2016 playbooks opgesteld waarin de verantwoordelijkheden van de respectievelijke organisaties bij het tegengaan van hybride dreigingen zijn vastgelegd. De EU en NAVO staven zullen nu ook meer praktische samenwerkingsactiviteiten gaan ontplooien. Mede op aandringen van Nederland is afgesproken om voor mei 2017 de uitwisseling van essentiële informatie tussen de EU Hybrid Fusion Cell en de NAVO mogelijk te maken. De EU en NAVO staven zullen voorts meer gaan samenwerken op het gebied van strategische communicatie, onder meer door gezamenlijk desinformatie en propaganda te analyseren en tegen te gaan. Tevens zullen de EU en de NAVO trachten hun crisis response systems te synchroniseren en maatregelen gericht op het verbeteren van de weerbaarheid van individuele lidstaten en bondgenoten te coördineren.

Operationele (maritieme) samenwerking

In 2016 is reeds de nodige vooruitgang geboekt op gebied van de maritieme samenwerking. In de Egeïsche Zee werken het EU-grensbewakingsagentschap Frontex en de Standing NATO Maritime Group samen en in het centrale deel van de Middellandse Zee biedt NAVO-operatie Sea Guardian ondersteuning aan EU-operatie EUNAVFOR MED Sophia. De EU en de NAVO willen in 2017 voortbouwen op deze goede ervaringen en additionele mogelijkheden voor maritieme samenwerking identificeren. Verder zal worden bezien of de EU en de NAVO bij elkaars maritieme oefeningen kunnen aansluiten.

Daarnaast zal de operationele samenwerking in de Westelijke Balkan worden verbeterd. De EU en NAVO staven zullen zich in eerste instantie richten op het normaliseren van de luchtvaart in deze regio.

Cyberveiligheid

De EU en de NAVO zullen streven naar meer interoperabiliteit in het cyberdomein. De organisaties zullen elkaar onmiddellijk op de hoogte brengen van elkaars concepten voor de integratie van cyber in het plannen en uitvoeren van missies en operaties. Voorts zullen de EU en NAVO staven elkaar vanaf 2017 uitnodigen voor trainingen en deelnemen in elkaars cyberoefeningen.

Defensie-capaciteiten

De EU en de NAVO zullen streven naar meer coherentie tussen het EU Capaciteitsontwikkelingsplan en het NAVO Defensie Planningsproces (NDPP). Nederland acht dit van belang, omdat de Europese landen beschikken over een single set of forces die zowel in EU als NAVO kader kan worden ingezet.

De capaciteiten die in NAVO-verband multinationaal worden ontwikkeld moeten ook beschikbaar zijn voor inzet in EU-verband en vice versa.

Defensie-industrie en -onderzoek

De EU en NAVO staven zullen meer contact hebben over de defensie-industrie en nauwer gaan samenwerken op het gebied van onderzoek en ontwikkeling op defensiegebied.

Oefeningen

Nederland heeft in de afgelopen maanden gepleit voor het organiseren van parallelle en gecoördineerde oefeningen. Nederland is zeer positief over het voorstel om de EU in 2017 te betrekken bij de jaarlijkse NAVO-crisismanagementoefening en de NAVO in 2018 te betrekken bij de EU-oefening Multi-Layer Crisis Management Exercise. De EU en NAVO staven zullen ook een rol spelen bij de voorbereiding van elkaars oefeningen en de organisaties zullen de geleerde lessen met elkaar delen. Tevens wordt voorgesteld om in 2017 de procedures die zijn vastgelegd in de hybrid playbooks te beoefenen. Nederland is hier een voorstander van.

Capaciteitsopbouw in derde landen

De EU en de NAVO beschikken over complementaire expertise die kan worden ingezet ten behoeve van de capaciteitsopbouw in derde landen. De landen in de Westelijke Balkan, Georgië, Moldavië, Oekraïne, Jordanië, Marokko en Tunesië worden expliciet genoemd als plekken waar de EU en de NAVO meer ter plekke zouden kunnen samenwerken.

Naar boven