28 676 NAVO

Nr. 260 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2016

Hierbij treft u de geannoteerde agenda aan voor de bijeenkomst van de NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken op 6 en 7 december a.s. in Brussel. Deze bijeenkomst zal beginnen met een werksessie over de samenwerking tussen de EU en de NAVO. Vervolgens zullen de ministers spreken over de ontwikkelingen ten zuiden van het NAVO-verdragsgebied, alsmede over de Westelijke Balkan. Tijdens het diner op 6 december zal worden gesproken over Rusland en de stand van zaken van de Trans-Atlantische betrekkingen, mede in het licht van de uitkomst van de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Op 7 december is er een bijeenkomst van de NAVO Oekraïne Commissie (NUC) in aanwezigheid van de Oekraïense Minister van Buitenlandse Zaken. Tijdens de bijeenkomsten op 6 december en bij de sessie van de NUC zullen ook de Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie en de ministers van Buitenlandse Zaken van Zweden en Finland aanwezig zijn. De ministeriële bijeenkomst wordt afgesloten met een werksessie over de Resolute Support Missie (RSM) in Afghanistan. Naast de landen die aan RSM bijdragen zullen hierbij ook de Minister van Buitenlandse Zaken van Afghanistan, de Speciaal Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties en de Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie aanwezig zijn.

Trans-Atlantische betrekkingen

Tijdens de ministeriële bijeenkomst zal een discussie plaatsvinden over de perspectieven voor de Trans-Atlantische samenwerking, mede in het licht van de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Tijdens de verkiezingscampagne is gesproken over de relatie tussen de financiële lastenverdeling onder de Bondgenoten in de NAVO en de militaire bijstandsclausule zoals geformuleerd in artikel 5 van het Verdrag van Washington. Zoals bekend, zijn de Bondgenoten tijdens de NAVO-Top in Wales in september 2014 overeengekomen de bezuinigingen op defensie-uitgaven te stoppen en deze in de komende tien jaar te laten bewegen in de richting van twee procent van het BBP. Nederland heeft op de Top in Warschau gemeld dat de trend van dalende defensie-uitgaven is gestopt. Voorts heeft Nederland erop gewezen dat sinds 2013 weer middelen zijn toegevoegd aan de defensiebegroting en dat het kabinet in het kader van een meerjarig perspectief vervolgstappen voor ogen heeft, rekening houdend met de internationale veiligheidssituatie en de budgettaire ruimte.

Het beleid van de nieuwe Amerikaanse regering in relatie tot de NAVO is nog niet uitgekristalliseerd. Over de koers van de Amerikaanse regering kan pas meer worden gezegd na het aantreden van de nieuwe Amerikaanse president op 20 januari 2017. Wel biedt de ministeriële bijeenkomst een goede gelegenheid om alvast een duidelijk signaal af te geven over het belang van de Trans-Atlantische relatie.

Nederland zal in deze discussie dan ook naar voren brengen dat de Amerikaanse politieke, militaire en financiële bijdragen aan de NAVO cruciaal zijn voor de Europese veiligheid, zeker gezien de huidige gecompliceerde geopolitieke omstandigheden. Het nakomen van de afspraken die tijdens de NAVO-toppen in Wales en Warschau zijn gemaakt op het gebied van collectieve verdediging, zoals de vooruitgeschoven aanwezigheid van NAVO-eenheden in de Baltische staten en Polen, is van groot belang. De hiervoor toegezegde Amerikaanse bijdragen vormen daarvan een essentieel onderdeel. Tegelijkertijd beseft Nederland dat de Europese Bondgenoten, meer dan voorheen, binnen de NAVO een grotere inspanning moeten leveren op vooral militair gebied.

EU-NAVO samenwerking

De EU-Lidstaten besloten recentelijk tot een versterking van het Europese Veiligheids- en Defensiebeleid. Daarnaast zullen tijdens de ministeriële bijeenkomst nieuwe stappen gezet kunnen worden op het gebied van concrete samenwerking tussen de EU en NAVO als uitwerking van de tijdens de Top in Warschau getekende gezamenlijke verklaring.

Sinds de Top in Warschau is vooral op het gebied van maritieme samenwerking de nodige voortgang geboekt. Zo zal de NAVO-operatie «Sea Guardian» in het centrale deel van de Middellandse Zee ondersteuning verlenen aan EUNAVFORMED Sophia op het gebied van informatiedeling en logistiek.

De ministers zullen tijdens deze bijeenkomst hun goedkeuring geven aan enkele concrete voorstellen. Daarbij gaat de aandacht in de eerste plaats uit naar samenwerking bij het tegengaan van hybride dreigingen. De beide organisaties zullen op korte termijn een mechanisme ontwikkelen om informatie over dergelijke dreigingen uit te wisselen. Daarnaast wordt de samenwerking op het gebied van strategische communicatie geïntensiveerd, onder meer bij het onderkennen en tegengaan van desinformatie en propaganda. Verder bestaat het voornemen om voortaan oefeningen beter te coördineren en gelijktijdig te laten plaatsvinden, waardoor meer inzicht ontstaat in elkaars werkwijzen en procedures. De EU en NAVO zullen ook bij het tegengaan van cyberdreigingen nauwer optrekken, zoals bij het uitwisselen van «best practices».

Nederland zal actief bepleiten dat ook na deze ministeriële bijeenkomst verdere stappen worden gezet op het gebied van EU-NAVO samenwerking. Een aandachtspunt daarbij is een verbeterde coördinatie bij capaciteitsopbouw in de veiligheidssector in de landen ten zuiden en ten oosten van Europa en op de Westelijke Balkan. Nederland wil over dit thema op korte termijn binnen zowel de EU als NAVO enkele concrete voorstellen naar voren brengen.

Oostflank

De ministers zullen tijdens het werkdiner een strategische discussie voeren over de relaties met Rusland. Sinds de NAVO-Top in Warschau is er geen verbetering gekomen in de veiligheidssituatie aan de oostflank van de NAVO. Er is sprake van een verdere versterking van de Russische militaire capaciteiten in het meest westelijke deel van Rusland. Een voorbeeld daarvan is de recente plaatsing van dual capable Iskander raketsystemen in Kaliningrad. Daarnaast worden er grootschalige militaire oefeningen gehouden die niet vooraf zijn aangekondigd en daardoor op gespannen voet staan met internationale afspraken. Bovendien vinden met enige regelmaat incidenten plaats in het militaire domein. Daarnaast kan worden gewezen op de toename van hybride dreigingen, zoals beïnvloedingsactiviteiten en het verspreiden van desinformatie en propaganda. Ook op cybergebied is de assertievere opstelling van Rusland de afgelopen maanden zichtbaarder geworden. Deze Russische activiteiten dragen bepaald niet bij aan een vermindering van de politieke en militaire spanningen.

Rusland speelt onverminderd een destabiliserende rol in Oekraïne. Het staakt-het-vuren in het oosten van het land is nog altijd fragiel en wordt regelmatig geschonden, hetgeen in belangrijke mate te herleiden is tot het optreden van de door Rusland gesteunde separatistische groeperingen. Rusland maakt geen voortgang met de uitvoering van de in februari 2015 in Minsk gemaakte afspraken over de terugtrekking van zwaar militair materieel. De toegang voor OVSE-waarnemers van de Special Monitoring Mission (SMM) blijft problematisch. Daarnaast is de situatie op de illegaal geannexeerde Krim verder verslechterd, zoals door het verbieden van de Tataarse volksvergadering Mejlis.

Tenslotte heeft Rusland de militaire steun aan de Syrische regering geïntensiveerd, waarbij aanvallen op de gematigde oppositie en burgerbevolking niet worden geschuwd. Met name de bombardementen op Aleppo vormen een nieuw dieptepunt in de wijze waarop Rusland optreedt in Syrië. Bovendien gaat Rusland verder met de opbouw van militaire capaciteiten in de regio, zoals de plaatsing van geavanceerde luchtafweersystemen en het sturen van een groot vlootverband naar de oostelijke Middellandse Zee.

Er is dus alle reden om door te gaan met het uitvoeren van de maatregelen ter versterking van de afschrikking en de collectieve verdediging die zijn genomen tijdens de Top in Warschau. Eerder is uw Kamer geïnformeerd over de Nederlandse bijdrage aan de vooruitgeschoven aanwezigheid (enhanced forward presence) van NAVO-strijdkrachten in Estland, Letland, Litouwen en Polen.

Tegelijkertijd zal Nederland naar voren brengen dat het van belang blijft om met Rusland op regelmatige en constructieve basis in gesprek te blijven, door middel van een bijeenkomst van de NAVO Rusland Raad (NRR) op ambassadeursniveau. Nederland is van mening dat in de NRR in ieder geval de situatie in Oekraïne en het verminderen van risico’s in het militaire domein dienen te worden besproken. Daarnaast wil Nederland in de NRR richting Rusland bepleiten dat de weinige instrumenten die er bestaan op het gebied van militaire transparantie, zoals het Weens Document en het «Open Skies» verdrag, effectief moeten worden benut en waar nodig dienen te worden gemoderniseerd.

Nederland wil voorts vasthouden aan het op de politieke agenda houden van conventionele en nucleaire wapenbeheersing, ook al wordt met name over dit laatste verschillend gedacht binnen het Bondgenootschap. Hoewel er sprake is van een gecompliceerde veiligheidsomgeving in en rondom Europa acht Nederland het van groot belang over deze thema’s met Rusland in gesprek te blijven. In dit verband heeft Nederland de recente voorstellen van de Duitse Minister van Buitenlandse Zaken op het gebied van conventionele wapenbeheersing verwelkomd en zal het actief meewerken aan het vervolgtraject.

Oekraïne

De situatie in Oekraïne zal eveneens aan bod komen tijdens een bijeenkomst van de NAVO Oekraïne Commissie (NUC) met Minister van Buitenlandse Zaken Klimkin. De ministers spreken ook over de steun die de NAVO verleent bij de noodzakelijke hervorming van de Oekraïense veiligheids- en defensiesector, zoals vastgelegd in het Comprehensive Action Plan (CAP) dat tijdens de Top in Warschau werd aangenomen. In het CAP zijn ook de activiteiten in het kader van de verschillende NAVO Trust Funds opgenomen, waaraan ook Nederland een financiële bijdrage levert.

Zuidflank en Westelijke Balkan

Tijdens de werksessie over de zuidflank en Westelijke Balkan gaat de aandacht uit naar de veiligheidsproblematiek in deze regio’s, zoals de vluchtelingencrisis en grensoverschrijdend terrorisme. In het zuiden draagt de NAVO via het «Defense Capacity Building» (DCB) initiatief actief bij aan het exporteren van stabiliteit.

De ministers zullen in dit kader spreken over de verdere bijdrage aan capaciteitsopbouw van de Iraakse strijdkrachten. Naar verwachting zullen de eerste NAVO-experts in januari 2017 in Irak beginnen met de voorbereidingen voor trainingen van de Iraakse strijdkrachten op het gebied van de opruiming van explosieven, ontmijning, civiel-militaire planning en strategisch advies. Mede op basis van de bevindingen van dit expertteam zal Nederland een besluit nemen op welke wijze het wil bijdragen aan DCB-activiteiten in Irak. Met de ontplooiing van deze activiteiten zal de NAVO echter geen deel gaan uitmaken van de anti-ISIS coalitie.

Nederland is voorstander van continuering van de NAVO-activiteit in de Egeïsche Zee. Deze inzet heeft een belangrijk aandeel geleverd in het beheersbaar maken en houden van de migratiestromen in dit gebied. Bovendien is deze activiteit een goed voorbeeld van praktische samenwerking tussen de EU en de NAVO.

In de afgelopen twee decennia heeft de NAVO een belangrijke bijdrage geleverd aan de stabiliteit op de Westelijke Balkan. Enkele landen in deze regio zijn inmiddels toegetreden tot de NAVO of zullen dat, zoals in het geval van Montenegro, naar verwachting op korte termijn doen. Het werk op de Westelijke Balkan is echter nog niet voltooid en een bijdrage aan de stabiliteit in deze regio blijft van belang. Kosovo is daarvan een voorbeeld. Nederland zal in de bijeenkomst naar voren brengen dat Bosnië-Herzegovina, Servië en Macedonië moeten voldoen aan de met hen gemaakte afspraken, waaronder op het gebied van politieke en economische hervormingen. In dat kader zijn ook thema’s als politieke pluriformiteit, rechten van minderheden, versterking van de rechtsstaat en het bestrijden van corruptie en georganiseerde misdaad van groot belang. Ook de NAVO-rol in de regio als geheel komt aan de orde. Daarbij moet worden meegenomen hoe de inspanningen van de EU en NAVO op de Westelijke Balkan elkaar kunnen aanvullen.

Resolute Support Mission

Tijdens de werksessie over Resolute Support zal door de Bondgenoten en partners worden gesproken over de politieke situatie in Afghanistan en de invloed daarvan op de voortgang van de Resolute Support Missie (RSM). Deze missie zal in 2017 de Afghaanse strijdkrachten blijven adviseren en ook Nederland continueert zijn bijdrage. De adviserende rol van de missie is van groot belang om Afghanistan in staat te stellen zo snel mogelijk zelfstandig de veiligheid in het land te garanderen. Maar de missie staat niet op zichzelf. Politiek, veiligheid en ontwikkelingssamenwerking zijn nauw met elkaar verbonden in Afghanistan. Nederland zal daarom samen met andere landen bij Afghanistan blijven aandringen op het boeken van voortgang op het gebied van maatschappelijke hervormingen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven