28 676 NAVO

Nr. 249 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2016

Inleiding

Op 14 en 15 juni jl. kwamen de Navo-Ministers van Defensie in Brussel bijeen. De Ministers spraken over afschrikking, de collectieve verdediging en de activiteiten die de Navo ontplooit ter bevordering van stabiliteit. Voorts kwam de Resolute Support missie (RSM) aan de orde. Tijdens het werkdiner spraken de Ministers met de Hoge Vertegenwoordiger Federica Mogherini en de Ministers van Defensie van Finland en Zweden over EU-Navo samenwerking. De Ministers vergaderden tevens in de Navo-Oekraïne Commissie (NUC).

Bij deze brief zijn de Nederlandse gegevens uit de input/output metrics voor 2014 en 2015 gevoegd1. In de toelichting hierop wordt onder meer uitgelegd hoe de Navo «defensie-uitgaven» definieert. Tevens zijn gevoegd de Navo-overzichten van de defensie-uitgaven van de Navo-landen (in percentage van het BBP) en van de verdeling van deze uitgaven over investeringen (major equipment), personeel, infrastructuur en overige uitgaven (operations and maintenance)2. Hiermee geef ik gevolg aan mijn toezegging, tijdens het debat in de Eerste Kamer op 31 mei jl., om toe te lichten welke uitgaven kunnen worden beschouwd als defensie-uitgaven die meetellen voor de Navo-norm van twee procent (Handelingen I 2015/16, nr. 32, item 4).

Werksessies

Vooruitgeschoven aanwezigheid

De Ministers spraken over de vormgeving van de vooruitgeschoven aanwezigheid (de zogenoemde enhanced forward presence) van Navo-strijdkrachten in Estland, Letland, Litouwen en Polen. Zij besloten tot de presentie van multinationale battlegroups met eigen (gevechts)ondersteuning. De vulling van deze battlegroups wordt in de maanden na de Top in Warschau uitgewerkt.

Duitsland, het Verenigd Koninkrijk (VK) en de Verenigde Staten (VS) hebben aangeboden de rol van framework nation te vervullen voor de battlegroups in respectievelijk Litouwen, Estland en Polen. Het is thans nog niet duidelijk welke bondgenoot als framework nation voor de battlegroup in Letland zal optreden. Nederland onderzoekt thans de mogelijkheden om een bijdrage te leveren aan de vooruitgeschoven aanwezigheid.

Bulgarije en Roemenië hebben tijdens de ministeriële bijeenkomst aangekondigd ook een vorm van forward presence te willen. Zijn zien graag dat bondgenoten op vrijwillige basis bijdragen aan een multinationale oefenbrigade. Met het oog op de beperkte beschikbare capaciteit, overweegt Nederland geen bijdrage aan deze brigade.

Projecting stability

Tijdens de werksessies is gesproken over de activiteiten die de Navo ontplooit ter bevordering van stabiliteit (projecting stability). De Ministers gaven de Militaire Autoriteiten (NMA’s) de opdracht om de details van de verplaatsing van Defence Capacity Building (DCB) activiteiten van Jordanië naar Irak uit te werken. In Warschau zal hierover een definitief besluit worden genomen. Nederland steunt deze verplaatsing. Hierbij is het van belang dat de DCB-activiteiten zijn gericht op het versterken van de zelfredzaamheid van de Iraakse strijdkrachten op de lange termijn. Zo wordt verzekerd dat de Navo-activiteiten voldoende complementair zijn aan de inspanningen van andere internationale actoren in Irak, zoals de anti-ISIS coalitie, de EU en de VN.

De Ministers spraken ook over de inzet van de Standing NATO Maritime Group 2 (SNMG-2) in de Egeïsche Zee. Ik heb beklemtoond dat deze Navo-activiteit een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het beheersen van de migratiestromen van Turkije naar Griekenland. Ik heb voorts gemeld dat een voortzetting van de inzet van SNMG-2 gewenst is. Turkije is hierover vooralsnog terughoudend, maar alle andere bondgenoten willen de Navo-activiteit nu niet beëindigen.

Tot slot kwam een mogelijke Navo-rol in het centrale deel van de Middellandse Zee aan de orde. Navo-capaciteiten zouden hier in het kader van de migratiecrisis kunnen worden ingezet ter bevordering van de situational awareness. Voorts zou de Navo de capaciteitsopbouw van de Libische kustwacht kunnen ondersteunen. Uiteraard moet deze inzet complementair zijn aan de EU-operatie EUNAVFOR MED Sophia. De Ministers hebben de NMA’s verzocht de mogelijkheden uit te werken voor de samenwerking met EUNAVFOR MED Sophia en capaciteitsopbouw van de Libische kustwacht.

Resolute Support

De Secretaris-generaal meldde dat er te weinig militairen zijn aangeboden aan de Resolute Support missie (RSM) voor de eerste helft van 2017. De meeste bondgenoten zullen een bijdrage blijven leveren aan RSM, maar het benodigde aantal van 15.500 militairen is nog lang niet gehaald.

In Warschau zal worden gesproken over de rol van de RSM na 31 december 2016 en de financiële en militaire bijdrage die de bondgenoten zullen leveren aan de ondersteuning van Afghanistan. Dit najaar zal een definitieve beslissing worden genomen over de rol van de RSM vanaf 1 januari 2017. Gezien de fragiele veiligheidssituatie in Afghanistan staat Nederland open voor een ongewijzigde verlenging van het mandaat van de missie.

Cyberdefensie

De Ministers besloten tot de erkenning van cyberspace als het vierde operationeel domein naast land, lucht en zee. Nederland heeft zich hiervoor hard gemaakt. Voorts werd besloten om op de Top een Cyber Defence Pledge aan te nemen. Dit is een politieke verklaring waarin alle bondgenoten toezeggen er naar te streven hun nationale netwerken zo snel mogelijk te laten voldoen aan de veiligheidseisen die de Navo stelt. Nederland loopt op dit vlak voorop.

Defensie-uitgaven

De Amerikaanse Minister van Defensie sprak de Europese bondgenoten aan op de hoogte van hun defensie-uitgaven. De VS levert nog steeds verreweg het grootste deel van de Navo-capaciteiten, terwijl het bondgenootschap zich thans vooral inzet voor de Europese veiligheid. De VS vindt dat de Europese bondgenoten hun verantwoordelijkheid moeten nemen door meer eenheden op een hogere gereedheid aan de Navo aan te bieden en dat zij bovendien hun defensiebegrotingen moeten laten stijgen. Het totaal van de defensie-uitgaven van de Europese bondgenoten beweegt nauwelijks richting de Navo-norm van twee procent van het BBP.

Werkdiner

Tijdens het werkdiner met Hoge Vertegenwoordiger Mogherini en de Ministers van Defensie van Finland en Zweden werd gesproken over EU-Navo samenwerking. De Secretaris-generaal wees erop dat de samenwerking tussen de EU en de Navo in de afgelopen tijd is geïntensiveerd. De gecoördineerde aanpak van de migratiestromen in de Egeïsche Zee is een goed voorbeeld van succesvolle samenwerking tussen de organisaties.

Tijdens het werkdiner heb ik opgeroepen tot een verdieping van de praktische samenwerking tussen de EU en de Navo op het gebied van hybride dreigingen, maritieme veiligheid, cyberdefensie, capaciteitsopbouw in derde landen, gecoördineerde capaciteitsontwikkeling en oefeningen. Ik heb ook aangedrongen op de verdere ontwikkeling van playbooks, waarin de rollen en verantwoordelijkheden van de EU en de Navo bij de aanpak van hybride dreigingen en cyberaanvallen zijn opgenomen. De gezamenlijke verklaring die en marge van de Top moet worden aangenomen, kan een sterke politieke impuls geven aan de verdieping van de samenwerking tussen de EU en de Navo.

Navo-Oekraïne Commissie

In de Navo-Oekraïne Commissie spraken de Ministers met de Oekraïense Minister van Defensie, de heer Stepan Poltorak, over de situatie in zijn land en de voortgang van de defensiehervormingen. De veiligheidssituatie in Oekraïne blijft zorgwekkend. Er is nog steeds sprake van Russische inmenging in het conflict in het oosten van Oekraïne. Het staakt-het-vuren wordt voortdurend geschonden. In de NUC verbond Oekraïne zich aan verdere defensiehervormingen.

De bondgenoten spraken hun steun uit voor de soevereiniteit en territoriale integriteit voor Oekraïne. Voorts keurden de Ministers het Comprehensive Assistance Package (CAP) goed, waarmee de ondersteuning van de Oekraïense veiligheidssector zal worden geïntensiveerd. Dit pakket omvat onder meer de reeds bestaande Trust Funds. Nederland beziet de mogelijkheid om vanuit het veiligheidsfonds op de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken een bijdrage te leveren aan het CAP.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven