28 676 NAVO

Nr. 238 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 februari 2016

Op 10 en 11 februari jl. kwamen de Navo-Ministers van Defensie in Brussel bijeen. De Ministers besteedden veel aandacht aan het initiatief van Duitsland, Griekenland en Turkije over een rol voor de Navo in de migratiecrisis, dat deze landen kort voor de aanvang van de ministeriële bijeenkomst hadden gepresenteerd. Tijdens de werksessies spraken de Ministers voorts over de militaire en institutionele langetermijnaanpassing, de uitvoering van de Defence Investment Pledge (DIP), het Trans-Atlantic Capability Enhancement (TACET-) initiatief en de inzet van AWACS-radarvliegtuigen van de Navo ter ondersteuning van de strijd tegen ISIS. Het werkdiner met de Enhanced Opportunity Partners stond in het teken van het Defence Capacity Building initiatief en de veiligheidssituatie op de flanken van het verdragsgebied. In de Navo-Georgië Commissie lag de nadruk op de inhoud van het Substantial NATO Georgia Package. En marge van de ministeriële bijeenkomst hadden ook ontmoetingen plaats van de Northern Group en de Framework Nations Concept landen.

In het algemeen overleg van 9 februari jl. heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de uitwerking van het meerjarig perspectief op de versterking van de krijgsmacht. Hierover zal uw Kamer binnenkort afzonderlijk worden geïnformeerd.

Rol van de Navo in de migratiecrisis

De Ministers spraken unaniem steun uit voor het voorstel van Duitsland, Griekenland en Turkije om de Navo een rol te laten spelen bij de internationale aanpak van mensensmokkel en illegale migratie in de Egeïsche Zee. De Standing NATO Maritime Group 2 (SNMG-2) kan worden ingezet voor het verzamelen van informatie, surveillance en monitoring van mensensmokkellijnen. In de komende twee weken worden de militaire en internationaal rechtelijke aspecten van deze inzet nader uitgewerkt en voorgelegd aan de Noord-Atlantische Raad.

SACEUR heeft reeds de opdracht gegeven voor de verplaatsing van SNMG-2 naar de Egeïsche Zee, zodat de Navo zich een beter beeld kan vormen van de situatie in dit gebied. SNMG-2 bestaat thans uit drie schepen. Gezien de nieuwe taakstelling is uitbreiding noodzakelijk.

Nederland beschouwt de inzet van een Navo-vlootverband voor surveillance op zee als een bijdrage aan de oplossing van de migratiecrisis. Nederland beziet daarom thans de mogelijkheden om een marineschip te leveren aan dit vlootverband. De uitwerking van de militaire en internationaal rechtelijke aspecten door de Navo zal hierbij worden betrokken.

Als er meer duidelijkheid is over de Nederlandse bijdrage, zal uw Kamer daarover zo snel mogelijk worden geïnformeerd.

Werksessies

Militaire langetermijnaanpassing

De Ministers spraken over de militaire langetermijnaanpassing van het bondgenootschap. De nadruk lag daarbij op de geloofwaardigheid van de afschrikkingscapaciteit van de Navo.

Alle bondgenoten waren het er over eens dat de voortdurende aanwezigheid, op rotatiebasis, van de Navo-strijdkrachten in het oostelijke deel van het verdragsgebied noodzakelijk is. Een dergelijke beperkte militaire aanwezigheid maakt duidelijk dat een schending van de integriteit van het verdragsgebied niet onbeantwoord zal blijven. De vooruitgeschoven aanwezigheid van de Navo-strijdkrachten is een aanvulling op de capaciteit voor snelle versterking die de verbeterde NATO Response Force biedt en past binnen het gestelde in de NATO Russia Founding Act over de wijze waarop de Navo de collectieve verdedigingstaak vorm geeft.

Gezien de veranderde Russische opstelling is versterkte aandacht voor afschrikking noodzakelijk. Tegelijkertijd pleit Nederland, evenals andere bondgenoten, voor het openhouden van de communicatielijnen met Rusland om ongelukken en misverstanden te voorkomen. Verder zijn open communicatielijnen nodig om te spreken over politieke onderwerpen, zoals de situatie in Oekraïne. Contact met Rusland heeft bij voorkeur plaats in het kader van de Navo-Rusland Raad. Alle Ministers onderschreven het belang van een relatie met Rusland die is gebouwd op zowel geloofwaardige afschrikking als dialoog.

De Secretaris-generaal vroeg aandacht voor de kosten die gepaard gaan met de versterking van afschrikking. Enerzijds betekent dit dat de Navo-landen daarvoor voldoende budget beschikbaar moeten stellen. Anderzijds is het van belang, ook als signaal aan Rusland, dat de versterking van afschrikking duurzaam in de defensiebegroting kan worden ingepast en dus op de lange termijn kan worden volgehouden.

Trans-Atlantic Capability Enhancement initiatief

Evenals mijn Belgische, Canadese, Deense, Franse, Italiaanse, Luxemburgse, en Noorse collega’s heb ik aangekondigd dat Nederland zal deelnemen aan het Trans-Atlantic Capability Enhancement (TACET-)initiatief, dat is opgezet door Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Het TACET-initiatief is gericht op training en capaciteitsopbouw in de Baltische staten en Polen. In de komende maanden wordt bezien welke bijdrage Nederland kan leveren aan TACET.

Defence Investment Pledge

De Secretaris-generaal vroeg aandacht voor de uitvoering van de Defence Investment Pledge (DIP). Hij constateerde dat bijna alle bondgenoten, waaronder Nederland, erin zijn geslaagd de daling van hun defensie-uitgaven een halt toe te roepen. De Secretaris-generaal zag dit als een belangrijke eerste stap, hoewel er nog een lange weg te gaan is voor de volledige uitvoering van de DIP. Nederland stond op de vijftiende plek in het overzicht van defensie-uitgaven als percentage van het BBP, dat door de Navo werd gepresenteerd.

Institutionele langetermijnaanpassing

De Ministers besteedden aandacht aan de institutionele langetermijnaanpassing, waaronder het verbeteren van de transparantie. Ik heb wederom gepleit voor het publiceren van de nationale input-output cijfers, die nationale parlementen meer inzicht kunnen verschaffen in de relatie tussen de hoogte van de defensie-uitgaven en de capaciteiten die kunnen worden geleverd.

Inzet AWACS-radarvliegtuigen ter ondersteuning van de strijd tegen ISIS

De Ministers hebben besloten om in principe AWACS-radarvliegtuigen van de Navo beschikbaar te stellen voor bepaalde nationale taken, zodat individuele bondgenoten hun eigen AWACS-capaciteit kunnen vrijmaken voor de strijd tegen ISIS. In de komende weken werkt de Navo de details van de inzet van AWACS-radarvliegtuigen uit.

Werkdiner met de Enhanced Opportunity Partners

Tijdens het werkdiner met de Enhanced Opportunity Partners (Australië, Finland, Georgië, Jordanië en Zweden) en de plaatsvervangend Secretaris-generaal van de Europese Dienst voor het Extern Optreden (EDEO), de heer Pedro Serrano, werd gesproken over de veiligheidssituatie op de flanken van het verdragsgebied. Een mogelijke versterking van het Defence Capacity Building (DCB-)initiatief kwam aan de orde. Het DCB-initiatief is gericht op het versterken van de stabiliteit en het voorkomen van crises in landen in de nabijheid van het Navo-verdragsgebied. Voorts spraken de Ministers met de EOP-landen over de veranderde Russische opstelling, de strijd tegen ISIS en de veiligheidssituatie in Libië.

De Ministers waren bezorgd over het toenemende assertieve en soms gevaarlijke gedrag van Rusland, zoals het vliegen met uitgeschakelde transponders in het Balticum en het Zwarte Zeegebied. Verschillende Ministers uitten voorts scherpe kritiek op de Russische bombardementen in Syrië, die geen onderscheid maken tussen civiele en militaire doelen en ertoe hebben geleid dat de vluchtelingenstroom verder is aangezwollen. Ook werd geconstateerd dat het Russische optreden een negatieve invloed heeft op de kansen voor een politieke oplossing voor het conflict in Syrië, omdat de positie van president Assad hierdoor wordt versterkt.

Navo-Georgië Commissie

In de Navo-Georgië Commissie spraken de Ministers met hun Georgische ambtgenoot Tinatin Khidasheli. Minister Khidasheli stelde dat haar land, mede dankzij het Substantial NATO Georgia Package (SNGP), stappen heeft kunnen zetten richting Navo-lidmaatschap. De Navo-Ministers spraken hun waardering uit voor de Georgische bijdrage aan Navo-operaties en prezen de Georgische hervormingen gericht op het versterken van de democratie en de veiligheidssector. Nederland heeft herhaald de mogelijkheden te bezien om een bijdrage te leveren aan het SNGP. Enkele andere bondgenoten bevestigden hun bijdragen of deden extra toezeggingen. De Georgische Minister verwelkomde dit. Er is thans geen consensus over het Navo-lidmaatschap voor Georgië. Nederland steunt de Euro-Atlantische aspiraties van Georgië.

Bijeenkomst Northern Group

De landen van de Northern Group spraken over hybride oorlogsvoering, mede naar aanleiding van een presentatie door de Britse Minister over de inzet van alle staatsmiddelen (full spectrum) als antwoord op hybride dreigingen. Ik heb aandacht gevraagd voor de Nederlandse whole of government aanpak, waarin alle ministeries betrokken zijn bij dit onderwerp. De Minister spraken ook over de lessen die zijn getrokken uit de eerder georganiseerde table top discussie over het herkennen van hybride dreigingen.

Bijeenkomst Framework Nations Concept landen

De Navo-landen die deelnemen aan het Framework Nations Concept (FNC) kwamen bijeen onder het voorzitterschap van mijn Duitse collega. Besproken werd hoe de samenwerking op het vlak van capaciteitenontwikkeling in overeenstemming kan worden gebracht met de langetermijnaanpassing van de Navo. Meer in het bijzonder kwam aan de orde hoe het FNC een bijdrage kan leveren aan het formeren van grotere formaties binnen de NATO Response Force.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven