28 676 NAVO

Nr. 231 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 oktober 2015

Op 8 oktober jl. kwamen de Ministers van Defensie te Brussel bijeen. De bijeenkomst stond voornamelijk in het teken van de voorbereidingen voor de Navo-Top in Warschau op 8 en 9 juli 2016. De Ministers spraken over de uitvoering van het Readiness Action Plan (RAP) en de langetermijnaanpassing van de Navo. Tijdens een ingelaste werksessie spraken zij voorts over de Russische militaire acties in Syrië en de veiligheidssituatie in Afghanistan. Tevens is de Navo-Georgië Commissie bijeen geweest.

Werksessie

De Secretaris-generaal constateerde dat de uitvoering van het RAP goed verloopt. Het concept voor de verbeterde (enhanced) NATO Response Force (NRF) is voltooid. De eerste zes NATO Force Integration Units (NFIU’s) zijn geopend en additionele NFIU’s worden opgericht in Hongarije en Slowakije. Verder hebben de militaire autoriteiten van de Navo bevestigd dat de NRF ook kan worden ontplooid en ondersteund op de zuidflank.

Samen met mijn Duitse collega heb ik aangekondigd dat Nederland en Duitsland in 2019 de landcomponent van de VJTF zullen leveren. Nederland wil ook op de lange termijn betrokken blijven bij de structurele verbetering van de gereedheid en inzetbaarheid van de Navo. De Nederlandse bijdrage aan de VJTF in 2019 wordt gefinancierd vanuit de reguliere gereedstellingsbudgetten, aangevuld met de € 10 miljoen die in het kader van de Motie-Van der Staaij is gereserveerd voor deelneming aan de VJTF.

Op de Top in Warschau zullen de gereedheid en inzetbaarheid van de Navo-strijdkrachten naar verwachting aanzienlijk zijn verbeterd. Echter, in de aanloop naar deze Top vragen nog enkele kwesties nadrukkelijk de aandacht. De Secretaris-generaal sprak zijn bezorgdheid uit over de slechte vulling van de Standing Naval Forces (SNF). Evenals mijn Amerikaanse collega heb ik de bondgenoten opgeroepen schepen te leveren aan de SNF. Ik heb beklemtoond dat de Navo goed gevulde staande vlootverbanden nodig heeft om in voorkomend geval snel te kunnen reageren op maritieme dreigingen. Voorts wees de Secretaris-generaal op de onderbezetting van de NATO Command Structure (NCS). Ik heb mijn collega’s gevraagd voldoende gekwalificeerd personeel te leveren voor de NCS. Het is van belang dat de NCS is gevuld met geschikt personeel, zeker nu de taken die voortvloeien uit het RAP een groot beroep doen op de capaciteit van de commandostructuur.

De Secretaris-generaal vroeg ook aandacht voor de nationale wet- en regelgeving over grensoverschrijdend transport van militairen en materieel. Bondgenoten moeten hun wet- en regelgeving aanpassen aan de korte reactietijd van de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF). Nederland voldoet reeds aan de gestelde Navo-normen, hoewel een voortdurende inspanning nodig is om dit te allen tijde te garanderen.

Tijdens de werksessie heb ik opgeroepen tot betere samenwerking tussen de Navo en de EU, in het bijzonder op het gebied van hybride oorlogsvoering. De aanpak van de dreigingen op de flanken van het verdragsgebied vergen de gecoördineerde inzet van Navo- en EU-instrumenten. Tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap in de eerste helft van 2016 zal Nederland pleiten voor betere samenwerking tussen de EU en de Navo en aansturen op de aanname van een gezamenlijke EU-Navo verklaring op de Top in Warschau.

Tot slot heb ik wederom gepleit voor het publiceren van de nieuwe nationale input-output cijfers, zodat nationale parlementen meer inzicht krijgen in de capaciteiten die voor het beschikbare budget kunnen worden geleverd.

Werklunch

De Ministers spraken over de militaire, politieke en institutionele langetermijnaanpassing van de Navo. In de aanloop naar de Top in Warschau zullen aanpassingsmaatregelen worden uitgewerkt. Tijdens de werklunch werd vooral aandacht besteed aan geloofwaardige afschrikking, de relatie met Rusland en de dreigingen op de zuidflank.

Het is van belang dat de Navo in staat is om potentiële tegenstanders af te schrikken. Het Nederlandse standpunt is dat geloofwaardige afschrikking grotendeels wordt bereikt door de volledige uitvoering van het RAP. Daartoe zijn reeds belangrijke stappen gezet, zoals de versterking van de NRF.

Alle Ministers waren het erover eens dat Rusland nauwelijks nog als partner kan worden beschouwd. Tegelijkertijd is het noodzakelijk met Rusland in gesprek te blijven, onder meer vanwege het permanente Russische lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad en de rol die het land zou kunnen spelen bij het oplossen van conflicten. Verder zijn contacten met Rusland van belang om misverstanden en ongelukken te voorkomen.

De Ministers beklemtoonden dat het RAP de Navo in staat moet stellen te reageren op dreigingen waar dan ook in het verdragsgebied, dus ook op de zuidflank. Voorts zouden geruststellende maatregelen kunnen worden overwogen voor de zuidelijke Navo-landen.

Ingelaste werksessie over Syrië en Afghanistan

De Ministers spraken hun bezorgdheid uit over de Russische militaire acties in Syrië, in het bijzonder de aanvallen op de Syrische oppositie waarbij burgerslachtoffers zijn gevallen. De Ministers veroordeelden de Russische schending van het Turkse luchtruim. Ik heb onderstreept dat Rusland de aanvallen op de Syrische oppositie onmiddellijk moet staken en maatregelen moet nemen om burgerslachtoffers te voorkomen.

De veiligheidssituatie in Afghanistan kwam ook aan de orde. De Ministers waren het erover eens dat het zorgelijk is dat de Taliban in staat waren Kunduz tijdelijk in te nemen. Het is duidelijk dat de Afghan National Defence and Security Forces nog steeds ondersteuning nodig hebben. Veel Ministers vonden dat de transitie naar fase 2 van de Resolute Support missie pas kan beginnen als de omstandigheden dit toelaten.

Tijdens de ingelaste werksessie betuigde de Amerikaanse Secretary of Defense Carter spijt over het bombardement op het ziekenhuis van Artsen Zonder Grenzen op 3 oktober jl. De Verenigde Staten, de Navo en de Afghaanse autoriteiten zullen, in onderling overleg, ieder onderzoek doen naar dit incident.

Navo-Georgië Commissie

In de Navo-Georgië Commissie spraken de Ministers met hun Georgische ambtgenoot Tinatin Khidasheli. Minister Khidasheli bedankte de bondgenoten voor hun bijdragen aan het Substantial NATO Georgia Package. Vervolgens herinnerde zij de Ministers aan de toezegging op de Top in Boekarest in 2008 dat Georgië uiteindelijk lid zal worden van de Navo. Veel Ministers prezen de betrouwbaarheid van Georgië en de bijdragen die het land levert aan Navo-operaties. Zij constateerden ook dat Georgië voortuitgang heeft geboekt op het gebied van defensiehervormingen. Er is thans echter geen consensus over het lidmaatschap van Georgië. Nederland steunt de Euro-Atlantische aspiraties van Georgië.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven