28 676 NAVO

Nr. 224 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2015

Op 13 en 14 mei jl. kwam de Noord-Atlantische Raad (NAR) van de NAVO bijeen in Antalya, Turkije op het niveau van ministers van Buitenlandse Zaken. Tijdens de bijeenkomst werd stilgestaan bij de veiligheidssituatie aan de oost- en zuidflank van het NAVO-verdragsgebied, de uitgangspunten voor de NAVO-Afghanistan samenwerking na het einde van de huidige Resolute Support-missie, de EU-NAVO samenwerking in het licht van de verschillende internationale veiligheidsvraagstukken, en de verdere aanpassing van de NAVO in de aanloop naar de Top in Warschau in 2016.

Situatie in Oekraïne

Voorafgaande aan de ministeriële bijeenkomst bracht de Amerikaanse Minister van Buitenlandse Zaken Kerry verslag uit van zijn gesprek met de Russische president Poetin en Minister Lavrov op 12 mei jl. in Sochi, Rusland. Deze gesprekken hadden zich gericht op de situaties in Iran, Irak, Syrië en Oekraïne. Minister Kerry stelde dat de gesprekken met Minister Lavrov en president Poetin in goede sfeer waren verlopen, ondanks de bestaande meningsverschillen. Hij was verder voorzichtig positief over de diplomatieke inspanningen ter implementatie van de Minsk akkoorden, maar benadrukte tegelijkertijd dat alleen een volledige implementatie van de Minsk akkoorden – waarvan op dit moment geen sprake is – een oplossing kon bieden voor de situatie in Oekraïne.

Tijdens de bijeenkomst van de NAVO-Oekraïne Commissie (NUC) ging de Oekraïense Minister van Buitenlandse Zaken Klimkin in op de situatie in zijn land en zette hij uiteen hoe de Oekraïense regering het hervormingsprogramma in zijn land verder vorm ging geven. Bondgenoten spraken hun blijvende steun uit voor de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne. Zij herhaalden dat een politieke oplossing de enige oplossing van het conflict is en benadrukten het belang van volledige implementatie van de Minsk akkoorden en stelden dat er een duidelijke oplossing voor de situatie op de Krim moest komen, in lijn met de territoriale integriteit van Oekraïne. NAVO-ministers spraken hun zorg uit over de gebrekkige implementatie van de Minsk akkoorden tot dusver, in het bijzonder van de kant van Rusland en de separatisten, en onderstreepten dat de monitoringsmissie van de OVSE ongehinderde toegang tot alle relevante locaties moest krijgen om al haar taken te kunnen uitvoeren. Zij beklemtoonden ook het belang van het doorvoeren van de door de Oekraïense regering voorgenomen hervormingen. Minister Klimkin stelde in reactie dat Oekraïne de voorgenomen hervormingen met kracht ter hand zou nemen. Verschillende NAVO-ministers onderstreepten dat de beste garantie voor veiligheid en stabiliteit op de lange termijn in Oekraïne is gelegen in de ontwikkeling van het land tot een democratisch, welvarend land dat vrij is van corruptie. De NUC nam een verklaring aan die als bijlage bij dit verslag is gevoegd1.

Relatie met Rusland

Bondgenoten waren eensgezind in het uitspreken van hun zorgen ten aanzien van Rusland en het belang van eensgezindheid werd alom benadrukt. Ik heb mij sterk gemaakt voor een gebalanceerde benadering van Rusland, waarbij naast onze gemeenschappelijke spierbal in de vorm van een sterke collectieve NAVO verdediging, en een vuist in de vorm van het EU-sanctiebeleid, ook de hand blijft uitgestoken om in dialoog te blijven met Rusland. Niet omdat er sprake is van business as usual, maar juist om Rusland te confronteren met haar acties in Oekraïne. Dialoog met Rusland is daarnaast ondanks de moeilijke relatie van blijvend belang waar het gaat om onderwerpen als Iran, Irak, Syrië en Libië.

Nederland heeft in de Raad gewezen op de bijdrage die Nederland samen met Duitsland en Noorwegen levert aan de interim-Very High Readiness Joint Task Force, maar er ook op gewezen dat een goede voorbereiding op hybride dreigingen meer vergt dan alleen militaire gereedheid. Dat vergt behalve optimale inlichtingen ook goede besluitvormingsprocedures. Ik heb opgemerkt dat de NAVO goed moet nadenken over de besluitvormingsprocedures in geval van een hybride aanval en gesteld dat besluitvorming in geval van een mogelijke hybride artikel 5 situatie in oefeningen op politiek niveau getest moet worden.

De Russische nucleaire retoriek is zorgwekkend, maar de NAVO moet zich niet laten verleiden tot het zonder meer spiegelen van het Russische gedrag; daarvoor is het onderwerp te complex en te riskant. De NAVO-Rusland relatie moet op dit punt overigens geplaatst worden in de bredere context van de mondiale afspraken waaraan in het kader van het Non-Proliferatie Verdrag wordt gewerkt. Voorts heb ik gewezen op de noodzaak om – juist ook in tijden van crises – ontwapeningsvraagstukken hoog op de agenda te houden. Ik heb de NAVO aangespoord om op het gebied van ontwapening waar mogelijk vooruitgang te boeken. Dit is ook van belang voor de geloofwaardigheid van de NAVO. Tevens heb ik het belang van transparantie ten aanzien van nucleaire wapens benadrukt. Ik heb daarbij bepleit dat het beter mogelijk moet worden om te praten over kernwapens, zodat de discussie over de uitdaging van nucleaire ontwapening beter gevoerd kan worden.

NAVO-EU

Tijdens de bijeenkomst van de NAVO-ministers met de EU Hoge Vertegenwoordiger Mogherini kwam de situatie aan de NAVO-zuidflank ter sprake. De Hoge Vertegenwoordiger informeerde de ministers over de stand van zaken over EU-besluitvorming ten aanzien van EUNAVFOR MED inzake Libië en deed verslag van haar bezoek aan New York en haar engagement met de VN-Veiligheidsraad.

De instabiliteit aan de NAVO-zuidflank en de complexe uitdagingen als gevolg van de hybride dreigingen werden door verschillende ministers aangehaald als concrete voorbeelden waarom de samenwerking tussen de EU en de NAVO verbeterd en verdiept moeten worden. Ik heb aangegeven dat de onoverzichtelijke situatie en de noodzaak van een alomvattend antwoord – militair én civiel – op hybride dreigingen, nauwere samenwerking vergt tussen de NAVO en de EU. Beide organisaties moeten de beschikbare mogelijkheden beter benutten. Ik heb gepleit voor meer praktische samenwerking tussen de NAVO en de EU waar het gaat om de totstandkoming van een appreciatie van de veranderende veiligheidsomgeving, strategische communicatie en cyber. Specifiek heb ik gewezen op de concrete mogelijkheden voor samenwerking in het licht van de crisis in Libië. De NAVO Operatie Active Endeavour zou bijvoorbeeld door gegevensuitwisseling kunnen bijdragen aan de «situational awareness» van de EU. Daarnaast is uiteraard van belang dat de samenwerking tussen de EU en de NAVO over de volle breedte wordt geïntensiveerd, o.a. middels meer gezamenlijke sessies op verschillende niveaus.

Warschau-Top

Tijdens de laatste sessie van de ministeriële bijeenkomst werd gesproken over de verdere militaire, politieke en institutionele adaptatie van de NAVO in aanloop naar de Top in Warschau in 2016. Secretaris-generaal van de NAVO Stoltenberg benadrukte in deze sessie dat landen de Defence Investment Pledge zoals toegezegd tijdens de NAVO top in 2014 in Wales na moeten komen om zo de toegenomen risico’s en dreiging ontstaan door het Russische optreden in en om Oekraïne, alsook in de zuidelijke periferie van de NAVO, het hoofd te kunnen bieden. Daarnaast moest de NAVO haar technologische voorsprong behouden om militair gereed te zijn om nieuwe dreigingen het hoofd te bieden. Politiek gezien was volgens secretaris-generaal Stoltenberg vooral behoefte aan een meer stabiele en meer voorspelbare relatie tussen de NAVO en Rusland, waarbij de NAVO vanuit een positie van kracht, met een sterke collectieve verdediging, de dialoog moest aangaan. Ook de samenwerking met buurlanden zou in aanloop naar de Top in Warschau moeten worden geïntensiveerd om verdere destabilisering aan de oost- en zuidflank tegen te gaan. Institutioneel zou de NAVO omgevormd moeten worden tot een organisatie die sneller en flexibeler kan reageren op ontwikkelingen in de wereld om ons heen.

Resolute Support

Bondgenoten spraken hun steun uit voor de algemene uitgangspunten van de NAVO-Afghanistan samenwerking na afloop van de huidige Resolute Support missie. Geconcludeerd werd dat Afghanistan politiek en militair gezien op de goede weg is, maar dat op veel terreinen nog ondersteuning en advisering nodig is. Zoals ook gemeld in het Schriftelijk Overleg NAVO van 12 mei jl. heeft de Verenigde Staten besloten dat alle Amerikaanse militairen die in Afghanistan zijn daar tot minimaal eind 2015 blijven en dat in de tweede helft van 2015 het plan voor troepenreductie in 2016 bekend zal worden gemaakt(Kamerstuk 28 676, nr. 223). Aan het voornemen tot terugtrekking per eind 2016 wordt door de regering van de Verenigde Staten niet getornd. Het moment van de precieze overgang naar fase 2 van Resolute Support is nog niet bekend. Wanneer de gevolgen van de aanpassing in de fasering van Resolute Support voor de Nederlandse bijdrage bekend zijn, zal uw Kamer daarover worden geïnformeerd.

Bijeenkomst met regionale organisaties

Helaas vond de geplande sessie met de Enhanced Opportunities Partners (Australië, Finland, Georgië, Jordanië en Zweden) en vertegenwoordigers van de Afrikaanse Unie, de Liga van Arabische Staten en de Gulf Cooperation Council geen doorgang.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven