28 676 NAVO

Nr. 205 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juni 2014

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan ten behoeve van de bijeenkomst van de NAVO-Ministers van Buitenlandse Zaken op 24 en 25 juni a.s. De conceptagenda voorziet in een werkdiner op 24 juni over het open deur-beleid van de NAVO. Op 25 juni heeft de Noord-Atlantische Raad (NAR) een werksessie à 28 ter voorbereiding van de NAVO-Top en bijeenkomsten met Oekraïne in het kader van de NAVO-Oekraïne Commissie (NUC) en met ISAF-partners. De werklunch zal gewijd zijn aan de betrekkingen met Rusland.

Oekraïne-crisis

De situatie in Oekraïne heeft onverminderd de aandacht van de NAVO. Voor een overzicht van de stand van zaken rond de situatie in Oekraïne verwijs ik u naar de geannoteerde agenda voor de RBZ van 23 juni a.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1393). Binnen de NAVO is de afgelopen weken veel gesproken over de gevolgen van de crisis voor de veiligheid van het bondgenootschap en de regionale stabiliteit op korte en langere termijn. Dit heeft o.a. geresulteerd in een pakket onmiddellijke geruststellingsmaatregelen voor oostelijke bondgenoten, waarover u bent geïnformeerd in de geannoteerde agenda voor de NAVO Defensie ministeriële bijeenkomst van de Minister van Defensie op 23 mei jl. In die brief is ook ingegaan op de aanvullende Nederlandse bijdrage aan het geruststellingspakket van SACEUR.

Er is consensus binnen de NAVO dat de Oekraïne-crisis – en dan vooral het Russische optreden – het Europese veiligheidsklimaat aanzienlijk heeft veranderd. De aandacht gaat vooral uit naar geruststelling (reassurance) van de bondgenoten die geografisch dicht bij Oekraine en Rusland liggen, o.a. door mogelijke versterkte militaire NAVO-presentie aan de oostgrens van het bondgenootschap. Tevens vindt een discussie plaats of op langere termijn aanpassingen nodig zijn in de posture van de NAVO. Ook voor Nederland vormt het geruststellingspakket een belangrijk element, getuige het recente besluit om 4 F-16»s in te zetten voor Baltic Air Policing. Tegelijk moet het diplomatieke spoor met Rusland open blijven. Een werkbare relatie met Rusland blijft voor Europa immers essentieel.

De situatie in Oekraïne zal met Minister van Buitenlandse Zaken, Andrej Desjchitsia worden besproken in de NAVO-Oekraïne Commissie (NUC). De NAVO en Oekraïne hebben afgesproken hun samenwerking te intensiveren binnen de kaders van de NUC. Met name op het terrein van de defensiehervormingen kan de NAVO steun bieden. Ministers zullen ingaan op de implementatie van de opgeschaalde samenwerking met Oekraine.

NAVO-Top

De NAVO-ministeriële zal zich ook richten op de voorbereiding van de NAVO-Top in september. De NAVO-Top zal een verklaring over de trans-Atlantische band aannemen. De NAR zal tijdens deze ministeriele bijeenkomst worden gevraagd daaraan richting te geven. In dit kader kan eveneens de ontwikkeling van de defensiebudgetten van de bondgenoten aan de orde komen, waarover ook de Ministers van Defensie onlangs spraken. Deze discussie is niet nieuw, maar heeft door de crisis in Oekraine een extra impuls gekregen. Niet alleen secretaris-generaal Rasmussen, maar ook president Obama heeft gewezen op de noodzaak dat de Europese landen van de NAVO in de toekomst weer meer geld aan defensie gaan besteden. Dit onderwerp zal dan ook tijdens de Top worden besproken. Het kabinet is van mening dat verdere bezuinigingen op defensie, gegeven de zich ontwikkelende veiligheidssituatie in de Euro-Atlantische regio, niet voor de hand liggen. Of, en zo ja in welke mate, in de nabije toekomst weer ruimte ontstaat voor verhoging van de Nederlandse defensie-uitgaven, zal moeten worden bezien bij de komende begrotingsbesprekingen.

De NAR zal spreken over de inhoudelijke voorbereiding van enkele onderdelen van de NAVO-Top die betrekking hebben op de verdere ontwikkeling van het partnerschapsbeleid van de NAVO. Twee voorstellen liggen op tafel. Allereerst het maximaliseren van de interoperabiliteit en dialoog met belangrijke partners. Nederland is een voorstander van het nauw betrekken van belangrijke, operationele partners van de NAVO bij de toekomstige militaire planning en verwerving van militaire capaciteiten. Sommige partners hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de NAVO-operaties en het is van belang het daardoor behaalde niveau van interoperabiliteit voor de toekomst zeker te stellen.

Verder ligt de vraag op tafel hoe de NAVO haar partners en in voorkomend geval niet-NAVO partners ondersteuning kan bieden bij de capaciteitsopbouw van de defensie- en gerelateerde veiligheidssectoren van niet-NAVO landen. De NAVO kan hier een toegevoegde waarde hebben door de eigen, opgebouwde kennis en ervaring. Dit kan bijdragen aan een grotere stabiliteit in de wereld. Voor Nederland is hierbij essentieel dat steun vraaggestuurd is en dat geen dupliceringen met andere organisaties, zoals de EU, plaatsvinden.

De NAVO-Top biedt een goede gelegenheid om op het hoogste niveau binnen de NAVO aandacht te besteden aan de implementatie van VN Veiligheidsraad Resolutie (VNVRr) 1325 (Women, Peace and Security). De NAR zal een actieplan bekrachtigen om bestaand beleid effectief uit te voeren. Nederland zet zich in om VNVRr 1325 prominent op de agenda van de NAVO te houden en steunt de omvorming van de op dit moment tijdelijke functie van Speciaal Vertegenwoordiger 1325 binnen de NAVO naar een permanente functie.

Naar verwachting zal een nieuwe impuls worden gegeven aan de operationalisering van de Alliance Maritime Strategy (AMS, 2011). De AMS schetst hoe NAVO’s maritieme dimensie bijdraagt aan het vervullen van de drie kerntaken uit het Strategisch Concept (2010). De beoogde operationalisering tijdens de Top zal ten eerste gericht zijn op verbetering van de bondgenootschappelijke maritieme gereedstelling. Specifieke aandacht is daarbij gericht op herwaardering van de staande vlootverbanden (Standing Naval Forces) en verbetering van ETEE (education, training, exercises and evaluation) in het maritieme domein en in het kader van het Connected Forces Initiative (CFI). Verder zal de Top zich buigen over de toekomst van de huidige maritieme operaties (Ocean Shield en Active Endeavour). Als laatste staat versterking van de maritieme samenwerking met de EU en met partner- en niet-partnerlanden centraal. Nederland hecht belang aan het verder vergroten van de effectiviteit van NAVO’s betrokkenheid in het maritieme domein en is daarom voorstander van verdere operationalisering van de AMS.

Uitbreiding

De Ministers zullen op basis van voortgangsrapportages van de vier landen met lidmaatschapsaspiraties (Bosnië-Herzegovina, Georgië, Macedonië en Montenegro) spreken over de verdere ontwikkeling van de relaties van de NAVO met deze landen. Het kabinet is van mening dat de uitbreiding geen politiek spel in het kader van Oekraïne mag worden, maar dient plaats te vinden op basis van het vervullen van de voorwaarden door de betreffende landen. De mate waarin politieke en militaire hervormingen ter hand worden genomen is hierbij leidend. Geen van de vier landen lijkt momenteel te voldoen aan de voorwaarden voor toetreding.

ISAF

Tijdens de ISAF-sessie zal worden teruggeblikt op de tweede ronde van de presidentsverkiezingen en zullen de landen hun lange-termijn commitment aan Afghanistan post-2014 bekrachtigen. Door de bekendmaking op 27 mei jl. van de Amerikaanse militaire bijdrage, heeft het plannings- en besluitvormingsproces van de NAVO over de nieuwe missie Resolute Support een nieuwe impuls gekregen. Er wordt gewerkt aan een operationeel plan dat bekrachtigd zal worden tijdens de ministeriële bijeenkomst.

Transparantie initiatief Algemene Rekenkamer

Hoewel formeel niet geagendeerd zal de recente publicatie van de Algemene Rekenkamer over de geldstromen van de NAVO waarschijnlijk tijdens de komende ministeriële ter sprake komen. Het kabinet staat positief tegenover dit initiatief dat de Algemene Rekenkamer als onafhankelijk instituut uitvoert. Nederland vraagt binnen de NAVO voortdurend aandacht voor meer financiële transparantie, zodat parlementen en de bevolking meer zicht hebben op hoe gelden binnen de NAVO worden besteed om onze veiligheid te waarborgen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Naar boven