28 676 NAVO

Nr. 199 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 april 2014

Op 1 en 2 april jl. kwam de Noord-Atlantische Raad (NAR) van de NAVO in Brussel bijeen op het niveau van de ministers van Buitenlandse Zaken. De bijeenkomst stond voor een groot deel in het teken van de crisis in Oekraïne, vooral de gevolgen daarvan voor de NAVO op korte en langere termijn en de betrekkingen met Oekraïne en Rusland. Op 1 april kwam de NAVO-Oekraïne Commissie (NUC) bijeen. Op 2 april sprak de NAR met Georgië (NAVO-Georgië Commissie (NGC)), de landen van het Istanbul Cooperation Initiative (ICI) en de ISAF-partnerlanden. Op de eerste dag werd in een korte ceremonie en een verklaring van de NAR stilgestaan bij de uitbreidingen van de NAVO in 1999, 2004 en 20091.

Oekraïne

De NAR sprak uitgebreid over de gevolgen van de crisis in Oekraïne voor het Bondgenootschap. De 28 bondgenoten waren eensgezind in hun veroordeling van Rusland’s illegale militaire interventie in Oekraïne en de schending van Oekraïne’s soevereiniteit en territoriale integriteit. De NAR riep Rusland op om zich te houden aan het internationale recht en zijn internationale verplichtingen. De verklaring van de NAR is bij dit verslag gevoegd2.

De NAR gaf de opdracht aan de militaire autoriteiten van de NAVO om op korte termijn uit te werken welke militaire opties er zijn om die Bondgenoten die zich bedreigd voelen als gevolg van de huidige crisis, extra «reassurance» te bieden. Nederland heeft benadrukt dat eensgezindheid en solidariteit binnen het Bondgenootschap essentieel zijn en dat veiligheid binnen het Bondgenootschap ondeelbaar is. De NAR nam geen besluit over de gevolgen voor de NAVO op de langere termijn. De discussie daarover zal in aanloop naar de NAVO-top in Wales verder worden gevoerd.

Ook in de bijeenkomst van de NUC werd de Russische handelwijze tegen Oekraïne veroordeeld. Bondgenoten toonden hun waardering voor de terughoudende opstelling van de Oekraïense autoriteiten en strijdkrachten en riepen het land op door te gaan met het doorvoeren van politieke en economische hervormingen via een inclusief proces. De NAVO en Oekraïne besloten tot intensivering van de samenwerking binnen de kaders van de NUC, waaronder steun van de NAVO aan defensiehervormingen en advisering door de NAVO bij de verdediging van vitale, civiele infrastructuur. De NUC nam een verklaring aan die eveneens is bijgevoegd3.

Rusland

De Russische handelwijze vormt de ernstigste bedreiging voor de Euro-Atlantische veiligheid en stabiliteit sinds de Koude Oorlog. Rusland schendt hiermee principes die de afgelopen 25 jaar als vanzelfsprekend werden beschouwd. In de discussie heeft Nederland aangegeven dat ons commitment aan de collectieve verdediging boven enige twijfel verheven is. Voorbereidingen die in dat kader getroffen worden, vormen geen contradictie met de inspanningen om tot een politieke oplossing in het conflict te komen. Een strategisch partnerschap met Rusland blijft het langere termijndoel, hoezeer de huidige situatie de voorwaarden daarvoor ook onder druk heeft gezet.

In de huidige omstandigheden kan van business as usual echter geen sprake zijn, reden waarom de NAR besloot alle praktische militaire en civiele samenwerking verder op te schorten. De politieke dialoog in de NAVO-Rusland Raad (NRR) op ambassadeurs- en ministerieel niveau kan doorgaan.

Partnerschapsbeleid

De NAR kwam een pakket maatregelen overeen, waarmee beoogd wordt de samenwerking met NAVO-partners Armenië, Azerbeidzjan en Moldavië te versterken. Hiertoe behoren onder andere versterking van de politieke dialoog, verbetering van de interoperabiliteit met de NAVO en hulp bij door te voeren defensiehervormingen. Deze maatregelen zullen worden uitgevoerd binnen de bestaande bilaterale samenwerkingsprogramma’s met de betrokken landen.

Georgië

De NAVO-Georgië Commissie (NGC) stond in het teken van de Georgische wens om de toetredingsaspiraties naar een hoger niveau te brengen. Georgië heeft eerder dit jaar publiekelijk laten weten tijdens de aanstaande NAVO-top een nieuwe stap in het toetredingsproces te verwachten. Minister Panjikidze refereerde aan het positieve bezoek van het Militair Comité van de NAVO aan Tbilisi in februari 2014 en de waardering voor de doorgevoerde militaire hervormingen. Nederland heeft aangegeven op dit moment vrij positief te zijn over de door Georgië geboekte voortgang, maar dat een beoordeling pas zal plaatsvinden aan de hand van de voortgangsrapportage van de Secretaris-Generaal van de NAVO, die eind juni besproken wordt. Nederland houdt vast aan de lijn bij toetreding «strict but fair». Nederland is van oordeel dat toetredingsprocessen niet als politiek instrument moeten worden gebruikt in het kader van de crisis in Oekraïne.

Istanbul Cooperation Initiative (ICI)

De bijeenkomst van het ICI, waarin Bahrein, Koeweit, Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten vertegenwoordigd zijn, vond plaats ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van dit initiatief. Bondgenoten toonden hun waardering voor Koeweit dat als eerste land van het ICI een individueel partnerschapsprogramma met de NAVO had afgesloten. In de discussie kwam vooral de situatie in Syrië en Iran aan bod, maar spraken Bondgenoten en ICI-landen ook de wens uit om de onderlinge contacten en samenwerking te verbeteren.

ISAF

In het overleg met de ISAF-landen werd vooral vooruitgekeken naar de Afghaanse presidentsverkiezingen die op 5 april jl. plaatsvonden. Diverse ISAF-landen toonden zich positief over de goed verlopen voorbereidingen en de mate waarin het Afghaanse leger en politie (ANSF) verantwoordelijkheid hadden genomen voor de veiligheid. Er moet dit jaar onder ISAF echter nog veel werk worden verzet. Ook zal duidelijkheid moeten ontstaan over de voorwaarden waaronder de NAVO-missie Resolute Support na 2014 kan plaatsvinden.

Patriotsmissie

Op 15 november 2013 is de Kamer geïnformeerd over het besluit van het kabinet om de Patriot-missie te verlengen tot eind januari 2015 (Kamerstuk 32 623, nr. 117). Het kabinet heeft in december 2012 bij het besluit tot ontplooiing van de Patriots toegezegd de Kamer regelmatig over de missie te informeren. De afgelopen maanden zijn in Syrië enkele tientallen ballistische raketten afgevuurd. Het aantal lanceringen van ballistische raketten is, in vergelijking met de eerste periode van ontplooiing van de missie, significant afgenomen. Op 26 maart jl. is een, vermoedelijk afgezwaaide, Syrische raket (Fateh 110) op Turks grondgebied neergekomen nabij de Turkse grensstad Reyhanli. Daarmee wordt duidelijk dat de dreiging van Syrische ballistische raketten voor Turkije nog steeds aanwezig is. Nederlandse eenheden hebben sinds de laatste rapportage aan de Kamer niet hoeven op te treden.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
3

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven