28 676 NAVO

Nr. 193 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2013

Op 3-4 december jl. vond de NAVO-Raad van de Ministers van Buitenlandse Zaken plaats. Het was de eerste bijeenkomst van de Ministers van Buitenlandse Zaken in een reeks in aanloop naar de NAVO-Top in 2014. De bijeenkomst stond dan ook in het teken van de voorbereiding van deze Top. Ook werd gesproken over partnerschappen en het zogenoemde Open Door-beleid. Daarnaast kwam de NAVO-Rusland Raad bijeen evenals de NAVO-Georgië Commissie. Met de ISAF-partners werd gesproken over Afghanistan.

Top 2014

De Noord-Atlantische Raad (NAR) sprak over de voorbereiding van de Top. De Top zal plaatsvinden in Wales (VK) d.d. 4-5 september 2014 en vooral in het teken staan van de toekomst van de NAVO en van Afghanistan na 2014. Voor wat betreft het eerste thema zullen de accenten waarschijnlijk worden gelegd op het vraagstuk van de capaciteiten (de vraag hoe interoperabiliteit na beëindiging van grootschalige operaties zoals ISAF kan worden verzekerd) en versterking van coöperatieve veiligheid via de samenwerking met partners. Nederland heeft aangegeven dat Europa een grote(re) verantwoordelijkheid zou moeten nemen in het waarborgen van de veiligheid met name in de eigen en nabijgelegen regio’s, waaronder het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Daarnaast heeft Nederland gepleit voor meer aandacht voor ontwapening in aanloop naar de Top en kreeg hierbij steun van een aantal bondgenoten.

De discussie over Afghanistan concentreerde zich op post-2014 en het belang van spoedige ondertekening van een bilateraal veiligheidsakkoord (Bilateral Security Agreement (BSA)) tussen de VS en de Afghaanse autoriteiten. In de bijeenkomst met ISAF-partners, waarbij ook de Afghaanse Ministers van Buitenlandse Zaken, Osmani, en van Binnenlandse Zaken, Daudzai, aanwezig waren, is deze boodschap nadrukkelijk overgebracht.

Partnerschappen

De discussie over partnerschappen stond in belangrijke mate in het teken van de voorbereiding van de Top. Door de omvangrijke bijdragen die veel partnerlanden hebben geleverd aan de NAVO-operaties is het partnerschapsbeleid aanzienlijk verbreed en verdiept en is een hoge mate van interoperabiliteit bereikt. Bondgenoten onderstreepten de noodzaak het momentum van partnerschappen en interoperabiliteit te behouden. Nederland en andere bondgenoten stelden dat het behoud van interoperabiliteit essentieel is voor de toekomst van de NAVO.

De Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid, Ashton, die voor dit agenda-item was uitgenodigd, ging in op het belang van nauwere samenwerking tussen de EU en NAVO, hetgeen brede steun van bondgenoten kreeg.

Er was brede overeenstemming dat de NAVO een nuttige rol kan vervullen op het gebied van defensiecapaciteitsopbouw (defence capacity building), complementair aan bilaterale en multilaterale actoren. Er was alom erkenning dat de NAVO unieke capaciteiten en toegevoegde waarde heeft op dit terrein. In het verlengde hiervan werd het besluit om Libië te gaan adviseren bij de totstandkoming van een Libische nationale veiligheidstrategie en -structuur verwelkomd. Nederland vroeg in dit kader ook aandacht voor de situatie in de brede Sahel-regio.

Voorts werd stilgestaan bij de ontwikkelingen in partnerland Oekraïne. De voorziene bijeenkomst van de NAVO-Oekraïne Commissie (NUC) was op verzoek van Oekraïne om agendatechnische redenen uitgesteld. Een verklaring werd aangenomen waarin het buitensporig gebruik van geweld in Oekraïne tegen vreedzame manifestanten werd veroordeeld en alle partijen werden opgeroepen af te zien van provocatie en geweld. De tekst van de verklaring is in bijlage bijgevoegd1.

Open Door-beleid

Tijdens het werkdiner werd gesproken over het Open Door-beleid van de NAVO. De bondgenoten benadrukten dat de uitbreiding van NAVO tot op heden heeft bijgedragen aan Euro-Atlantische veiligheid en derhalve van grote waarde is geweest. Daarnaast heeft het Open Door-beleid (democratische en defensie-) hervormingen aangemoedigd in de landen met toetredingsambities.

Het is nog onduidelijk of het onderwerp zal worden besproken tijdens de Top in 2014. Wel is er consensus dat momenteel geen van de vier betrokken landen (Montenegro, Macedonië, Bosnië-Herzegovina, Georgië) klaar is voor lidmaatschap. Nederland heeft zich hierbij aangesloten. In aanloop naar de Top zullen er voortgangsrapportages worden opgesteld over de vier landen.

NAVO-Rusland Raad (NRR)

In de NAVO-Rusland Raad (NRR) werd met de Russische Minister van Buitenlandse Zaken, Lavrov, gesproken over onderwerpen van wederzijds belang, waarbij uitgebreid werd stilgestaan bij Syrië. Ook Oekraïne en Afghanistan kwamen aan de orde. De bekende dossiers van raketverdediging en wapenbeheersing werden door diverse landen belicht. Voorts keurde de NRR het werkplan voor 2014 goed.

De NRR nam een gemeenschappelijke verklaring aan waarin steun voor de OPCW/VN-missie in Syrië wordt uitgesproken. De tekst van de verklaring is in bijlage bijgevoegd2. In dit kader heeft Nederland de noodzaak tot versterkte samenwerking op het gebied van de vernietiging van chemische wapens benadrukt, maar er ook op gewezen dat dit niet de aandacht mag afleiden van de benodigde politieke oplossing en de zorgwekkende humanitaire (nood)situatie.

De standpunten tussen de bondgenoten en Rusland over de ontwikkelingen in Oekraïne liepen sterk uiteen. Diverse bondgenoten onderstreepten het zelfbeschikkingsrecht van Oekraïne ingevolge de Helsinki-beginselen.

Voorts werd gesproken over raketverdediging en de mogelijke consequenties van het akkoord dat de P5+1 recentelijk met Iran hebben gesloten. Zoals bekend liggen de onderhandelingen over raketverdediging momenteel stil omdat Rusland een pauze in de gesprekken in de NRR hierover heeft afgekondigd.

Evenals in de sessie over de Top in 2014 heeft Nederland in de NRR, met steun van diverse bondgenoten, het belang van wapenbeheersing en transparantie op het gebied van non-strategische nucleaire wapens benadrukt.

NAVO-Georgië Commissie (NGC)

Tijdens de ministeriële bijeenkomst van de NAVO-Georgië Commissie (NGC), in aanwezigheid van de Georgische Minister Panjikize, spraken bondgenoten waardering uit voor Georgische stappen op het Euro-Atlantische pad, in het bijzonder de succesvol verlopen presidentsverkiezingen. Ook werd Georgië gecomplimenteerd met de defensie- en democratische hervormingen en aangemoedigd deze voort te zetten, met speciale aandacht voor de rechtsstaat. Eveneens was er waardering voor de substantiële bijdrage van Georgië aan ISAF en de NATO Response Force (NRF). Diverse bondgenoten prezen de pragmatische opstelling van Georgië in de relatie met Rusland.

Minister Panjikize onderstreepte de Euro-Atlantische aspiraties, gebaseerd op gemeenschappelijke waarden. Zij bevestigde de vastberadenheid van Georgië om het ingezette hervormingsproces voort te zetten. Georgië had volgens haar de afgelopen jaren aangetoond een betrouwbare en toegewijde NAVO-partner te zijn. Georgië hoopte op een duidelijke boodschap aan zowel Georgië als Rusland dat de Euro-Atlantische integratie onomkeerbaar is. Panjikize sprak de hoop uit dat volgend jaar in het kader van de Top een concrete stap zal worden gezet in het Euro-Atlantische integratieproces van Georgië.

ISAF-Partners

In de bijeenkomst met ISAF-partners, waarbij ook de Afghaanse Ministers van Buitenlandse Zaken, Osmani, en van Binnenlandse Zaken, Daudzai, aanwezig waren, evenals de Speciale VN-gezant in Afghanistan, Kubis, en de Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid, Ashton, werd stilgestaan bij de situatie die in 2015 zal ontstaan als de ISAF-missie is beëindigd.

Ministers drongen er bij de Afghaanse Ministers op aan dat het bilaterale veiligheidsakkoord (Bilateral Security Agreement (BSA)) tussen de VS en de Afghaanse autoriteiten spoedig wordt ondertekend. De BSA moet de basis vormen voor de planning van de vervolgmissie Resolute Support. De BSA is ook van belang voor de hervormingen van het Afghan National Army Trust Fund (ANA TF) t.b.v. financiering van de Afghaanse strijdkrachten en politie (Afghan National Security Forces (ANSF)). Minister Osmani verzekerde dat de BSA getekend zal worden «in good time between two governments».

Diverse bondgenoten wezen op de noodzaak van geloofwaardige en transparante presidentsverkiezingen in 2014. Ook heeft Nederland het belang van het democratische proces benadrukt, inclusief de mogelijkheid voor vrouwen om te gaan stemmen én zich kandidaat te stellen. Nederland heeft aangegeven deze deelname, waar mogelijk, te willen ondersteunen.

Verder werd gesproken over de ANSF die op dit moment lijken te kunnen voldoen aan hun verantwoordelijkheden om de veiligheid in Afghanistan te garanderen. ISAF werkt hard om nog bestaande tekorten weg te werken. Minister Daudzai besteedde aandacht aan het versterken van de positie van vrouwen binnen de politie. Nederland heeft waardering uitgesproken voor de Afghaanse inspanningen op dit vlak.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven