28 676 NAVO

Nr. 177 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 april 2013

Hierbij informeer ik u over de agenda van, en de Nederlandse inzet voor, de bijeenkomst van NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken, die op 23 april a.s. in Brussel wordt gehouden.

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

1. Agenda

De agenda van de bijeenkomst van de NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken op 23 april a.s. staat nog niet vast, maar duidelijk is wel dat de besprekingen vooral in het teken zullen staan van de situatie in het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA), waaronder met name Syrië. De NAR komt in een sessie à 28 bijeen om de situatie in de MENA-regio te bespreken. Verder wordt een bijeenkomst met Rusland in het kader van de NAVO-Rusland Raad georganiseerd en zal met de ISAF-partners worden gesproken over Afghanistan.

2. Situatie in het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA)

De diverse omwentelingen in landen in de MENA-regio sinds 2011 hebben de instabiliteit in deze regio verder vergroot. In een aantal landen hebben ingrijpende politieke veranderingen plaatsgevonden. Tegelijkertijd bestaat er hoop dat sommige transitielanden, ondanks tegenslagen, op de goede weg zijn naar een duurzaam democratisch bestel. Een democratische en stabiele buurregio dient het bondgenootschappelijke en het Nederlandse veiligheidsbelang, maar ook andere belangen op het gebied van handel, energievoorziening en het tegengaan van ongecontroleerde migratie. Voor een uitvoeriger uiteenzetting van het Nederlandse beleid ten aanzien van de ontwikkelingen in de Arabische regio verwijs ik naar de recente Kamerbrief daarover van 22 maart jl. (ref. 2013.117989)

Nederland acht het van belang de situatie in de MENA-regio in verschillende fora, waaronder de NAVO, aan de orde te stellen. Het geïntegreerde politieke en militaire consultatiemechanisme van de NAVO, ook met partnerlanden, vormt een belangrijk forum om ontwikkelingen die onze veiligheid direct raken, te kunnen bespreken. Beleid dat in consultatie met gelijkgezinde landen tot stand komt, is ook effectiever. De stationering van de Patriot-systemen aan de zuidoostelijke grens van het NAVO-grondgebied onderstreept niet alleen de collectieve verdedigingstaak van het bondgenootschap, maar is in meer algemene zin het resultaat van intensieve politieke consultaties.

De Syrische crisis heeft een dramatisch effect op de humanitaire situatie in het land zelf, maar beïnvloedt ook de veiligheid en stabiliteit van buurlanden. Zorgelijk in deze context zijn de beschuldigingen tussen de strijdende partijen over en weer over het gebruik van chemische wapens. De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties (SGVN) heeft een onderzoek naar het vermeende gebruik hiervan aangekondigd. De SGVN wil daarbij niet alleen de Syrische beschuldigingen van vermeend gebruik van chemische wapens onderzoeken, maar ook andere incidenten van vermeend gebruik van chemische wapens in Syrië die werden gemeld door Frankrijk en Groot-Brittannië. Syrië wil het VN-onderzoeksteam echter alleen toegang geven tot de plek waar volgens Syrië chemische wapens zijn gebruikt. Nederland vindt dat het VN-onderzoek zou moeten kijken naar alle beschuldigingen van vermeend gebruik en betreurt de Syrische houding.

3. NAVO-Rusland Raad

De NAVO-Rusland Raad (NRR) kwam tijdens de laatstgehouden ministeriële bijeenkomst op 4 en 5 december 2012 bijeen (zie Kamerstuk 28.676 nr. 172). Het is belangrijk om de NAVO-Rusland relatie te blijven verbeteren. De verwachting is dat in de NRR actuele thema’s met minister Lavrov worden besproken, waaronder de situatie in Syrië en Afghanistan.

Zoals bekend bemoeilijkt het onderwerp raketverdediging de voortgang in de NAVO-Rusland relatie. Het valt te hopen dat het recente Amerikaanse besluit om de vierde fase van de European Phase Adapted Approach (EPAA) geen doorgang te laten vinden, een nieuwe impuls kan geven aan de dialoog met Rusland bij dit onderwerp, hoewel dit besluit niet is ingegeven door overwegingen die met Rusland te maken hebben. Aan Russische zijde leven op dit moment vooral vragen over de technische duiding van dit besluit; vragen die hopelijk in de gesprekken tussen Amerikaanse en Russische experts kunnen worden beantwoord.

De situatie in Afghanistan, waaronder de voortgang van de transitie en mogelijkheden om in NRR-kader nieuwe projecten in dat land op te starten, zal eveneens worden besproken. Rusland vervult een belangrijke rol bij de terugtrekking van materieel van de ISAF-landen uit Afghanistan naar het westen, die de komende periode alleen maar zal toenemen. Ten slotte zal gekeken worden naar mogelijkheden om de samenwerking op dossiers als crisisbeheersingsplanning en piraterijbestrijding te verdiepen.

4. Afghanistan

Tijdens deze ministeriële zal er opnieuw een overleg zijn met de ISAF-partners, de Afghaanse regering, de VN en de EU over de situatie in Afghanistan. De ministers zullen onder andere spreken over de voortgang in het transitieproces; het is de verwachting dat de Afghan National Security Forces (ANSF) vanaf medio 2013 de verantwoordelijkheid zullen dragen voor de veiligheid in geheel Afghanistan (milestone). Daarnaast zal aandacht worden besteed aan de financiering van de ANSF na 2014. De ministers zullen geïnformeerd worden over de voortgang inzake de herziening van het bestaande Trust Fund voor het Afghaanse leger, zodat dit vanaf 2015 onderdeel kan gaan vormen van een breder mechanisme voor de financiering van de gehele ANSF. De aanwezigheid van de Afghaanse minister van Buitenlandse Zaken is een goede gelegenheid om zowel de betrokkenheid van de internationale gemeenschap bij Afghanistan als de verwachtingen over een Afghaanse bijdrage aan hervormingen te benadrukken. De aanwezigheid van de VN en de EU onderstreept de gezamenlijkheid van de internationale gemeenschap.

Naar boven