28 676 NAVO

Nr. 165 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2012

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan ten behoeve van de bijeenkomst van de Navo-defensieministers te Brussel op 9 en 10 oktober a.s.

De minister van Defensie, J. S. J. Hillen

Agenda

Op 9 en 10 oktober a.s. wordt in Brussel een bijeenkomst van de ministers van Defensie van de Navo gehouden. De definitieve agenda is op het moment van het versturen van deze brief nog niet bekend.

De bijeenkomst die in het teken zal staan van de opdrachten die voortvloeiden uit de Navo-Top in Chicago in mei 2012, geldt als voorbereiding op de besluitvormende Navo-ministeriële die in het voorjaar van 2013 volgt. De ministers van Defensie zullen in aanwezigheid van de partnerlanden ook spreken over KFOR en ISAF.

Tijdens het diner spreken de defensieministers over het thema security and economics. En marge van de bijeenkomst komen de ministers van de Northern Group landen in informele sfeer bijeen onder voorzitterschap van Denemarken. Aansluitend aan de ministeriële bijeenkomst komen de ministers van de troepenleverende landen van ISAF’s Regional Command North (RC(N)) bijeen.

Chicago Defence Package

Capaciteiten/Smart Defence

De Secretaris-generaal van de Navo introduceerde in 2011 het begrip Smart Defence. Het uitgangspunt daarbij is het op peil houden van de veiligheid met teruglopende middelen. Volgens de Secretaris-generaal kan dit alleen als Navo-lidstaten beter met elkaar samenwerken. Om Smart Defence vorm te geven richtte de Navo een Multinational Approaches Task Force (MNA TF) op. Deze heeft de lidstaten geholpen bij het opzetten van nieuwe samenwerkingsverbanden als bijdrage aan Smart Defence. De Task Force schreef vervolgens een rapport over projecten. Nederland is betrokken bij een groot aantal projecten. Nederland is lead nation van het biometrieproject in het kader van de bestrijding van geïmproviseerde explosieven, het project betreffende de aanpassing van de Smart-L radar voor de Europese bijdrage aan Theatre Balistic Missile Defence, het ontwikkelingsproject voor de nabijbeveiliging van schepen en een project voor de ontwikkeling van een Naval Surface Fire Support systeem ter ondersteuning van landoperaties. Bij alle projecten bewaakt de Task Force nauwlettend de samenhang met de capaciteitsontwikkelingen in EU-verband (pooling and sharing).

Nederland is een uitgesproken voorstander van de intensivering van multinationale samenwerking, niet gedreven door bezuinigingen maar vanuit het oogpunt van doelmatigheid en operationele effectiviteit. Landen zijn door middel van goede multinationale samenwerking beter in staat de beschikbare fondsen en capaciteiten op elkaar af te stemmen en beschikbaar te stellen aan de Navo. Landen nemen zelf het initiatief om de banden met gelijkgestemde landen aan te halen (bottom-up). Nederland heeft hierin op een aantal fronten het voortouw genomen. Een sprekend voorbeeld is de Benelux-verklaring waarin de drie landen samenwerkingsmogelijkheden identificeren op het gebied van logistiek en onderhoud, opleiding en training, de uitvoering van militaire taken en de aanschaf van materieel. Daarnaast heeft Nederland zich sterk gemaakt voor een aantal structurele aanpassingen, bijvoorbeeld op het gebied van de herziening van het Navo defensieplanningsproces (NDPP) om de multinationale benadering waarop Smart Defence berust zo kansrijk mogelijk te maken. De opdrachten die voortvloeiden uit de Top van Chicago zijn daarbij goede aangrijpingspunten.

Herziening van het Navo defensieplanningsproces

Tijdens de Top in Chicago besloten de staatshoofden en regeringsleiders te laten bekijken hoe het NDPP beter kan worden afgestemd op de werkelijkheid van vandaag. Daartoe moet het NDPP niet alleen een meerjarig perspectief hebben, maar moet het ook kunnen inspelen op grote wijzigingen in defensiebudgetten van lidstaten. Bovendien moet het NDPP zichtbaarder en bruikbaarder worden voor Ministers van Defensie. Het NDPP beoogt het verschil tussen ambities en mogelijkheden te identificeren en de tekortkomingen als doelstellingen voor de lidstaten te formuleren. De huidige doelstellingen van het NDPP zijn voor alle lidstaten een probleem als gevolg van de krimpende defensiebudgetten. Nederland voert in oktober overleg met de Navo.

Common Funding

Als onderdeel van de discussie hoe multinationale samenwerking kan worden gestimuleerd in het kader van Smart Defence, heeft de Top van Chicago opdracht gegeven het concept van gemeenschappelijke financiering (Common Funding) te herzien. Hierover is een eerste gedachtewisseling voorzien. Bredere toepassing en creatiever gebruik van Common Funding ten behoeve van capaciteitenontwikkeling, operaties, en training en oefeningen, zijn doelstellingen.

Nuclear Planning Group

Tijdens de Top van Chicago in mei van dit jaar hebben de staatshoofden en regeringsleiders ingestemd met de conclusies van de Deterrence and Defence Posture Review (DDPR). De DDPR concludeert dat de Navo, gezien de veiligheidssituatie in de wereld, beschikt over de juiste combinatie van middelen bestaande uit conventionele en nucleaire capaciteiten en raketverdediging. In overeenstemming met het Non-proliferatieverdrag streeft de Navo naar het scheppen van de voorwaarden voor een kernwapenvrije wereld. Zolang kernwapens bestaan zal de Navo echter een nucleaire alliantie blijven. De Navo zal zoeken naar wegen om de tactische kernwapens van de Navo verder te verminderen. Dit streven is afhankelijk van vergelijkbare stappen door de Russische Federatie. De Nuclear Planning Group (NPG) zal de afspraken uit het Strategisch Concept (2010), de Political Guidance (2011) en de DDPR vertalen in politieke en militaire uitgangspunten en richtlijnen van de Navo.

Operaties

Afghanistan

In Chicago kwamen de staatshoofden en regeringsleiders van de ISAF-landen met de regering van Afghanistan overeen dat een begin wordt gemaakt met de planning voor een Navo-missie in Afghanistan na 2014. Tijdens de Top zijn ook de contouren van die missie vastgelegd. De eerste stap is nu het vaststellen van de NAC Initiating Directive (NID) als aanwijzing voor de militaire planners van de Navo om een Concept of Operations op te stellen. In de NID wordt herhaald dat de nieuwe missie na 2014 zich richt op training, advisering en ondersteuning van de Afghaanse veiligheidsdiensten. Deelneming van lidstaten aan de nieuwe missie is nu nog niet aan de orde.

Daarnaast zullen de defensieministers spreken over de internationale inspanning in Afghanistan in 2013 en 2014, de redeployment en de toename van insider threat incidenten. De transitie die in 2014 moet zijn voltooid stelt de landen in staat troepen terug te trekken. Nederland onderstreept het belang van een gecoördineerde redeployment. ISAF heeft veiligheidsmaatregelen genomen om het risico van insider threat te beperken. De Nederlandse missie heeft nog niet te maken gehad met dergelijke incidenten. In een informele bijeenkomst van de troepenleverende landen van ISAF’s Regional Command North spreken de defensieministers onder Duits voorzitterschap over de situatie ter plaatse en over de redeployment.

KFOR

Tijdens de vergadering komt ook de Navo-geleide operatie Kosovo Force (KFOR) aan de orde. De defensieministers van de Navo en die van partnerlanden zullen spreken over de situatie in Kosovo en vooruitblikken op de ontwikkeling van de missie. Nederland streeft naar een haalbaar tijdschema om Kosovo Security Forces volledig inzetbaar te verklaren en KFOR te verkleinen.

Northern Group

Naast het onderwerp insider threat bespreken de ministers in de Northern Group het partnerschapbeleid van de Navo. In Chicago bevestigden de Navo-landen het belang van nauwere samenwerking en dialoog met partnerlanden en spraken ze af het partnerschapbeleid te verdiepen. Dit geldt in het bijzonder voor partnerlanden die significant bijdragen aan de veiligheidsinspanningen van het bondgenootschap, zoals Finland en Zweden.

Naar boven