28 676 NAVO

Nr. 151 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 mei 2012

Hierbij bieden wij u de reactie aan op het verzoek van het lid Van Bommel over het beleid van de NAVO voor NAVO-schepen die vluchtelingen aantreffen op de Middellandse Zee. De vragen van de leden Peters en El Fassed inzake de NAVO en het onderzoek van de Raad van Europa naar omgekomen bootvluchtelingen uit Libië worden in de bijlage van deze brief beantwoord (Aanhangsel Handelingen II 2011/12, nr. 2427).

Mevrouw Strik rapporteert in haar rapport «Lives lost in the Mediterranean Sea: Who is responsible?» over een incident in 2011 waarbij 63 van in totaal 72 bootvluchtelingen omkwamen tijdens een oversteek van Tripoli naar Europa. De NAVO-lidstaten, waaronder Nederland, zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheden onder internationaal recht aangaande schepen in nood. De commandanten van marineschepen zijn net als kapiteins van andere schepen op grond van het VN Zeerechtverdrag en gewoonterecht verplicht opvarenden in nood te hulp te komen voor zover dat mogelijk is zonder hun schip, bemanning of opvarenden in ernstig gevaar te brengen. Dat ook commandanten van schepen die deelnemen aan NAVO-operaties zich aan deze internationale verplichtingen houden, blijkt uit het feit dat de schepen in NAVO-operaties in 2011 meer dan 600 migranten uit zee redden en in samenwerking met nationale autoriteiten bovendien assisteerden bij de redding van honderden anderen.

De NAVO heeft als organisatie geen formele verantwoordelijkheid of rol bij reddingsoperaties en kent daarvoor derhalve ook geen formele regelgeving. De NAVO neemt de aanbevelingen in de resolutie van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa echter serieus en tracht momenteel meer inzicht te verkrijgen in de omstandigheden waaronder dit incident plaatsvond. Tevens beziet zij conform de aanbevelingen reeds of verdere aanscherping van de procedures aan de orde is.

Ik verwijs tot slot naar antwoorden van het kabinet op vragen van lid Dibi aan ministers van Buitenlandse Zaken, voor Immigratie en Asiel en van Defensie (ingezonden 13 mei 2011, Vergaderjaar 2010–2011, aanhangsel van de Handelingen 2828), waarin een soortgelijke kwestie aan de orde komt.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

De minister van Defensie, J. S. J. Hillen

Naar boven