28 676 NAVO

Nr. 148 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 april 2012

Hierbij informeer ik u over de agenda van, en de Nederlandse inzet voor, de bijeenkomst van de NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie, die op 18 en 19 april a.s. in Brussel wordt gehouden.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

De minister van Defensie, J. S. J. Hillen

Agenda

Op 18 en 19 april a.s. wordt in Brussel een ministeriële bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie van de NAVO gehouden. De definitieve agenda is op het moment van het versturen van deze kamerbrief nog niet bekend. De onderwerpen die in deze brief worden genoemd zijn ontleend aan de conceptagenda. De bijeenkomst zal in het teken staan van de voorbereiding van de NAVO-top die op 20 en 21 mei a.s. in Chicago zal plaatsvinden. Op 18 april zullen twee bijeenkomsten in Noord-Atlantische Raad (NAR)-format van de ministers van Defensie respectievelijk de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie plaatshebben. ’s Avonds staat een werkdiner van de ministers van Buitenlandse Zaken op het programma. Die avond hebben de EU-ministers van Defensie een diner met de Hoge Vertegenwoordiger voor het GVDB, Lady Ashton, om de EU-bijdrage aan de NAVO-top te bepalen. Daarbij staat de voortgang van het «Gent proces» centraal. Op 19 april komt de NAVO-Rusland Raad bijeen op niveau van ministers van Buitenlandse Zaken, gevolgd door een bijeenkomst met ISAF-partners.

Vooruitblik NAVO-Top Chicago 20 en 21 mei 2012

De NAVO-top in Chicago op 20 en 21 mei staat centraal tijdens deze ministeriële bijeenkomst. Tijdens de top moeten besluiten worden genomen over het (post-)transitieproces in Afghanistan, over de ontwikkeling van de defensiecapaciteiten van de NAVO, over de initiële raketverdedigingscapaciteit en over de verdere invulling van de partnerschapsrelaties met derde landen. Tevens zullen de uitkomsten van de Deterrence and Defence Posture Review in Chicago worden besproken. Tijdens de komende bijeenkomst zal op verschillende terreinen de tussenbalans worden opgemaakt en worden besproken welke stappen nog moeten worden gezet in de aanloop naar de top. Op de diverse onderwerpen wordt hieronder nader ingegaan.

In navolging van de Clingendael-publieksbijeenkomst op 18 november 2011 over de NAVO posture review zet het ministerie van Buitenlandse Zaken zich in om de NAVO-top grotere bekendheid te geven bij een breder publiek. Het ministerie heeft onder andere het initiatief genomen tot een wedstrijd voor jongeren via Facebook (www.facebook.com/VeiligeWereldVeiligNederland), waarvan de winnaar deel zal uitmaken van de Nederlandse delegatie in Chicago. Het ministerie zal na de top doorgaan met het bevorderen van de maatschappelijke betrokkenheid bij de NAVO.

Afghanistan

Voortgang transitieproces

De lange termijn stabiliteit en veiligheid van Afghanistan is grotendeels afhankelijk van de uitkomsten van het politieke proces in Afghanistan om tot een politieke oplossing en verzoening te komen. Nederland steunt dit proces en zal daar waar mogelijk bezien hoe en of Nederland kan bijdragen aan het bespoedigen van een Afghaanse politieke oplossing.

Op dit moment wordt de verantwoordelijkheid voor de veiligheid in Afghanistan geleidelijk overgedragen aan de Afghaanse autoriteiten. Dit transitieproces ligt op schema. Volgens de huidige planning zullen de Afghan National Security Forces (ANSF, het leger en de politie) medio 2013 verantwoordelijkheid dragen voor de veiligheid in geheel Afghanistan. Het transitieproces loopt echter door tot eind 2014. In 2013 en 2014 zal een gefaseerde afbouw van ISAF-troepen plaatsvinden. Tot het einde van het ISAF-mandaat in 2014 blijven de inspanningen gericht op het verbeteren van de veiligheidssituatie, counter insurgency en de verdere professionalisering en capaciteitsopbouw van het Afghaanse leger en de politie, zodat deze duurzame stabiliteit kunnen bieden.

Nederland ondersteunt het transitieproces en pleit daarbij voor voldoende aandacht voor de civiele componenten van transitie. Effectief en transparant Afghaans bestuur, alsmede een goed functionerend politie- en justitieel apparaat zijn randvoorwaarden voor duurzame stabiliteit en veiligheid. De Nederlandse geïntegreerde politietrainingsmissie, die naast de opbouw van een civiel politieapparaat ook gericht is op de versterking van de Afghaanse rule of law sector, levert hieraan tot in 2014 een concrete bijdrage. Nederland zal bij bondgenoten pleiten voor voldoende enablers in RC North die van belang zijn voor het kunnen voortzetten van de Nederlandse politietrainingsmissie tot en met medio 2014.

Inzet na 2014

Hoewel Nederland na 2014 op enigerlei wijze betrokken zal blijven bij Afghanistan, bestaat momenteel nog geen duidelijkheid over de specifieke behoeften aan Afghaanse zijde. Tijdens de Lissabon-top in 2010 is afgesproken dat ook de NAVO een lange termijn committering heeft ten aanzien van Afghanistan. Naar verwachting zal Afghanistan na 2014 voor een deel afhankelijk blijven van internationale militaire steun. Ook na afloop van het transitieproces zal de NAVO daarom betrokken blijven bij het land, zij het op kleinere schaal. Nederland steunt dit. De aard en omvang van de militaire taken van de NAVO na 2014 hangt mede af van de veiligheidssituatie op dat moment. Nederland kan en zal zich nog niet uitspreken over een eventuele bijdrage aan NAVO activiteiten in Afghanistan na 2014.

Nederland wil dat de ondersteuning aan de ANSF na afloop van de ISAF-missie zich niet bij voorbaat beperkt tot het Afghaanse leger. Van belang is dat ook voldoende aandacht wordt gegeven aan de Afghaanse politie. Nederland pleit ervoor dat vooral andere internationale civiele spelers zoals de VN en EU hierbij het voortouw zullen nemen.

Rol en financiering ANSF

Een goed functionerende politie- en legeraparaat zijn cruciaal voor de veiligheid en stabiliteit van Afghanistan. Vandaar dat in aanloop naar de NAVO-Top in Chicago veel aandacht uit gaat naar de toekomstige omvang en financiering van de ANSF. Verwacht wordt dat de omvang van de ANSF na 2014 moet worden afgebouwd tot een omvang die zelfstandige financiering door Afghanistan op de langere termijn mogelijk maakt. Nederland steunt deze plannen maar pleit daarbij voor een gebalanceerde samenstelling van de ANSF, waarbij voldoende aandacht wordt gegeven aan de civiele Afghaanse politie. Zorgvuldige re-integratie van oud-ANSF leden is ook van groot belang. Nederland denkt graag mee over het geëigende financieringsmechanisme.

De komende jaren zal een groot deel van de rekening nog steeds komen te liggen bij de internationale gemeenschap, inclusief Nederland. Het kabinet is doordrongen van het belang van lange termijn ANSF financiering. Het is daarbij van belang dat bijdragen kunnen worden aangemerkt als ODA of non-ODA. In Bonn heeft het kabinet zich in algemene zin gecommitteerd aan een lange termijn betrokkenheid bij Afghanistan. Op dit moment is het, mede in het licht van de onderhandelingen over de rijksbrede bezuinigingen, nog niet mogelijk om een concrete financiële Nederlandse bijdrage toe te zeggen. Wel zal worden getracht op de Chicago-top meer duidelijkheid te geven over de mogelijkheden van Nederland om aan de financiering van de ANSF bij te dragen.

Capaciteiten/Smart Defence – Chicago Defence Package

De Chicago-top zal naar verwachting een pakket van maatregelen aannemen waarmee Smart Defence wordt gelanceerd als een raamwerk voor toekomstige capaciteitenontwikkeling. Dit concept gaat uit van de prioriteitenstelling, multinationale samenwerking en specialisatie, en moet zorgen voor een efficiëntere besteding van defensiebudgetten door meer gezamenlijk en afgestemde ontwikkeling van capaciteiten. Grotendeels zal dit proces door de landen zelf moeten worden geïnitieerd. De lijst van meest kansrijke projecten van de Supreme Allied Commander Transformation, waarover de Kamer in eerdere brieven is geïnformeerd, is een voorbeeld van deze bottom up-aanpak. Het biometrieproject in het kader van de bestrijding van geïmproviseerde explosieven, waarvan Nederland lead nation wordt, zal in de lijst van zestien meest kansrijke projecten worden opgenomen. Daarnaast is Nederland momenteel in overleg met een aantal landen uit de Northern Group over mogelijke samenwerking op het gebied van de vervanging van de F16 en onbemande vliegtuigen. Nog voor de top van Chicago zult u worden geïnformeerd over de mogelijkheden om op deze terreinen nauwer samen te werken. Deze samenwerking geschiedt niet alleen in NAVO- of EU-verband. Op korte termijn zal Defensie een brief sturen over Internationale Militaire Samenwerking, waarbij ook een overzicht zal worden gevoegd van de talrijke internationale samenwerkingsverbanden en -initiatieven waarmee Nederland invulling geeft aan de roep om meer internationale samenwerking.

De NAVO speelt hierin een faciliterende en stimulerende rol. Smart Defence zal echter ook consequenties hebben voor andere terreinen. In het Chicago Defence Package zal dan ook een aantal opdrachten worden opgenomen om uit te werken wat de consequenties zijn voor onder andere het gebruik van het NAVO-planningsproces in relatie tot Smart Defence, de mogelijkheden voor aanpassing van het instrument van gemeenschappelijke financiering (common funding) en de samenwerking met partners.

Onderdeel van dit Chicago Defence Package, vormt een verklaring, waarin de politieke boodschap over Smart Defence wordt verwoord. De ministers van Defensie zullen zich over beide concept-documenten buigen.

Hervormingen

De ministers zullen worden geïnformeerd over de transformatie van de strijdkrachten van bondgenoten en over de NAVO-hervormingen. Tijdens de top zal het definitieve transitieplan voor de commandostructuur van de NAVO worden vastgesteld. Op het gebied van de hervormingen van de agentschappen is er op dit moment nog geen nieuws. De aangestelde General Managers, waarover u eerder bent geïnformeerd, moeten in juni hun plannen voor de beoogde bezuinigingen opleveren. Over de toekomst van de NC3A-vestiging in Den Haag zal vermoedelijk pas eind 2012 meer duidelijkheid bestaan. Tijdens de komende bijeenkomst wordt wel aandacht besteed aan de voortgang van het hervormingsproces onder auspiciën van de Secretaris-Generaal. Nederland steunt zijn streven naar een efficiënte en slagvaardige organisatie en zal zich bij bespreking van dit onderwerp kritisch maar constructief opstellen.

Raketverdediging en de relatie met Rusland

De top van Chicago zal naar verwachting de Missile Defence Initial Capability operationeel verklaren. Hiertoe moet een groot aantal deelproducten, zoals het operatieconcept en de inrichting van de commandovoering, tijdig gereed zijn. De ministers van Defensie zullen de stand van zaken opmaken van de voorbereidingen voor deze beslissing in Chicago. Naar verwachting zal het voor Chicago geplande besluit tijdig kunnen worden genomen. Er zijn de nodige vorderingen gemaakt op het gebied van commandovoering, Rules of Engagement en communicatiesystemen.

In de discussie met Rusland over dit onderwerp is nog weinig vooruitgang geboekt. Dit staat het operationeel verklaren echter niet in de weg. Zoals wij uw Kamer eerder meldden (Kamerstuk 28 676, nr. 123 van 14 december 2010) heeft de NAVO-top in Lissabon een besluit genomen over raketverdediging ter bescherming van de bevolking en het grondgebied van de NAVO. In de afgelopen maanden is in de NAVO-Rusland Raad veelvuldig gesproken over mogelijkheden voor samenwerking op dit gebied, op basis van de constructieve afspraken daarover in Lissabon.

De NAVO-Rusland Raad zal en marge van de Ministeriële Raad bij elkaar komen. De 29 ministers zullen van gedachten wisselen over actuele onderwerpen en de voortgang bespreken van de gezamenlijke samenwerkingsagenda waartoe de NAVO-Rusland Raad tijdens de NAVO-top in Lissabon heeft besloten. Naar aanleiding van deze agenda werken de NAVO en Rusland op praktische wijze samen op diverse onderwerpen van wederzijds belang. Zo bespreken diverse werkgroepen het tegengaan van terrorisme, piraterijbestrijding, de doorvoer van goederen voor ISAF naar Afghanistan en drugsbestrijding. Nederland vindt het van groot belang dat in NAVO-kader wordt voortgegaan met constructieve samenwerking met Rusland en heeft zich hiervoor in bilaterale contacten met Rusland ingezet.

Partnerschapsrelaties

Veiligheid in de 21e eeuw is meer dan ooit grensoverschrijdend; niet alleen nationale grenzen, maar ook die van het NAVO-grondgebied als geheel bieden geen vanzelfsprekende veiligheid. Vanwege transnationale veiligheidsrisico’s zoals terrorisme, cyber, wapensmokkel en mensenhandel zijn stabiliteit en veiligheid in aangrenzende regio’s een prioriteit van alle bondgenoten. De NAVO werkt samen met partners om de veiligheid van het Bondgenootschap te waarborgen.

De NAVO kwam tijdens de top in Lissabon (2010) overeen samenwerking met partners te verdiepen aan de hand van de reeds bestaande partnerschapsfora, Partnerschap voor de Vrede (PfP), de Mediterranean Dialogue (MD) en het Istanbul Cooperation Initiative (ICI). Dit heeft tijdens de ministeriële bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken in Berlijn geresulteerd in een nieuw partnerschapsbeleid. De NAVO werkt met haar PfP, MD en ICI-partners aan concrete uitwerking van dit voornemen, waarbij o.a. gedacht wordt aan evt. uitbreiding van het partnerschapsprogramma, het opvoeren van politieke consultaties en het ontplooien van concrete vormen van defensiesamenwerking. Nederland streeft met bondgenoten naar goede verhoudingen met partners en richt zich graag op mogelijkheden tot samenwerking, niet op obstakels daartoe. Nederland pleit voor een op maat gemaakte, vraaggestuurde aanpak per partner, met nadruk op efficiëntie en flexibiliteit. De ministers van Buitenlandse Zaken zullen tijdens de Ministeriële praten over verdere NAVO-betrokkenheid bij landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten.

Deterrence and Defence Posture Review

De Deterrence and Defence Posture Review (DDPR) heeft tot doel, tegen de achtergrond van de veranderende veiligheidsomgeving, het brede palet van capaciteiten en strategieën voor verdediging en afschrikking van de NAVO tegen het licht te houden. Na het voltooien van de oriënterende fase in 2011, hebben drie werkgroepen dit voorjaar advies uitgebracht aan de NAR over het samenstel van capaciteiten op conventioneel (inclusief raketverdediging) en nucleair terrein, evenals wapenbeheersing. De defensieministers hebben zich hierover gebogen tijdens hun bijeenkomst op 2 en 3 februari. Het verslag van deze bijeenkomst is de Kamer op 7 maart 2012 toegegaan (Kamerstuknummer 28 676, 146). Tijdens de komende ministeriële bijeenkomst zal de eerste versie worden besproken van een eindrapport, waarover tijdens de NAVO-top een besluit wordt genomen.

Mede op aandringen van Nederland is de DDPR een brede review geworden, waarbij naast conventionele en nucleaire capaciteiten ook nieuwe dreigingen (inclusief cyberdreigingen) aan bod zijn gekomen. Nederland zet zich onverminderd in voor een openbaar document, voor zover dat mogelijk is. Voor wat betreft de nucleaire posture streeft Nederland naar meer wederzijdse transparantie met Rusland t.a.v. sub-strategische nucleaire wapens. De besprekingen vinden thans plaats en over de uitkomst valt nog niet veel met zekerheid te zeggen. Wel viel bij eerdere besprekingen op dat veel bondgenoten in tijden van defensiebezuinigingen en gelet op de onzekere veiligheidsomgeving geen aanleiding zien voor fundamentele wijzigingen in het samenstel van capaciteiten. De verwachting is dat het palet van capaciteiten voor verdediging en afschrikking van de NAVO in grote lijnen gelijk zal blijven.

Naar boven