Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 28676 nr. 143 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 28676 nr. 143 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 januari 2012
Hierbij doe ik u het verslag toekomen van de bijeenkomst van NAVO Ministers van Buitenlandse Zaken die op 7 en 8 december jl. in Brussel heeft plaatsgevonden. Tevens stuur ik u de officiële verklaring van deze ministeriële als bijlage toe.1
De minister van Buitenlandse Zaken,
U. Rosenthal
Bij de NAVO-bijeenkomst die op 7 en 8 december in Brussel plaatsvond werd vooral vooruitgekeken naar de Chicago-Top in mei 2012. De voornaamste onderwerpen bij die Top zijn: Afganistan, capaciteiten/smart defence en de partnerschapsrelaties. Er bestond overeenstemming over het belang om en marge van de Top bijeen te komen met de belangrijkste operationele partners ten aanzien van het Midden-Oosten. De NAR zal hiervoor een concept uitwerken. Op de overige onderwerpen in relatie tot de Chicago Top wordt verderop in deze brief ingegaan.
Libië
De NAVO ministers benadrukten nogmaals het succes van Operation Unified Protector. Er was gehandeld op basis van een VN-mandaat met steun van landen in de regio. De missie was beëindigd op het moment dat de doelstellingen uit VN Resolutie 1973 waren bereikt. De NAVO had zich tot het uiterste ingespannen om burgerslachtoffers te voorkomen. Ook werd gesproken over de beperkte rol die de NAVO mogelijk zou kunnen spelen bij de hervorming van de defensiesector in Libië. De wensen van de Libische autoriteiten staan hierbij voorop. Ik heb in mijn interventie specifiek het belang van de omvorming en integratie van milities in de Libische veiligheidsorganen genoemd. Ook heb ik, evenals mijn meeste collega’s, steun uitgesproken voor een mogelijke deelname van Libië aan de Mediterrane Dialoog van de NAVO, indien het land daartoe een verzoek zou indienen. In dat kader zou Libië een individueel samenwerkingsprogramma met de NAVO kunnen opstellen.
Kosovo
In aanwezigheid van EU HV Ashton werd gesproken over operatie KFOR. De recente gewelddadige incidenten in Noord-Kosovo werden veroordeeld; bondgenoten spraken hun steun uit voor de operatie. De ministers toonden zich positief over de resultaten van de dialoog tussen Belgrado en Pristina maar benadrukten dat nadere afspraken moeten worden gemaakt. De recente oproep van president Tadic om de diverse door Servische milities opgeworpen wegblokkades te verwijderen, werd door veel ministers verwelkomd. Ook toonden de ministers zich hoopvol dat een akkoord over grensposten de bewegingsvrijheid in de regio zal herstellen. Het belang van goede samenwerking tussen KFOR en EULEX werd door alle aanwezigen benadrukt.
Irak
Het onderwerp Irak is tijdens de ministeriële bijeenkomst niet besproken. Wel heeft de NAR naderhand op 12 december jl. besloten de NAVO-trainingsmissie in Irak (NTM-I) per 31 december 2011 te beëindigen. Het besluit volgt op onderhandelingen tussen de NAVO en de Iraakse autoriteiten over een overeenkomst over de juridische status van het NAVO-personeel. Ondanks de wens van de Iraakse regering om de missie tot en met 2013 te verlengen, hebben de onderhandelingen niet geleid tot een sluitende juridische overeenkomst op basis waarvan de missieleden het werk na 31 december 2011 kunnen voortzetten.
NTM-I is in 2004 op verzoek van de Iraakse autoriteiten gestart om een bijdrage te leveren aan de opbouw van de professionele veiligheidsinstellingen. NTM-I heeft sinds de start ongeveer 5000 militairen en 10 000 politieofficieren getraind. Naast directe trainingen aan de veiligheidstroepen heeft NTM-I de opbouw van de Iraakse opleidings- en trainingsinstituten ondersteund. Nederland heeft vanaf 2005 aan deze missie bijgedragen; in 2011 leverde Nederland vier militairen aan de missie.
Het einde van de missie betekent geenszins dat de NAVO niet langer betrokken zal zijn bij Irak. De NAVO en Iraakse autoriteiten beogen een strategisch partnerschap in de vorm van het Structured Cooperation Framework af te sluiten. Dit partnerschap zal de komende periode verder worden versterkt en zal voortbouwen op de resultaten van NTM-I.
Ontwikkelingen Noord-Afrika en Midden-Oosten
De ministers concludeerden tijdens de bijeenkomst dat de NAVO ten aanzien van landen in transitie een beperkte en ondersteunende, vraaggestuurde rol kan spelen.
De meeste bondgenoten spraken hun zorgen uit over de situatie in Syrië. Zij toonden waardering voor de rol van de Arabische Liga en Turkije. Turkije waarschuwde dat de NAVO voorbereid moet zijn op een eventuele noodsituatie, bijv. wanneer een grote vluchtelingenstroom op gang zou komen. Ik heb onder meer gewezen op het model dat is toegepast in Jemen, waarbij de Arabische Liga en GCC een belangrijke rol speelden.
Ten aanzien van Iran heb ik het belang van scherpe sancties benadrukt. Deze sancties moeten gericht zijn tegen het regime en niet tegen de Iraanse bevolking. Tevens heb ik benadrukt dat niet over andere opties moet worden gespeculeerd en evenmin over het uitsluiten ervan.
Posture Review
Er zijn tijdens deze vergadering geen besluiten genomen over de Posture Review. Op basis van het werk dat tot nu toe door de NAVO is verricht vond een vrije discussie plaats. Daaruit bleek dat nog divergerende standpunten bestaan over de adequate mix van nucleaire, conventionele en overige defensiecapaciteiten. De meeste bondgenoten gaven echter al aan dat gegeven de huidige veiligheidssituatie, grote wijzigingen in de Posture Review niet voor de hand liggen.
De VS benadrukte dat de vijf in april 2010 in Tallinn door minister Clinton opgebrachte principes over de nucleaire rol van de NAVO onverminderd van kracht blijven, maar dat de uitkomsten van deze Posture Review vooral in lijn moeten zijn met de economische en veiligheidsuitdagingen die de NAVO staan te wachten. De VS kondigde aan dat binnenkort met Rusland zal worden gesproken over ruimte voor verdere wapenbeheersingsafspraken. Ik vroeg aandacht voor nieuwe dreigingen als piraterij en cyber en legde in mijn interventie voorts nadruk op een stapsgewijze aanpak en het beginsel van reciprociteit bij eventuele toekomstige nucleaire reducties. Ook heb ik op de noodzaak gewezen het brede publiek te betrekken bij de discussie over de Posture Review, en maximale transparantie ten aanzien van de parlementen te betrachten.
NAVO-Rusland relatie
In de NAVO-Rusland Raad stelde de Russische minister Lavrov dat op veel terreinen, zoals piraterij- en drugsbestrijding, sinds de Lissabon-Top goed wordt samengewerkt. Ten aanzien van raketverdediging herhaalde hij echter de wens om te komen tot juridisch bindende afspraken dat het systeem niet tegen Rusland is gericht. Hij stelde de dialoog over dit onderwerp te willen voortzetten. Diverse bondgenoten lieten weten te blijven streven naar samenwerking met Rusland op het gebied van raketverdediging.
In de discussie onder de bondgenoten heb ik aangegeven dat er een gemeenschappelijk belang is om nieuwe dreigingen die de veiligheid van het bondgenootschap en Rusland raken, zoals terrorisme en georganiseerde criminaliteit, gezamenlijk aan te pakken. Onder de ministers bestond consensus over de noodzaak de ingezette koers ten aanzien van samenwerking met Rusland op het gebied van raketverdediging te blijven varen en vast te houden aan het gekozen tijdpad en ambitieniveau. De SG NAVO en anderen noemden de constructieve bijdrage van ons land aan de ontwikkeling van raketverdediging via de upgrade van de SMART-L radarsystemen op Nederlandse fregatten.
Afghanistan
Tijdens een bijeenkomst van de ISAF-partners noemde mijn Afghaanse ambtgenoot de noodzaak tot het doorvoeren van hervormingen, het tegengaan van corruptie, economische ontwikkeling en regionale samenwerking in zijn land. Ook stelde hij dat Afghanistan gecommitteerd blijft aan de strijd tegen het terrorisme, maar wees hij op de vrijhavens voor terrorisme buiten Afghanistan en de noodzaak tot betere bescherming van burgers.
Veel bondgenoten pleitten er in de discussie à 28 voor in Chicago afspraken te maken over de structuur en lange termijn financiering van de Afghaanse veiligheidseenheden en de invulling van het Enduring Partnership tussen de NAVO en Afghanistan. De NAR zal hierover in aanloop naar Chicago spreken. Ook kreeg de NAR de opdracht om voor de volgende vergadering van Ministers van Buitenlandse Zaken (april 2012) een rapport over het activiteitenprogramma op te stellen over de invulling van het Enduring Partnership.
De uitkomsten van de Bonn-Conferentie d.d. 5 december werden verwelkomd en het wederzijdse karakter van de gedane toezeggingen benadrukt. Ook spraken de aanwezige ministers hun tevredenheid uit over de voortgang van de transitie, nu Tranche 2 is aangekondigd. Verschillende bondgenoten benadrukten dat ISAF in de transitiefase overgaat van een «combat» rol naar een meer ondersteunende rol. Zelf heb ik het belang van goed bestuur, eerbiediging van de mensenrechten, de aanpak van corruptie en het vermogen de lokale bevolking van de noodzakelijke, dagelijkse publieke diensten te voorzien, benadrukt. Ik heb aangegeven dat Nederland gedurende de transitiefase zal blijven bijdragen aan de geïntegreerde aanpak; in Kunduz door de geïntegreerde politiemissie en de ontwikkeling van de juridische sector. Ook na de transitiefase zal de internationale gemeenschap betrokken blijven bij Afghanistan. Ook de NAVO is bereid, op basis van een duidelijk commitment aan Afghaanse zijde, via training, advisering en facilitering van activiteiten, een bijdrage te leveren.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28676-143.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.