28 676 NAVO

Nr. 139 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 oktober 2011

Graag bied ik u hierbij het verslag aan van de ministeriële bijeenkomst van de Navo-defensieministers te Brussel op 5 en 6 oktober jl.

De minister van Defensie,

J. S. J. Hillen

Agenda

Op 5 en 6 oktober jl. is te Brussel een ministeriële bijeenkomst van de defensieministers van de Navo gehouden.

Deze bijeenkomst stond in het teken van drie hoofdonderwerpen, te weten de stand van zaken van de hervormingen in de Navo, de lopende operaties en de transformatie van de Navo.

Hieronder treft u een verslag van de bijeenkomst aan. Zoals toegezegd tijdens het algemeen overleg over de bijeenkomst op 29 september jl. bevat de bijlage een overzicht van de inmiddels elf meest kansrijke projectvoorstellen voor multinationale samenwerking. Het programma bevindt zich nog in de inventarisatiefase en van budgetten of andere verplichtingen is nog geen sprake. In de aanloopt naar de Navo-top in Chicago in mei 2012 zullen de verschillende projecten worden uitgewerkt.

Hervormingen

Over de hervormingen waren tijdens deze ministeriële twee onderwerpen aan de orde. Het eerste onderwerp betrof de hervorming van de Navo-commandostructuur. Mijn pleidooi vast te houden aan de besluiten zoals wij die in juni jl. hebben genomen, zowel wat betreft de locaties als de personeelsaantallen, werd door de meeste landen gesteund. Daarnaast heb ik aandacht gevraagd voor meer inzicht in de transitiekosten. Verschillende landen betoogden evenals Nederland dat die kosten binnen de bestaande budgetten van de Navo moeten worden opgevangen. Het aantal «sterren» in de generaalsrangen dat Nederland in de nieuwe structuur zal vervullen is vastgesteld op zeven, een vermindering van drie ten opzichte van het huidige aantal. Tijdens onze volgende vergadering in februari 2012 zal een uitgewerkt uitvoeringsplan worden besproken.

Het tweede onderwerp betrof de stafstructuren in de Navo die zich bezig houden met capaciteitenontwikkeling. Het doel is doublures en overlap weg te halen en zo doelmatigheid te behalen. Ik heb de secretaris-generaal gevraagd de komende periode zorg te dragen voor vooruitgang op dit dossier. Daarbij heb ik opgemerkt dat een nauwere, geïntegreerde samenwerking tussen de internationale staf en de internationale militaire staf hard nodig is.

Operaties

Afghanistan

De ISAF-bijeenkomst met partners stond volledig in het teken van de geleidelijke overdracht van verantwoordelijkheden voor de veiligheid aan de Afghaanse autoriteiten in 2014 en de rol van de Navo in Afghanistan na deze transitie. In zijn inleiding onderstreepte COMISAF, de generaal Allen, het belang van financiële steun en betrokkenheid bij de verbetering van het bestuur in de periode na de transitie. Zonder toereikende financiële middelen om het veiligheidsapparaat te kunnen bekostigen zal de veiligheid snel verslechteren. COMISAF stelde verder dat de transitie op schema ligt. Het aantal ANSF stijgt nog steeds gestaag en sinds kort is er zelfs een verdere toename in het aantal rekruten waarneembaar. De secretaris-generaal verwelkomde Bahrein als het vijftigste land dat deelneemt aan ISAF. Dit uitzonderlijk grote aantal landen dat samenwerkt om Afghanistan te ondersteunen is een blijk van de wereldwijde betrokkenheid bij een betere toekomst van het land, aldus Rasmussen. Momenteel werkt de Navo aan een Nato Strategic Plan for Afghanistan met als onderwerp de transitie en het strategisch partnerschap met Afghanistan na 2014. In december van dit jaar wordt in Bonn een conferentie georganiseerd die een belangrijke stap vormt in de concretisering van het strategische partnerschap. President Karzai zal de Bonn-conferentie voorzitten.

En marge van de ISAF-bijeenkomst is een Regional Command North bijeenkomst gehouden met partners die actief zijn in Noord Afghanistan. Ook de Afghaanse minister van Defensie Wardak en COMISAF waren hierbij aanwezig. Deze bijeenkomst stond eveneens in het teken van het transitieproces. Zowel mijn Duitse als mijn Amerikaanse collega onderstreepte dat de voorgenomen troepenreductie in Noord Afghanistan vooralsnog geen gevolgen zal hebben voor de Nederlandse missie. Duitsland blijft zijn rol als lead nation vervullen en voldoet daarmee aan de voorwaarden die de regering stelt aan de politietrainingsmissie. Ook de Amerikaanse enablers, waaronder medevac-helikopters, blijven in Kunduz aanwezig.

Operatie Unified Protector (OUP)

De vergadering met partners over operatie Unified Protector stond vooral in het teken van de actuele ontwikkelingen in Libië en een discussie over de wijze en het tijdstip waarop de missie zal worden beëindigd. Alle bondgenoten waren het erover eens dat de huidige situatie nog niet stabiel genoeg is om de operatie te beëindigen. Er was wel unanieme steun voor de beëindiging van de operatie zodra dat mogelijk is, en pas daarna eventuele nieuwe verzoeken van de NTC of de VN voor steun te bezien. SACEUR is gevraagd om vanuit militaire optiek te bezien wanneer de operationele noodzaak voor het beschermen van de burgerbevolking en het handhaven van het wapenembargo en de No Fly Zone niet langer aanwezig is. De Noord Atlantische Raad heeft inmiddels op vrijdag 21 oktober het voorlopige besluit genomen om op 31 oktober as. te stoppen met de operatie. Hierover vinden consultaties plaats met de Verenigde Naties en de Libische Nationale Overgangsraad. Deze week neemt de Noord Atlantische Raad een definitief besluit.

Operatie Ocean Shield (OOS)

Samen met gelijkgezinde landen, waaronder Denemarken en het Verenigd Koninkrijk, heb ik getracht de discussie over meer pro-actief optreden een impuls te geven. Er tekent zich consensus af over een meer aan de EU gelijkwaardige inzet op zee en nadere studie naar het optreden met effecten op land. De komende periode zal Nederland zich hiervoor in de diverse Navo-fora blijven inzetten.

Transformatie

Tijdens het werkdiner is gesproken over transformatie in algemene zin en het concept van Smart Defence in het bijzonder. Alle bondgenoten steunden de secretaris-generaal in zijn wens dit concept in aanloop naar de Top in Chicago uit te werken. Naast Nederland wezen ook andere landen op de noodzaak duplicatie met vergelijkbare inspanningen in de EU te voorkomen. De Supreme Allied Commander Transformation (SACT) zette de laatste stand van zaken uiteen ten aanzien van de door de Multinational Approaches Task Force geïdentificeerde mogelijkheden voor multinationale samenwerking. Van de eerder gepresenteerde 46 initiatieven zijn inmiddels elf relatief bescheiden projecten klaar voor verdere uitvoering. Daarnaast zijn er zo’n dertig voorstellen die verdere uitwerking behoeven en waarvoor nog een lead nation wordt gezocht. Kostenbesparingen en schaalvoordelen blijven de belangrijkste drijfveren, maar Smart Defence beoogt meer dan dat. De financiële situatie stelt landen voor moeilijke keuzes maar biedt daardoor ook kansen om tot vernieuwing te komen. Tegen deze achtergrond beklemtoonde SACT de noodzaak het momentum vast te houden en nog meer vergaande samenwerkingsvormen te onderzoeken.

Tijdens zijn openingswoord legde secretaris-generaal Rasmussen een koppeling tussen de bezuinigingen in de verschillende Navo-landen en de capaciteiten voor het bondgenootschap als geheel. Hij verwees daarbij naar het streefcijfer van 2 procent van het BNP voor defensieuitgaven, dat – hoewel deze nog maar door enkele bondgenoten wordt gehaald – onverminderd van kracht is. Het gaat echter niet alleen om de hoogte van de uitgaven aan Defensie, maar ook om de mate waarin landen in Navo-prioriteiten investeren, aldus de secretaris-generaal. Hij verwelkomde tegen deze achtergrond de ontwikkeling van nieuwe output measures, meetcriteria, die hierin meer inzicht zouden moeten bieden. Deze indicatoren zullen naar verwachting in februari kunnen worden gepresenteerd. Ook verwelkomde hij het Nederlandse voornemen om de SMART-L radars van de LC-fregatten aan te passen als bijdrage aan het raketverdedigingssysteem van de Navo.

Ik heb in mijn bijdrage gepleit voor Navo- en EU-overstijgende samenwerkingsverbanden bij capaciteitsontwikkeling. Verder heb ik gewezen op het belang van het vinden van een hernieuwde balans tussen soevereiniteit, betrouwbaarheid en solidariteit.

Ten slotte is in het kader van transformatie gesproken over de uitvoering van het Air to Ground Surveillance project (AGS) en de wijze van financiering daarvan. Zoals gesteld in de geannoteerde agenda heb ik mij hard gemaakt voor een oplossing waarbij voor AGS dezelfde financieringsvorm geldt als voor AWACS, de andere Navo-capaciteit waaraan niet alle 28 landen deelnemen. Over de financieringswijze is tijdens de vergadering geen overeenstemming bereikt. De secretaris-generaal heeft de Noord Atlantische Raad opdracht gegeven een voorstel te formuleren dat rekening houdt met de belangen van zowel de deelnemende als de niet-deelnemende landen. Bij de behandeling van dit voorstel eind dit jaar zal Nederland wederom pleiten voor een gelijke financiering van AGS en AWACS.

Bijlage bij het verslag van de ministeriële bijeenkomst van 5 en 6 oktober

Overzicht van de elf meest kansrijke projecten in het kader van de Multinational Approaches.

Het rapport waaraan deze projecten zijn ontleend is nog in ontwikkeling. Voorstellen kunnen nog worden toegevoegd of afvallen. Dit is vooral afhankelijk van de veronderstelde haalbaarheid van het voorstel. Bij de deelnemende landen is de (beoogde) lead nation van het project vet gedrukt. De beoogde Nederlandse betrokkenheid onderstreept.

1.1 Multinational Logistics Partnership – MRAP Vehicle Maintenance (ISAF)

Doelstelling: het gezamenlijk uitvoeren van onderhoud aan voertuigen van het type Mine Resistant Ambush Protected (MRAP).

Deelnemende landen: Denemarken, Estland, Griekenland, Hongarije, Letland, Litouwen, Roemenië, Slovenië, Spanje, Verenigde Staten.

Tijdpad: het overleg tussen deze landen vindt momenteel al plaats, vooral binnen de logistieke lijn van ISAF.

1.2 Multinational Logistics Partnership – Helicopter Maintenance (ISAF)

Doelstelling: het gezamenlijk uitvoeren van onderhoud aan helikopters.

Deelnemende landen: Australië, Canada, Duitsland, Italië, Nederland, Spanje, Turkije, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten.

Tijdspad: het overleg tussen deze landen vindt momenteel al plaats, vooral binnen de logistieke lijn van ISAF. Noot: Nederland heeft momenteel geen helikopters binnen ISAF, maar heeft tot aan het vertrek van de Apachehelikopters het onderhoud daarvan bij de VS uitbesteed.

1.3 Deployable Contract Specialist Group

Doelstelling: het formeren van een pool van contractspecialisten ten behoeve van operaties.

Deelnemende landen: Canada, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten.

Tijdspad: het overleg tussen deze landen vindt momenteel al plaats. De resultaten zullen worden verwerkt in diverse Navo-aanwijzingen die betrekking hebben op contracting.

1.4 Immersive Training Environment

Doelstelling: Het delen van trainingsprogramma’s van virtuele trainingsomgevingen.

Deelnemende landen: Bulgarije, Canada, Frankrijk, Griekenland, Kroatië, Letland, Litouwen, Nederland, Portugal, Slovenië, Spanje, Turkije, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten. Het Allied Command Transformation (ACT) leidt dit project.

Tijdspad: onder leiding van ACT worden momenteel de mogelijkheden voor standaardisatie en uitwisseling van programma’s onderzocht.

1.5 Centres of Excellence as hub of E&IT

Doelstelling: Het toebedelen van een leidende rol aan de Centres of Excellence (COE) op het gebied van opleiding en training op het gebied van hun specialisme.

Deelnemende landen: Framework en Sponsoring Nations van CIMIC COE (Nederland), MILMED (militair-medisch) COE, CCD (cyber) COE, DAT (antiterrorisme) COE, HUMINT (inlichtingen) COE. Het Allied Command Transformation (ACT) leidt dit project.

Tijdspad: onder leiding van ACT worden momenteel in overleg met de COE’s de mogelijkheden onderzocht. Dit kan leiden tot aanvullingen op het werkprogramma van de COE’s.

1.6 CIS E-learning Training Centres Network

Doelstelling: Het opzetten van een netwerk voor het delen van online-trainingen op het gebied van communicatie- en informatiesystemen (CIS)

Deelnemende landen: Albanië, Canada, Kroatië, Griekenland, Hongarije, Italië, Letland, Nederland, Portugal, Roemenië, Slovenië, Verenigd Koninkrijk, Turkije. Het Allied Command Transformation (ACT) leidt dit project.

Tijdspad: onder leiding van ACT worden momenteel, in overleg met Nederland en Portugal, de mogelijkheden onderzocht. Deze beide landen hebben namelijk al gesteld hun trainingen te willen delen.

1.7 Individual training and Education Programme (ITEP)

Doelstelling: Het bereiken van efficiëntere en doelmatiger afstemming van trainingsprogramma’s op het gebied van training voor individueel Navo-personeel dat op missie gaat.

Deelnemende landen: Bulgarije, Denemarken, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Spanje, Tsjechië, Turkije, Verenigd Koninkrijk. Het Allied Command Transformation (ACT) leidt dit project.

Tijdspad: onder leiding van ACT wordt momenteel een inventarisatie uitgevoerd welke cursussen in aanmerking komen voor plaatsing in deze applicatie. ACT beoogt de applicatie in maart 2012 operationeel te hebben.

1.8 Generate more participation from NATO nations in de Multinational Experiment (MNE)

Doelstelling: Het betrekken van meer landen bij de huidige en volgende cyclus van de MNE. De MNE is een programma waarin gezamenlijk onderzoek gedaan wordt naar militaire cyber defense technologie, zoals cyber surveillance & reconnaisance, cyber command & control en cyberresponse.

Deelnemende landen: Australië, Canada, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Italië, Korea, Nederland, Noorwegen, Polen, Spanje, Tsjechië, Turkije, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten, Zweden.

Tijdspad: De volgende MNE-campagne zal naar verwachting in januari 2013 starten.

1.9 Multinational pool of Maritime Patrol Aircraft (MPA)

Doelstelling: Het verbeteren van de afstemming van vraag en aanbod op het gebied van maritieme patrouillevliegtuigen. De pijlers zijn het samenbrengen van de middelen en en het tot stand brengen van een coördinatie- en verrekeningsmechanisme.

Deelnemende landen: Duitsland, Griekenland, Luxemburg, Polen, Spanje.

Tijdspad: Duitsland gaat nu in overleg met de overige landen een werkprogramma opstellen.

1.10 Remote Controlled Vehicles for Route Clearance Operations

Doelstelling: Het gezamenlijk verwerven van op afstand bedienbare voertuigen tegen bermbommen.

Deelnemende landen: Duitsland, Italië, Kroatië, Nederland, Noorwegen, Roemenië, Spanje, Turkije, Verenigde Staten.

Tijdspad: Indien landen zich daadwerkelijk committeren kan dit project medio 2012 van start gaan.

1.11 Multinational Joint Headquarters

Doelstelling: Het omvormen van het Duitse hoofdkwartier in Ulm naar een uitzendbaar multinationaal joint operationeel hoofdkwartier ten behoeve van zowel Navo- als EU-operaties.

Deelnemende landen: Duitsland. Dit voorstel is nieuw en daarom is positie van andere landen nog niet bekend. Nederland heeft een positieve grondhouding bij beschouwing van dit voorstel.

Tijdspad: Indien binnen de NAVO en de EU draagvlak voor dit voorstel bestaat zal Duitsland dit voorstel verder uitwerken.

Naar boven