28 676 NAVO

Nr. 124 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 maart 2011

Graag bied ik u hierbij als bijlage de geannoteerde agenda aan ten behoeve van de informele ministeriële bijeenkomst van de Navo Defensieministers te Brussel op 10 en 11 maart a.s.

De minister van Defensie,

J. S. J. Hillen

Agenda

Op 10 en 11 maart a.s. vindt te Brussel een informele Navo ministeriële plaats op het niveau van de defensieministers. De definitieve agenda is op het moment van het versturen van deze kamerbrief nog niet bekend. De onderwerpen die in deze brief worden genoemd zijn daarom ontleend aan de concept-agenda.

Op 10 maart spreken de ministers over de political guidance die invulling geeft aan het nieuwe Navo Stratigisch concept. Vervolgens wordt gesproken over de posture review, raketverdeding en de hervorming van de Navo. Ook wordt gesproken over transformatie en internationale samenwerking. Op 11 maart spreken wij over de ISAF-operatie.

De bijeenkomst zal ook de actuele situatie in Libië bespreken. Binnen de Navo wordt bezien op welke wijze de Navo zou kunnen bijdragen aan toekomstige eventuele humanitaire en/ of militaire operaties. Vooralsnog is daarvan nog geen sprake. Ik zal de noodzaak van een adequaat volkenrechtelijk mandaat als voorwaarde voor eventuele militaire inzet in Libië benadrukken.

Political guidance

Tijdens de ministeriële bijeenkomst in Brussel wordt de political guidance vastgesteld. De political guidance betreft een uitwerking van het Strategisch Concept in meer detail. Waar het Strategisch Concept vooral houvast biedt als richtsnoer voor de Navo op politiek niveau, vertaalt de political guidance de doelstellingen in concretere ambities, die vervolgens kunnen worden gebruikt in het verdere militaire planningsproces binnen de commandostructuur en de lidstaten. Dit geclassificeerde document bevat daarom geen nieuwe elementen, maar bijvoorbeeld een concretisering van de in het Strategisch Concept genoemde ambitie om een bescheiden civiele planningscapaciteit onder te brengen in de Navo commandostructuur. Het is goed denkbaar dat de genoemde Posture Review, die in 2012 zal worden voltooid, aanleiding geeft om de political guidance opnieuw te herzien.

Posture review

In het Strategisch Concept en de verklaring van de Top van Lissabon is vastgelegd dat de Navo een Deterrence and Defence Posture Review zal uitvoeren. De Secretaris-Generaal Rasmussen wil deze review voor de Top van 2012 voltooien. De review biedt de gelegenheid om de middelen en de strategie van de Navo aan te passen aan de huidige veiligheidssituatie. De review zal een antwoord bieden op de vraag welke middelen, zowel conventioneel als nucleair, noodzakelijk zijn voor een geloofwaardige afschrikking en verdediging van het Bondgenootschap. Tijdens de komende ministeriële bijeenkomst ligt het plan voor deze review voor, waarin de reikwijdte en het proces worden beschreven.

Ik heb mij ingespannen voor een brede review waarbij op basis van een geactualiseerde, brede dreigingsanalyse, inclusief nieuwe dreigingen als massavernietigingswapens, ballistische raketten, terrorisme en cyber, wordt gekeken naar de benodigde middelen voor verdediging en afschrikking. Het huidige voorliggende plan van aanpak voldoet aan de Nederlandse wens en omvat alle middelen en nieuwe dreigingen. Ik zal het plan derhalve steunen en Nederland zal in de besprekingen in de Navo een actieve rol op zich nemen. De uitkomst van deze posture review zou ook aanknopingspunten kunnen bieden voor nadere (ontwapenings)onderhandelingen tussen de VS en Rusland over onder andere substrategische kernwapens, conventionele wapenbeheersing en raketverdediging.

Raketverdediging

Met de goedkeuring van het Strategisch Concept van de Navo is een positief besluit genomen over raketverdediging ter bescherming van de bevolking en het bondgenootschappelijke grondgebied in Europa. Het besluit levert een positieve bijdrage aan de bescherming van Nederland en andere Europese bondgenoten tegen de toenemende dreiging vanuit landen die ballistische raketten ontwikkelen.

De ruggengraat van de Navo raketverdediging wordt gevormd door Amerikaanse systemen die aan de Navo worden aangeboden. De bestaande systemen van de lidstaten worden in dit systeem geïntegreerd. Lidstaten dragen nationaal de kosten voor sensoren en wapensystemen. Nederland beschikt voor raketverdediging over vier Patriot-systemen.

De ministeriële zal waarschijnlijk besluiten dat er een high level body ingesteld wordt voor politiek-militaire consultaties over raketverdediging. Deze consultaties zullen zowel binnen het Bondgenootschap plaatsvinden als met andere landen, waarbij de consultaties met Rusland overigens in de NATO Russia Council zullen blijven. Dit high level body zal zich ook bezig houden met de coördinatie van alle activiteiten voor de ontwikkelingen van het Navo raketverdedigingssysteem. Verder zullen er in Brussel afspraken gemaakt worden over een commandovoeringsregeling, waarin SACEUR de operationele verantwoordelijkheid krijgt voor het NAVO raketverdedigingssysteem. Deze afspraken over commandovoering zullen de komende tijd nog verder uitgewerkt moeten worden. Ook zal de ministeriële spreken over de samenwerking met Rusland op het gebied van raketverdediging.

Navo-hervormingen

Op de Top van Lissabon heb ik voorgesteld de voortgang van de hervormingen tijdens elke bijeenkomst te agenderen. Naast een algemeen overzicht worden tijdens deze bijeenkomst twee onderwerpen uitvoeriger besproken, te weten de reorganisatie van de Navo-commandostructuur en de hervorming van de agentschappen.

Tijdens de Navo-top in Lissabon in 2010 is een generiek model voor een nieuwe en kleinere commandostructuur vastgesteld (Kamerstuknummer 28 676, nr. 123). Daarbij is nog geen besluit genomen over de geografische locaties van de hoofdkwartieren in de nieuwe structuur. Daarover dient conform het besluit in Lissabon uiterlijk in juni 2011 tijdens de ministeriële bijeenkomst van defensieministers te worden beslist. In dit kader is een aantal randvoorwaarden gesteld, waaronder een nieuwe generieke overeenkomst over de gastlandsteun (host nation support). Tot op heden verschillen de bijdragen van gastlanden aan Navo-hoofdkwartieren per land, en soms zelfs per hoofdkwartier in één land. Bij het opstellen van het nieuwe model van de commandostructuur werd onderkend dat het harmoniseren van de bijdragen van gastlanden kon leiden tot lagere kosten voor het gezamenlijke budget. Tijdens de komende ministeriële zal worden besloten over dit nieuwe geharmoniseerde beleid, dat zal leiden tot verdere besparingen voor de Navo als geheel. Ook is het generieke model verder uitgewerkt. Ten opzichte van de huidige bijdrage aan het Navo-hoofdkwartier in Brunssum zou Defensie in de toekomst een geringe additionele bijdrage moeten dragen. Zoals gesteld wordt tijdens deze bijeenkomst nog geen besluit genomen over de geografische locaties van de hoofdkwartieren. Over de toekomst van het hoofdkwartier in Brunssum kan ik daarom nog geen zekerheid verschaffen. Zoals u weet staat in het regeerakkoord dat de Regering zich zal inspannen om het hoofdkwartier in Brunssum te behouden.

Over het aantal agentschappen is tijdens de Navo-top een gelijksoortig besluit genomen. Het aantal agentschappen wordt teruggebracht van veertien naar drie.

Tijdens deze bijeenkomst ligt een voortgangsrapportage voor over de hervorming van de agentschappen. De beschikbare tijd en de complexiteit van de hervorming hebben er toe geleid dat de in Lissabon gestelde doelen voor deze ministeriële niet gerealiseerd konden worden. De business cases voor de drie nieuwe agentschappen en het shared services-initiatief, die de basis vormen voor de besluitvorming, zijn nog niet gereed. Vooral het berekenen van de transitiekosten en de opbrengsten vergt meer tijd. In de voortgangsrapportage wordt een nieuw tijdschema voorgesteld om de eerder gestelde doelen voor de ministeriële bijeenkomst in juni 2011 te bereiken.

Nederland is een van de drijvende krachten achter de hervormingen en waakt voor een zorgvuldige en rationele afweging tussen de nationale en Navo-belangen. Mede daarom heb ik een personele bijdrage geleverd aan het Navo-team dat de business cases opstelt. In het complexe en soms moeizame proces van de agentschappenhervormingen zal ik mij blijven inzetten voor een meer effectieve en efficiënte organisatie van de agentschappen.

Transformatie en internationale samenwerking

De Secretaris-Generaal van de Navo heeft in zijn toespraak tijdens de Sicherheitskonferenz in München begin februari jl., de nadruk gelegd op de noodzaak om zo effectief mogelijk met beschikbare middelen om te gaan. In tijden dat defensiebudgetten in bijna alle landen onder druk staan zal ook de Navo effectief met de beschikbare gelden om moeten gaan. Volgens de Secretaris-Generaal moeten landen waar mogelijk de krachten bundelen in multinationale initiatieven (door middel van pooling en sharing), moeten ze een strikte prioriteitenstelling hanteren, en moeten ze beter coördineren met andere partners, in het bijzonder de EU. De ministers zullen tijdens hun ontmoeting over dit thema, door de Secretaris-Generaal smart defence genoemd, van gedachten wisselen. Ik heb inmiddels contact gezocht met enkele landen om mogelijkheden te onderzoeken voor uitgebreide bilaterale samenwerking en zal mij ook in deze discussie constructief opstellen.

ISAF

Tijdens het de tweede dag van de bijeenkomst op 11 maart komen alle zevenenveertig aan ISAF deelnemende landen bijeen.

In 2010 heeft President Karzai op de Kaboelconferentie aangekondigd dat de Afghanen in 2014 zelf de verantwoordelijkheid willen dragen voor de veiligheid in hun land. Op de NAVO-top in Lissabon in november 2010 zijn daarop afspraken gemaakt met de Afghaanse autoriteiten over de start van het transitieproces. In de komende periode zal ISAF, in nauw overleg met de Afghaanse autoriteiten, de verantwoordelijkheden voor de veiligheid in een district of provincie geleidelijk overdragen aan het Afghaanse leger en politie.

Alle inspanning is erop gericht om de transitiefase in 2014 af te ronden. Hierbij is het van belang dat het transitieproces zorgvuldig geïmplementeerd wordt; alleen provincies of districten die voldoen aan de transitievoorwaarden worden overgedragen. Besluiten over transitie moeten onomkeerbaar zijn. Maar transitie gaat niet alleen over veiligheid. Bij het besluit of een provincie of district in aanmerking komt voor de overdracht van verantwoordelijkheden wordt ook de kwaliteit van het lokaal bestuur en de sociaal economische ontwikkeling meegewogen.

De start van het transitieproces leidt tot een nieuwe fase van de internationale betrokkenheid bij Afghanistan, waarbij de nadruk ligt op de opleiding en begeleiding van het Afghaanse leger en de politie. De geïntegreerde politietrainingsmissie levert hieraan een belangrijke bijdrage. De Nederlandse blik is echter breder dan de veiligheidssituatie alleen. Nederland investeert daarom niet alleen in de training van de civiele politie, maar ook in een betere justitiële sector in Kunduz.

Naar boven