Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 april 2024
Met deze brief bied ik u het onderzoekrapport «Naar een robuuste implementatie van
het Verdrag van Aarhus?» inclusief managementsamenvatting (bijlagen 1 en 2) aan. Dit
onderzoek is uitgevoerd door het Utrecht Centre for Water, Oceans and Sustainability
Law van de Universiteit Utrecht. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)
heeft de onderzoekers verzocht na te gaan of er verbeteringen nodig zijn in het Nederlandse
stelsel voor de implementatie en uitvoering van het Verdrag betreffende toegang tot
informatie, publieke inspraak in besluitvorming en toegang tot de rechter in milieuzaken
(Verdrag van Aarhus, VvA) om dit stelsel robuust en toekomstbestendig te maken.
Aanleiding en doel
In de afgelopen jaren is in een aantal zaken voor het Hof van Justitie van de Europese
Unie (HvJ EU) en het Aarhus Nalevingscomité geconstateerd dat Nederland op punten
niet voldeed of nog niet voldoet aan het VvA. Dit was voor IenW de aanleiding van
het onderzoek.1 Het doel was om inzicht te verkrijgen in bestaande kwetsbare punten en mogelijk nog
te verwachten kwetsbare punten of risico’s in het Nederlandse stelsel dat dient ter
implementatie en uitvoering van het VvA. De onderzoekers zijn gevraagd om mogelijke
oplossingsrichtingen te inventariseren om de geconstateerde en de mogelijk nog te
verwachten kwetsbare punten weg te nemen. Daartoe is een kritische analyse uitgevoerd
van de Nederlandse implementatie en uitvoering, van vroegere en tegenwoordige tekortkomingen,
en van aanhangige discussies hierover. Op basis van deze analyse komen de onderzoekers
met concrete aanbevelingen over hoe de implementatie en uitvoering van het VvA verbeterd
kan worden.
Onderzoeksbevindingen
Het overgrote deel van de gebleken gebreken in de omzetting van het VvA lijkt volgens
het rapport niet of moeilijk voorzienbaar te zijn geweest. Veel normen in het VvA
zijn onvoldoende specifiek om zonder nadere interpretatie toegepast te kunnen worden
in het nationale recht. Bij die nadere interpretatie moet rekening worden gehouden
met de grenzen die gesteld worden door de reikwijdte van het HvJ EU, het Aarhus Nalevingscomité,
en de vergadering van de Partijen (vvdP). De interpretatie van het Aarhus Nalevingscomité
is soms onvoorspelbaar, voor discussie vatbaar of afwijkend van die van het HvJ EU.
Dit betekent dat verdragsbepalingen vaak pas in de loop van de tijd duidelijk worden,
aldus de onderzoekers. Uit het onderzoek komen geen structurele gebreken in de Nederlandse
implementatie naar voren. Wel valt een aantal kwetsbare punten op. In het onderzoek
zijn per punt aanbevelingen gedaan voor verbetering. Vaak zijn er meer mogelijkheden
met voor- en nadelen. In een aantal gevallen is de keuze een vraag van politieke voorkeur.
Dan is geen aanbeveling gedaan.
In totaal worden er 25 aanbevelingen gedaan in het onderzoek. Er worden algemene aanbevelingen
gedaan, aanbevelingen over de toegang tot milieu-informatie, aanbevelingen over participatie
(in een vroeg stadium), aanbevelingen over rechtsbescherming en aanbevelingen over
een betere ontsluiting van kennis en uitleg voor de uitvoering.
Beleidsreactie
De aanbevelingen vragen om complexe juridische en beleidsmatige afwegingen die zorgvuldige
aandacht en opvolging vereisen. IenW richt een proces in om, in afstemming met alle
betrokken departementen, te komen tot een weloverwogen beleidsreactie op het onderzoek.
Ik verwacht u in het najaar te informeren over concrete voorstellen in reactie op
de aanbevelingen uit het onderzoek.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen