28 663 Milieubeleid

Nr. 82 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 april 2024

Met deze brief bied ik u het onderzoekrapport «Naar een robuuste implementatie van het Verdrag van Aarhus?» inclusief managementsamenvatting (bijlagen 1 en 2) aan. Dit onderzoek is uitgevoerd door het Utrecht Centre for Water, Oceans and Sustainability Law van de Universiteit Utrecht. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) heeft de onderzoekers verzocht na te gaan of er verbeteringen nodig zijn in het Nederlandse stelsel voor de implementatie en uitvoering van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, publieke inspraak in besluitvorming en toegang tot de rechter in milieuzaken (Verdrag van Aarhus, VvA) om dit stelsel robuust en toekomstbestendig te maken.

Aanleiding en doel

In de afgelopen jaren is in een aantal zaken voor het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) en het Aarhus Nalevingscomité geconstateerd dat Nederland op punten niet voldeed of nog niet voldoet aan het VvA. Dit was voor IenW de aanleiding van het onderzoek.1 Het doel was om inzicht te verkrijgen in bestaande kwetsbare punten en mogelijk nog te verwachten kwetsbare punten of risico’s in het Nederlandse stelsel dat dient ter implementatie en uitvoering van het VvA. De onderzoekers zijn gevraagd om mogelijke oplossingsrichtingen te inventariseren om de geconstateerde en de mogelijk nog te verwachten kwetsbare punten weg te nemen. Daartoe is een kritische analyse uitgevoerd van de Nederlandse implementatie en uitvoering, van vroegere en tegenwoordige tekortkomingen, en van aanhangige discussies hierover. Op basis van deze analyse komen de onderzoekers met concrete aanbevelingen over hoe de implementatie en uitvoering van het VvA verbeterd kan worden.

Onderzoeksbevindingen

Het overgrote deel van de gebleken gebreken in de omzetting van het VvA lijkt volgens het rapport niet of moeilijk voorzienbaar te zijn geweest. Veel normen in het VvA zijn onvoldoende specifiek om zonder nadere interpretatie toegepast te kunnen worden in het nationale recht. Bij die nadere interpretatie moet rekening worden gehouden met de grenzen die gesteld worden door de reikwijdte van het HvJ EU, het Aarhus Nalevingscomité, en de vergadering van de Partijen (vvdP). De interpretatie van het Aarhus Nalevingscomité is soms onvoorspelbaar, voor discussie vatbaar of afwijkend van die van het HvJ EU. Dit betekent dat verdragsbepalingen vaak pas in de loop van de tijd duidelijk worden, aldus de onderzoekers. Uit het onderzoek komen geen structurele gebreken in de Nederlandse implementatie naar voren. Wel valt een aantal kwetsbare punten op. In het onderzoek zijn per punt aanbevelingen gedaan voor verbetering. Vaak zijn er meer mogelijkheden met voor- en nadelen. In een aantal gevallen is de keuze een vraag van politieke voorkeur. Dan is geen aanbeveling gedaan.

In totaal worden er 25 aanbevelingen gedaan in het onderzoek. Er worden algemene aanbevelingen gedaan, aanbevelingen over de toegang tot milieu-informatie, aanbevelingen over participatie (in een vroeg stadium), aanbevelingen over rechtsbescherming en aanbevelingen over een betere ontsluiting van kennis en uitleg voor de uitvoering.

Beleidsreactie

De aanbevelingen vragen om complexe juridische en beleidsmatige afwegingen die zorgvuldige aandacht en opvolging vereisen. IenW richt een proces in om, in afstemming met alle betrokken departementen, te komen tot een weloverwogen beleidsreactie op het onderzoek. Ik verwacht u in het najaar te informeren over concrete voorstellen in reactie op de aanbevelingen uit het onderzoek.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Planningsbrief 2024 IenW pdf (overheid.nl).

Naar boven