A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN
TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOORZOVER NADIEN GEWIJZIGD
Wetsvoorstel
1. In artikel I, onderdeel D, ontbrak na «artikel 14»: , vierde
lid,.
2. Het voorgestelde artikel 172a Fw ontbrak.
3. Het voorgestelde artikel 281, tweede lid, ontbrak.
4. Het voorgestelde artikel 333a Fw ontbrak.
5. In artikel II was de toevoeging van artikel 5a aan de Uitvoeringswet
EG-executieverordening niet afhankelijk gemaakt van de inwerkingtreding van
wetsvoorstel 28 263.
6. In de aanhef van artikel III stond in plaats van «die wet»:
dat voorstel van wet, na tot wet te zijn verheven,.
7. In artikel IV ontbrak de vermelding van artikel 281, eerste en tweede
lid.
Memorie van toelichting
1. In de paragraaf «Algemeen» ontbraken de laatste vijf zinnen
van de derde alinea.
2. In de paragraaf «Algemeen» ontbrak in de vierde zin van
de vijfde alinea de zinsnede: , alsmede wanneer er in het geheel geen hoofdprocedure
wordt geopend.
2. In de paragraaf «Het voorstel van wet» ontbrak in de één
na laatste zin van de eerste alinea de zinsnede tussen gedachtenstreepjes.
3. In de artikelsgewijze toelichting bij artikel I, onderdeel A, bevatte
de vierde zin na «De toevoeging geschiedt» de volgende zinsnede: –
rekening houdend met het in wetsvoorstel 27 469 tot uitvoering van de
Richtlijn 98/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1998
tot wijziging van de Richtlijn 77/187/EEG inzake de onderlinge aanpassing
van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van
de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van
ondernemingen of vestigingen voorgestelde artikel 5, tweede lid –.
4. In de artikelsgewijze toelichting bij artikel I, onderdeel A, ontbrak
de negende zin.
5. De artikelsgewijze toelichting bij artikel I, onderdeel A, bevatte
een tweede alinea, luidende:
De Staatscommissie heeft voorts aanbevolen een wettelijke voorziening
te treffen om het de curator in een hoofdprocedure mogelijk te maken een verzoek
te doen tot beëindiging van een faillissement door middel van een akkoord
(artikel 34 van de verordening), voor welk verzoek dan ook procureurstelling
verplicht gesteld zou moeten worden. Een zodanige voorziening kan echter gemist
worden, nu de curator in een hoofdprocedure aan artikel 34 van de verordening
rechtstreeks de bevoegdheid kan ontlenen om een akkoord aan te bieden, waarbij
voor de curator dezelfde regels zullen gelden als in de Faillissementswet
in de artikelen artikel 138 en volgende voor de schuldenaar is voorgeschreven.
6. In de artikelsgewijze toelichting bij artikel I stond in onderdeel
D na de derde zin de volgende zin: Het CIR, dat in beheer is bij de Directie
Bestuurszaken van het Ministerie van Justitie, zal naar verwachting in het
najaar van 2002 operationeel zijn.
7. In de artikelsgewijze toelichting bij artikel I, onderdeel E, eerste
alinea, bevatte de derde zin na het woord «hoofdprocedure» de
zinsnede «van die regels gebruik kan maken en», ontbrak de vijfde
zin en kwam in plaats daarvan de volgende zin voor: Een nadere regeling behoeft
op dit punt derhalve, anders dan de Staatscommissie heeft geadviseerd, niet
te worden getroffen.
8. In de artikelsgewijze toelichting bij artikel I, onderdeel E, tweede
alinea, stond in de eerste zin in plaats van het woord «niet»
het woord «evenmin» en stond na het woord «want» het
woord «ook». In dezelfde alinea ontbrak de op twee na laatste
zin.
9. De toelichting op het voorgestelde artikel 172a Fw ontbrak.
10. De toelichting op het voorgestelde artikel 281, tweede lid, Fw ontbrak.
11. De toelichting op het voorgestelde artikel 333a Fw ontbrak.