nr. 39a
A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 10 december
2001 en het nader rapport d.d. 4 juli 2002, aangeboden aan de Koningin door
de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State is cursief
afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 12 oktober 2001, no. 01.004797, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, bij de Raad van State
ter overweging aanhangig gemaakt het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen
de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van Australië,
en Administratief Akkoord voor de uitvoering van het Verdrag inzake sociale
zekerheid tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering
van Australië; 's-Gravenhage, 2 juli 2001, met toelichtende nota.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 12 oktober
2001, no. 01.004797, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit
advies, gedateerd 10 december 2001, nr. W12.01.0521/IV, bied ik U hierbij
aan.
De op 27 mei 1999 in werking getreden Wet beperking export uitkeringen
maakt aanpassing van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen Nederland
en Australië en het bijbehorende Administratief Akkoord noodzakelijk.
Het nieuwe Verdrag, alsmede het akkoord, bevat handhavingsafspraken met betrekking
tot de socialeverzekeringswetten. Tevens is het Verdrag aangepast in verband
met de inwerkingtreding van de Algemene nabestaandenwet en de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering
zelfstandigen. De Raad van State maakt de volgende opmerking bij het Verdrag
en de bijbehorende toelichtende nota.
Het Verdrag bevat in artikel 24 een bepaling over de uitwisseling van
gegevens. Voor wat betreft het van toepassing zijnde recht bepaalt artikel
24, eerste lid, onder a, dat het recht van het land dat de gegevens verstrekt
van toepassing is.
Gegevensverstrekking aan een derde land dient te voldoen aan de criteria
die zijn vermeld in artikel 25 van de Richtlijn betreffende persoonsgegevens
van natuurlijke personen1. De Raad wijst in dit
verband op het advies van de Raad met betrekking tot het Verdrag inzake sociale
zekerheid met Zuid-Afrika2.
Gelet op het voorgaande dient in de toelichtende nota te worden ingegaan
op de vraag of met artikel 24 van het Verdrag wordt voldaan aan de criteria
van de hiervoor bedoelde richtlijn. Zo niet, dan verdient het
aanbeveling daar bij de eerstvolgende gelegenheid alsnog zorg voor te dragen.
Conform het advies van de Raad van State is de toelichtende nota met een
passage aangevuld.
De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld Verdrag
en bedoeld Administratief Akkoord worden overgelegd aan de beide Kamers der
Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.
De Vice-President van de Raad van State,
H. D. Tjeenk Willink
Ik moge U mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. F. Hoogervorst, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen
het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende
goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
J. J. van Aartsen
XNoot
1Richtlijn nr. 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese
Unie betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de
verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens
(PbEG L 281).
XNoot
2Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Zuid-Afrika
inzake sociale zekerheid; 's-Gravenhage, 16 mei 2001. Advies Raad van State
en nader rapport, kamerstukken II 2001/02, 28 073, nr. 85a en A, blz.
1 en 2.