28 652
Voorstel van wet van de leden Dittrich, Halsema en Van Nieuwenhoven houdende regels omtrent de vaste boekenprijs (Wet op de vaste boekenprijs)

nr. 29
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 september 2004

Hierbij stuur ik u mijn antwoord op de brief van de heer Dittrich d.d. 9-9-2004 (zie bijlage). Ik verzoek u mijn brief door te geleiden naar de indieners van het wetsvoorstel houdende regels omtrent de vaste boekenprijs, de leden Dittrich, Halsema en Van Nieuwenhoven.

In mijn brief aan de Tweede Kamer d.d. 1-9-2004 (28 652, nr. 28) over de reactie van het directoraat-generaal Concurrentie van de Europese Commissie inzake het wetsvoorstel vaste boekenprijs heb ik aandacht gevraagd voor de door de Commissie genoemde risico's in verband met mogelijke strijd met het Europese recht. Ik wees erop dat met de, tijdens de Tweede Kamerbehandeling, doorgevoerde aanpassing van artikel 3 van het wetsvoorstel een belangrijk bezwaar van de Commissie is komen te vervallen. Terecht voegen de indieners in hun brief daar aan toe dat het nieuwe artikel 3 van het wetsvoorstel nu ook geheel in lijn is met het importartikel in de Franse wetgeving. Tijdens informeel overleg over het oude artikel 3 hebben ambtenaren van de Commissie laten weten dat het in lijn brengen met de Franse regelgeving het Nederlandse wetsvoorstel Europeesrechtelijk duidelijk minder kwetsbaar maakt. Daarom heb ik in de begeleidende brief bij het aanbieden van de nieuwe versie van het wetsvoorstel aan de Commissie nadrukkelijk onder de aandacht gebracht dat het wetsvoorstel wat betreft importbepalingen niet langer afwijkt van de Franse wet. Evenals de indieners verwacht ik dat het risico op strijdigheid met het Europese recht daarmee in overwegende mate is weggenomen. Staatssecretaris van der Laan heeft zich hierover namens het kabinet tijdens de Tweede Kamerbehandeling in gelijke bewoordingen uitgelaten.

Tot slot hecht ik eraan te benadrukken dat het initiatiefwetsvoorstel op mijn steun en sympathie kan rekenen.

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst

BIJLAGE

Aan de Minister van Economische Zaken

Excellentie,

Met belangstelling hebben de indieners van het wetsvoorstel Vaste Boekenprijs kennisgenomen van het advies van de Europese Commissie en van uw begeleidende brief d.d. 01-09-2004, uw kenmerk ME/MW4055002, aan de voorzitter van de Tweede Kamer.

In verband daarmee wil ik u graag wijzen op het feit dat wij artikel 3, zoals dat oorspronkelijk aan de Commissie was voorgelegd, bij nota van wijziging tijdens het debat in de Tweede Kamer hebben vervangen door een versie die overeenkomt met de tekst van de Franse wet. Wij hebben daarmee gevolg gegeven aan de suggestie van de Commissievertegenwoordigers in het ambtelijk overleg van de Commissie.

Wij menen daarmee het door u vermelde risico, zoal niet geheel, dan toch in overwegende mate te hebben weggenomen.

Om die reden zien wij geen dwingende noodzaak om artikel 3 alsnog in zijn geheel te schrappen.

Mede namens de leden Halsema en Van Nieuwenhoven,

B. O. Dittrich

Naar boven