Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 april 2016
In het Voortgezet Algemeen Overleg Spoor d.d. 23 maart 2016 met de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Milieu (Handelingen II 2015/16, nr. 68, VSO Spoor) is door de
leden Van Helvert (CDA) en De Boer (VVD) een motie (Kamerstuk 28 642, nr. 79) ingediend en door uw Kamer aangenomen welke de regering verzoekt om in overleg met
Nederlandse Spoorwegen (NS) te verkennen of de huidige bevoegdheden en geweldsmiddelen
van de medewerkers van Veiligheid & Service van NS nog passend zijn bij de taken die
van hen worden verwacht. Met deze brief geef ik mede namens de Staatssecretaris van
Infrastructuur en Milieu antwoord op het verzoek van de heer van Helvert en mevrouw
de Boer om binnen twee weken een brief te sturen over de uitvoering van deze motie.
De buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) in het Openbaar Vervoer (OV) is in bezoldigde
dienst van een OV-bedrijf of overheidsinstantie en is belast met de opsporing van
strafbare feiten binnen het Domein OV.
Voor de toekenning van geweldsbevoegdheid aan boa’s geldt een restrictief beleid.
Het is aan de werkgever om de geweldsbevoegdheid voor boa’s aan te vragen. Het Ministerie
van Veiligheid en Justitie toetst deze aanvraag aan de hand van een aantal criteria.
Het toekennen van geweldsmiddelen aan een boa geschiedt slechts indien de noodzaak
hiertoe door de aanvrager aangetoond is. Daarnaast moet de boa ook bekwaam zijn om
het betreffende geweldsmiddel te gebruiken. Dat betekent dat de boa daarvoor moet
worden opgeleid en jaarlijks op zijn bekwaamheid moet worden getoetst.
De boa’s in het OV kunnen optioneel beschikken over, het geweldsmiddel (korte) wapenstok
en over het «vrijheidsbeperkende middel» handboeien. Er zijn geen OV- bedrijven waaraan
de wapenstok als geweldsmiddel is toegekend.
Bij NS zijn de volgende personen aangewezen als boa:
NS boa’s hebben de beschikking over handboeien.
In het kader van het thema sociale veiligheid in het openbaar vervoer is er regelmatig
overleg waar zowel de werkgevers als de vakbonden aan deelnemen.
Daar zal ik NS en de vakbonden blijven bevragen over hun ideeën en wensen met betrekking
tot de bevoegdheden van NS-boa’s en of hun geweldsmiddelen.
Naar aanleiding van de motie is er buiten voornoemd overleg rechtstreeks contact opgenomen
met NS. De Directie van NS heeft laten weten dat zij op dit moment geen aanleiding
zien om uitbreiding van de boa-bevoegdheden of geweldsmiddelen aan te vragen. Medewerkers
van Veiligheid & Service bewaken de veiligheid op de trein en het station. Zij handhaven
de bestaande wet- en regelgeving en de NS-huisregels en spreken mensen zo nodig aan
op hun gedrag. Indien noodzakelijk geven zij een aanwijzing, een bekeuring of houden
reizigers aan. Uitgangspunt is dat NS-personeel dat doet op een de-escalerende en
servicegerichte manier. Daar worden zij ook speciaal voor opgeleid. Dit kan binnen
de huidige boa-bevoegdheden en met de huidige toegekende geweldsmiddelen.
Ik heb met NS afgesproken de situatie te blijven monitoren en indien veranderende
omstandigheden aanleiding geven tot een uitbreiding van de bevoegdheden en/of de geweldsmiddelen
van NS- boa’s, zij daaromtrent met mij in overleg kunnen treden. Over de uitkomsten
hiervan zal ik uw Kamer informeren.
De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur