Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 februari 2016
Dat reizigers en medewerkers in het Openbaar Vervoer veilig moeten kunnen reizen en
werken staat buiten kijf. Agressie op het spoor verdient een stevige aanpak. Als mensen
in ons land in een publieke dienst namens de samenleving moeilijk werk doen is er
maar één devies: voor die mensen hebben we allemaal respect. Je blijft met je handen
van ze af. Daarom ben ik erg geschrokken door het ernstige incident bij Landgraaf
vorige week.
In maart vorig jaar hebben het Rijk, NS, ProRail, de vakbonden en het personeel samen
afspraken gemaakt over het volgende pakket aan maatregelen:
-
– Extra ondersteuning op de trein op risicolijnen en risicomomenten
-
– Meer cameratoezicht op stations en in de treinen
-
– Pilot met het plaatsen van beeldschermen
-
– Versneld in gebruik nemen van de OV-chipkaart toegangspoortjes
-
– Intensivering van de samenwerking tussen NS en politie
-
– Stationsverbod versneld invoeren
-
– «Lik op stuk» aanpak bij overtredingen
-
– Inzet op hulpverlening en opvang overlastgevers.
Tijdens het overleg in november is gezamenlijk geconcludeerd dat de maatregelen volop
in uitvoering zijn en dat er concrete resultaten zijn bereikt. Daarnaast wordt gewerkt
aan een evaluatie van het maatregelenpakket. Hierbij zal een eerste beeld van de effectiviteit
van de maatregelen gegeven worden.
De focus van partijen blijft op het gezamenlijk nemen van verdere acties in de uitvoering
van deze maatregelen. Naast alle ingezette maatregelen ben ik bereid om eenmalig € 10
miljoen bij te dragen aan extra maatregelen voor sociale veiligheid, met name voor
de uitbreiding van flexibele veiligheidsteams. Een groot deel hiervan zit in het pakket
aan maatregelen dat NS op 11 februari 2015 met de bonden is overeengekomen om agressie
tegen conducteurs en machinisten tegen te gaan. De bijdrage is bedoeld om de verbetering
van sociale veiligheid in het Openbaar Vervoer verder aan te jagen.
Het budget dat ik ter beschikking heb voor aanvullende beleidswensen tot 2028 is zeer
gering. De keuze om deze eenmalige bijdrage te doen, maakt de ruimte voor andere wensen
kleiner. Ik geef prioriteit aan het uitvoeren van maatregelen voor sociale veiligheid,
omdat het onacceptabel is dat de veiligheid van medewerkers en reizigers in het geding
is.
De extra maatregelen moeten bijdragen aan de veiligheid van NS personeel en andere
medewerkers in het Openbaar Vervoer en van de reizigers. De middelen zullen met name
worden gebruikt voor het inzetten van flexibele veiligheidsteams op die plekken waar
dat nodig is. Verder denk ik bijvoorbeeld aan de SMS-alert app, zoals eerder is voorgesteld
door leden van uw Kamer en aan extra bemensing bij poortjes die nog niet in gebruik
genomen zijn. Omdat bij deze laatste maatregel juist veel stations zitten waar ook
andere vervoerders rijden, heeft dit naar verwachting ook een positief effect op de
veiligheid van medewerkers van andere spoorbedrijven. Het precieze pakket van maatregelen
zal zo snel mogelijk moeten worden uitgewerkt.
In samenhang met het al afgesproken maatregelenpakket staat voor het vervolg een intensieve
daderaanpak centraal, in nauwe samenwerking met het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
Doel is het gericht aansluiten van acties en maatregelen op (potentiële) daders. Zo
wordt voorkomen dat het probleem van het ene gebied op het andere wordt afgewenteld.
Ook wordt de relatie met het dossier verwarde personen sterker gelegd. Sociale veiligheid
moet met alle spelers in het openbaar vervoer verder worden aangepakt. Daarom gaan
mijn collega van Veiligheid en Justite en ik binnenkort in gesprek met NS, stad- en
streekvervoerders, vakbonden en decentrale overheden om te komen tot een veiligheidsaanpak
waarin concrete, ambitieuze, maar ook realistische doelstellingen worden afgesproken.
Ik vertrouw erop dat met bovenstaande toezeggingen wordt bijgedragen aan het verbeteren
van de veiligheid voor de reizigers en de medewerkers en dat wij in de toekomst met
zijn allen blijven samenwerken om dit verder te verbeteren.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
S.A.M. Dijksma