Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 december 2015
Op 29 juni 20151 heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd uw Kamer te informeren over de ophoging van
het boetebedrag2 in het Openbaar Vervoer. Tijdens het Algemeen Overleg Spoor van 19 november jl. heb
ik uw Kamer gemeld u nader te informeren over de uitkomsten van het Nationaal OV Beraad
(NOVB) van 26 november 2015. Met deze brief kom ik beide toezeggingen na.
Coulancebeleid
In het NOVB van 26 november 2015 zijn afspraken gemaakt. Bij reizigers met een landelijk
afgekocht reisrecht die incidenteel vergeten in te checken wordt de boete kwijtgescholden.
Tot op heden gingen vervoerders hier verschillend mee om. Ik ben verheugd dat de vervoerders
hiervoor een gezamenlijk voorstel hebben gedaan. Met deze afspraak wordt tegemoet
gekomen aan een wens van reizigersorganisaties. Het gaat daarbij om reizigers met
de volgende reisrechten: OV-jaarabonnement/OV-vrij, NS-abonnement Altijd Vrij, Weekend
Vrij en Dal Vrij gedurende de weekenddagen, studentenreisproduct, Kids Vrij en een
netabonnement. Voorop staat dat in- en uitchecken nodig blijft. Ook in het belang
van een goed reizigersproduct.
Boetebedrag
Ik verhoog het boetebedrag dat vervoerders aan zwartrijders in rekening kunnen brengen
van 35 euro naar 50 euro. Hiermee moet het aantal zwartrijders verminderen. Ik streef
er naar de verhoging per 1 april 2016 in te laten gaan. De administratiekosten, bij
niet tijdige betaling, worden verhoogd van 10 naar 15 euro.
De wens om zwartrijden aan te pakken wordt breed gedeeld. Dit nieuwe boetebedrag kan
daarom op steun rekenen van alle betrokken partijen in het NOVB. Aanvankelijk was
het voornemen van mijn ambtsvoorganger het boetebedrag te verhogen naar 70 euro. Ik
heb echter na overleg met onder meer de vervoerders besloten tot een verhoging naar
50 euro. Enerzijds zoeken we een effectieve prikkel om het zwartrijden daadwerkelijk
tegen te gaan, anderzijds moet de verhoging proportioneel zijn. Ik verwacht dat met
deze verhoging naar 50 euro hierin een goede balans is gevonden.
In de brief van juni (Kamerstuk 28 642, nr. 62) is eveneens aangegeven dat met het Openbaar Ministerie (OM) en het Ministerie van
Veiligheid en Justitie (VenJ) gesproken zal worden over de eventuele verhoging van
de strafrechtelijke boete voor het zonder geldig vervoerbewijs gebruik maken van het
OV. Het OM en VenJ geven aan dat er al veel in gang is gezet om het zwartrijden in
het OV te verminderen en de handhaving te verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn het
instellen van reis- en verblijfsverboden waarvoor een specifiek strafvorderingsbeleid
is opgesteld en het versneld sluiten van de OV-chipkaart toegangspoortjes door de
vervoerders zelf. Een evaluatie van deze en andere maatregelen, zal door het onderzoeksinstituut
van VenJ, het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) worden uitgevoerd3. Ook is de strafrechtelijke boete in de afgelopen jaren al verhoogd naar 90 euro
en worden de strafrechtelijke boetes in onderlinge samenhang (tarievenstelsel) regelmatig
door het OM bezien. Verder verhogen is daarom nu niet aan de orde.
Evaluatie
Om te bekijken of met de verhoging naar 50 euro het gewenste effect bereikt wordt
en of andere gevolgen zich voordoen, wordt deze verhoging, zoals eerder aan uw Kamer
gemeld, na twee jaar geëvalueerd.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
S.A.M. Dijksma