28 642 Sociale veiligheid openbaar vervoer

Nr. 58 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 januari 2013

Met deze brief informeer ik u over de verlenging van de pilot Verbeterd toezicht.

Dit in aanvulling op mijn brief van 24 oktober 2012 en in reactie op het verzoek uit de procedurevergadering van de vaste commissie voor infrastructuur en milieu d.d. 16 januari 2013. In deze brief heb ik u gemeld dat ik bereid was om nog eenmaal de rijksbijdrage aan de pilot (50%) beschikbaar te stellen voor een verlenging. En voorts dat afhankelijk van de regionale bijdragen, de pilot daardoor minimaal drie maanden tot maximaal een half jaar verlengd kan worden.

Ik heb de betrokken bestuurders bij de vijf stadsregio’s en provincies een brief gestuurd waarin ik heb gemeld dat IenM de maanden november 2012 tot en met januari 2013 bekostigt en daarbij in principe uit gaat van co-financiering. Daarbij heb ik aan de bestuurders gevraagd of ze mee wilden werken en financieel bijdragen aan de verlenging van de pilot. De IenM-bijdrage van € 900.000 aan de verlenging van de pilot tot 1 februari 2013 is inmiddels overgeboekt naar Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland (FMN). FMN voert het projectmanagement van deze pilot namens de betrokken decentrale overheden en het ministerie van IenM. Tijdens de periode november tot eind januari 2013 loopt de pilot in de drie pilotgbieden met de inzet van 60 toezichthouders in totaal.

Bijgevoegd treft u de vijf antwoordbrieven aan die ik onlangs heb ontvangen (zie bijlagen).1 De gemeente Almere is bereid om in 2013 nog eenmalig € 50.000 beschikbaar te stellen voor een verlenging van een half jaar. De provincie Noord-Brabant zegt dat zij bij een verlenging met een half jaar voornemens is om voor een bedrag van € 100.000 bij te dragen. Samenwerkingsverband regio Eindhoven (SRE) heeft besloten om mee te werken aan een verlenging van een half jaar, mits 50% van de kosten door IenM wordt gefinancierd (en constateert dat aan deze voorwaarde wordt voldaan). De provincie Zuid-Holland is bereid om mee te werken en bij te dragen aan de verlenging van de pilot voor een halfjaar. De Stadsregio Amsterdam heeft mij gemeld dat zij niet mee willen werken aan een verlenging van de pilot, gesteld wordt dat de Stadsregio Amsterdam in haar gebied het veiligheidsteam openbaar vervoer heeft, dat een soortgelijke benadering hanteert als de pilot Verbeterd Toezicht OV.

Op basis van achtergrondinformatie van FMN inzake de bekostiging per regio betekent dit dat:

  • De pilot in het gebied Stadsregio Amsterdam eindigt op 31 januari 2013

  • De pilot in het gebied Almere verlengd kan worden tot 1 mei 2013 waarbij 3 toezichthouders ingezet zullen worden.

  • De pilot in het gebied Brabant verlengd kan worden tot 1 mei 2013 waarbij 4 toezichthouders voor SRE en 7 toezichthouders voor de provincie Noord-Brabant ingezet zullen worden.

  • De pilot in het gebied Zuid-Holland verlengd kan worden tot 1 mei 2013 waarbij 12 toezichthouders ingezet zullen worden.

Dit betekent dat het karakter van de pilot van 1 februari tot 1 mei wel anders van aard van aard zal zijn in de gebieden Randstad-Noord en Brabant, doordat het aantal toezichthouders dat hier ingezet zal worden verminderd als gevolg van de beschikbare decentrale financiering. Dit betekent dat FMN aan 34 toezichthouders die nu nog werkzaam zijn in het gebied Randstad-Noord en Brabant zal moeten laten weten dat zij vanaf 1 februari 2013 geen baanperspectief meer hebben als uitzendkracht beveiliger.

De pilot is sinds deze zomer twee keer verlengd door IenM (en in eerste instantie ook door BZK). Dit uit oogpunt van een goed keuzeproces voor de pilotregio’s en met het oog op duidelijkheid voor de beveiligers in kwestie.

Zoals ik u eerder heb laten weten ben ik van mening dat betrokken vervoerders en decentrale overheden gezamenlijk aan de lat staan voor het borgen van maatregelen voor sociale veiligheid in de concessies of anderszins.

Er lopen op dit moment twee trajecten die input hiervoor zullen leveren.

In opdracht van mijn collega van BZK wordt een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheid van een landelijke norm voor sociale veiligheid in het stad-en streekvervoer. IPO en Skvv nemen deel in de begeleidingsgroep en dit onderzoek zal in het eerste kwartaal van 2013 afgerond zijn.

Daarnaast kijkt de «Initiatiefgroep naar een beter OV» naar sociale veiligheid in brede context; het gaat dan om de functionaliteit van toezicht in relatie tot andere maatregelen. Op uitnodiging van Rover hebben de vervoersbedrijven en overheden met deze initiatiefgroep de handen ineengeslagen. Het doel is om met het OV een grote stap vooruit te maken ten dienste van de reiziger. Ik ondersteun dit traject zeer.

Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven