28 640
Voorstel van wet van de leden Eerdmans en Stuger tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht houdende de invoering van minimum straffen voor bepaalde geweldsdelicten

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is voor bepaalde geweldsdelicten minimum straffen in te voeren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 141, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 2° worden na de woorden «gevangenisstraf van ten» ingevoegd de woorden: minste vier jaren en ten;

2. In onderdeel 3° worden na de woorden «gevangenisstraf van ten» ingevoegd de woorden: minste zes jaren en ten.

B

In artikel 242 worden na de woorden «gevangenisstraf van ten» ingevoegd de woorden: minste zes jaren en ten.

C

In artikel 287 worden na de woorden «gevangenisstraf van ten» ingevoegd de woorden: minste acht jaren en ten.

D

In artikel 288 worden na de woorden «tijdelijke van ten» ingevoegd de woorden: minste tien jaren en ten.

E

In artikel 289 worden na de woorden «tijdelijke van ten» ingevoegd de woorden: minste tien jaren en ten.

F

Artikel 300 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid worden na de woorden «gevangenisstraf van ten» ingevoegd de woorden: minste twee jaren en ten;

2. In het derde lid worden na de woorden «gevangenisstraf van ten» ingevoegd de woorden: minste drie jaren en ten.

G

Artikel 301 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid worden na de woorden «gevangenisstraf van ten» ingevoegd de woorden: minste twee jaren en ten;

2. In het tweede lid worden na de woorden «gevangenisstraf van ten» ingevoegd de woorden: minste drie jaren en ten;

3. In het derde lid worden na de woorden «gevangenisstraf van ten» ingevoegd de woorden: minste vier jaren en ten.

H

Artikel 302 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid worden na de woorden «gevangenisstraf van ten» ingevoegd de woorden: minste vier jaren en ten;

2. In het tweede lid worden na de woorden «gevangenisstraf van ten» ingevoegd de woorden: minste vijf jaren en ten.

I

Artikel 303 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid worden na de woorden «gevangenisstraf van ten» ingevoegd de woorden: minste zes jaren en ten;

2. In het tweede lid worden na de woorden «gevangenisstraf van ten» ingevoegd de woorden: minste acht jaren en ten».

J

Artikel 306 wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel 1° worden na de woorden «gevangenisstraf van ten» ingevoegd de woorden: minste één jaar en ten;

2. In onderdeel 2° worden na de woorden «gevangenisstraf van ten» ingevoegd de woorden: minste twee jaren en ten.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatdsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

Naar boven