28 638 Mensenhandel

Nr. 212 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2022

Aanleiding

Op 17 oktober jl. heeft het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel (hierna: CKM) het rapport «Onzichtbare slachtoffers van mensenhandel» (hierna: het rapport) gepubliceerd. Dit rapport vindt u in bijlage 1. Op 18 oktober jl. heeft de Vaste Commissie voor Justitie en Veiligheid een verzoek gedaan om op dit rapport te reageren. Met deze brief willig ik dit verzoek in.

In het navolgende wordt eerst een reactie gegeven op het rapport (onder 1). Daarna wordt een update gegeven van de twee opgaven uit het coalitieakkoord met betrekking tot de aanpak van mensenhandel, namelijk de herijking van het programma «Samen tegen mensenhandel» (onder 2) en de modernisering van de strafbaarstelling van mensenhandel in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht (onder 3). Ten slotte is het bevorderlijk te vermelden dat ik op 20 oktober jl. van de leden Kuik, Bikker en Verkuijlen ook schriftelijke vragen over het rapport heb ontvangen.1 Beantwoording op deze vragen zult uw Kamer op korte termijn ontvangen.

1. Reactie op het rapport

In het rapport staat het aantal slachtoffers centraal dat in 2021 in beeld kwam van de online hulpverleningstool Chat met Fier. Bij Chat met Fier kunnen slachtoffers van geweld (anoniem) met een zorgprofessional chatten. In de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 zijn 314 unieke bezoekers met een hulpvraag rondom mensenhandel in beeld gekomen van de Chat met Fier.2 Het gaat hierbij om slachtoffers die zelf aangeven dat zij door iemand worden gedwongen om seks te hebben met anderen of tot het plegen van criminele feiten (285 personen). Tevens kan het gaan om bezoekers die zich zorgen maken dat iemand uit hun omgeving hiertoe wordt gedwongen (29 personen). Veruit de meeste bezoekers kwamen op de chat om te praten over een situatie van seksuele uitbuiting, namelijk 278 van de 314. In 15 gevallen betrof het bezoekers die op de chat kwamen vanwege criminele uitbuiting. In 21 gevallen ging het om bezoekers die een hulpvraag hadden over zowel criminele uitbuiting als seksuele uitbuiting. Van de slachtoffers was meer dan de helft meerderjarig (60%) en een kleiner deel minderjarig (40%). De gemiddelde leeftijd van de slachtoffers was 21 jaar.

Aanbevelingen en reactie

De bevindingen van het onderzoek resulteren in drie aanbevelingen. Ik zal, mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ingaan op de verschillende aanbevelingen.

Aanbeveling 1: De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid wordt als coördinerend bewindspersoon aanbevolen om te investeren in het vergaren van specifiek kennis inzake deze kwetsbare groepen en dit om te zetten in acties gericht op bewustwording, signalering en bescherming.

Het is evident dat mensenhandel, in welke vorm dan ook, voorkomen moet worden. De bescherming van (potentiële) slachtoffers en de opsporing en vervolging van daders valt of staat bij bewustwording en een adequate signalering. Als mensenhandel en uitbuiting plaatsvinden, moeten slachtoffers kunnen rekenen op de beste hulp die we hebben.

Daarvoor is ten eerste nodig dat professionals die met slachtoffers in aanraking komen moeten weten wat mensenhandel is, zodat zij signalen van slachtoffers kunnen herkennen. Die bewustwording moet breed worden aangevlogen, willen we slachtoffers goed kunnen beschermen. Artsen, leraren, politiemensen, vliegveldpersoneel, de samenleving «at large» moet weten wat mensenhandel is. Wanneer iemand zich bewust is van de problematiek, moet iemand daarnaar kunnen handelen. Als een slachtoffer zich vervolgens meldt, dan moet goede doorgeleiding naar hulp en bescherming plaatsvinden.

De laatste jaren zijn tal van initiatieven genomen om de sensitiviteit voor mensenhandel te vergroten, in de breedste zin van het woord. De kennis en het beleid erover bij gemeenten is enorm vergroot. De VNG heeft hard gewerkt om de beleidsontwikkeling op gemeentelijk niveau te professionaliseren, met het resultaat dat steeds meer gemeenten specifiek beleid op de aanpak van mensenhandel kennen. Een belangrijke stap om dit te realiseren is de ontwikkeling van het Kader mensenhandel voor gemeenten dat op 1 februari 2021 gepubliceerd is. Het kader biedt gemeenten bouwstenen bij het formuleren van een aanpak van mensenhandel. De volgende stap is dat zoveel mogelijk gemeenten dit kader ook daadwerkelijk implementeren. De politie heeft ingezet op het werven van nieuwe politiemedewerkers ten behoeve van de versterking van de aanpak op mensenhandel en door middel van trainingen aan eerstelijns politiemedewerkers over het herkennen van signalen van mensenhandel. De training is opgenomen in het opleidingscurriculum voor de (nieuwe) politiemedewerker. Deze training is voor alle collega’s blijvend benaderbaar en raadpleegbaar. In de toolkit is onder meer een e-learning opgenomen waarin alle verschijningsvormen van mensenhandel worden behandeld. Ook heeft CoMensha veel gedaan om medewerkers van Veilig Thuis op te leiden in het herkennen van signalen van mensenhandel. Medewerkers weten waar zij op moeten letten en de kennis erover is duurzaam in de organisatie geborgd.3 Ook bij huisartsen is geïnvesteerd in het vergroten van de bewustwording en het creëren van handelingsperspectief bij vermoedens. Dit heeft geresulteerd in webinars en een toolkit. Dit is een handzame leidraad hoe huisartsen kunnen signaleren.4

Het beschermen van de meest kwetsbare jongeren wordt een belangrijk speerpunt in het nieuwe programma Samen tegen Mensenhandel, dat op dit moment in samenwerking met alle betrokken partijen wordt opgesteld. Hierbij zal worden bezien of een landelijke bewustwordingscampagne kan bijdragen aan de aanbevolen investering gericht op bewustwording.

Ten tweede is het van belang om specifiek in te zetten op het verlagen van de drempel om mensenhandel te melden of aangifte te doen. Blijvend moet worden geïnvesteerd in het vergroten van de meldingsbereidheid van slachtoffers. Slachtoffers zijn vaak heel terughoudend om melding te maken van hun situatie, bijvoorbeeld uit angst of schaamte. Het is van belang dat we als overheid, maar ook breder als samenleving, om slachtoffers heen gaan staan en een veilig klimaat bieden om uit hun situatie te stappen. Dat doen we bijvoorbeeld door de Proeftuin aangiftebereidheid, waarbij het CKM en de politie samenwerken om het doen van aangifte laagdrempeliger te maken. In de verzamelbrief van Politie, verzonden op 19 oktober jl., is aan uw Kamer gemeld dat de proeftuin zich in een afrondende fase bevindt en dat het rapport naar verwachting in november van dit jaar door het CKM zal worden opgeleverd. Uw Kamer zal hierover worden geïnformeerd.5

Hiernaast loopt op dit moment een onderzoek, vanuit de ministeries van VWS en JenV naar laagdrempelige hulpverlening voor slachtoffers en plegers van verschillende vormen van geweld, waaronder mensenhandel. Met dit onderzoek wordt de vindbaarheid, toegankelijkheid en waardering van deze hulpdiensten nader onderzocht. De resultaten worden eind dit jaar opgeleverd. Uw Kamer zal hierover worden geïnformeerd.

Aanbeveling 2: De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid wordt als coördinerend bewindspersoon aanbevolen om de rol van anonieme online hulpverlening in de aanpak van mensenhandel te versterken met het doel dat slachtoffers de hulp en bescherming krijgen waar ze recht op hebben.

Om jongeren, zeker deze meest kwetsbaren, te bereiken moet je hun belevingswereld begrijpen. De begeleiding naar hulp online is van groot belang. Ik zie dan ook veel waarde in de anonieme online hulpverlening. Dit wordt ook onderstreept in het onderzoek, want steeds meer wordt de Chat met Fier gevonden. Mijn departement heeft de afgelopen jaren daarom bijgedragen aan proactieve benadering van slachtoffers door middel van een «online outreach traject». Het Ministerie van Justitie en Veiligheid financiert een deel van dit traject, waarbij het CKM een proef uitvoert om proactief online in contact te komen met mogelijke slachtoffers van seksuele uitbuiting. Een eerste pilot heeft begin dit jaar plaatsgevonden. Aanvullend start mijn departement dit jaar nog met de financiering van een tweejarig project van het CKM. Dit project werkt aan een landelijk online platform voor professionals en (potentiële) slachtoffers van criminele uitbuiting. Het project zet enerzijds in op bewustwording bij professionals over criminele uitbuiting als vorm van mensenhandel: niet elk delict wordt vrijwillig gepleegd. Anderzijds zet het project in op laagdrempelige hulpverlening, die raakt aan de belevingswereld van jongeren. Hiermee wordt een poging gedaan om slachtoffers beter te ondersteunen en hen te helpen uit onveilige situaties te komen.

Aanbeveling 3: De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid wordt als coördinerend bewindspersoon aanbevolen te investeren in onderzoek naar seksuele uitbuiting door ouders.

De bevindingen van het CKM baren mij zorgen. Het gaat hier om de situatie waarin uitbuiting plaatsvindt in een setting waarin kinderen zich juist het meest beschermd moeten voelen. De laatste jaren zijn enkele zaken voor de rechter geweest waarin een ouder is veroordeeld voor de uitbuiting van een eigen kind. Over de aard en omvang van deze problematiek is nog niet veel bekend, zeker in gevallen waarin het gaat om seksuele uitbuiting. Ik zal met het CKM in gesprek gaan over de onderzoeksresultaten en ik zal verkennen of nader onderzoek nodig en mogelijk is en zo ja, in welke vorm. Uw Kamer zal ik daarover informeren.

2. Herijking Programma Samen tegen Mensenhandel

In het coalitieakkoord is opgenomen dat het programma Samen tegen mensenhandel wordt voortgezet. Er zijn ruim 100 organisaties die in de aanpak van mensenhandel een rol spelen. Hierbij gaat het om organisaties uit onder meer de strafrechtketen, zorg- en opvangorganisaties, departementen, gemeenten en lokale partijen, ervaringsdeskundigen en ngo’s. De aanpak van mensenhandel vraagt om een gezamenlijke aanpak. Om daarbij tot een succesvolle gezamenlijke aanpak te komen, is het van belang om eigenaarschap te creëren bij betrokken partijen. Hiervoor is een zorgvuldig traject opgezet dat moet leiden tot een breed gedragen langetermijnvisie en strategie.

De eerste stappen zijn gezet in het ophalen van een alomvattend probleembeeld omtrent de huidige aanpak van mensenhandel. Vanuit een gezamenlijke probleemdefinitie zal verder worden gewerkt aan de probleem-oorzaak analyse, interventiemogelijkheden en resultaten en activiteiten om uiteindelijk te komen tot een gezamenlijke langetermijnvisie en strategie en aanpak. Voor dit traject is enige tijd nodig. Ik verwacht de resultaten te hebben aan het einde van volgend voorjaar.

Om ondertussen voor 2023 de beschikbare middelen goed te besteden is een proces opgezet om tot een gezamenlijk besluit te komen met betrokken partijen. De maatregelen die in 2023 worden genomen zullen een brug slaan tussen het huidige programma en het herijkte programma en de langetermijnvisie en strategie.

3. Modernisering artikel 273f Wetboek van Strafrecht (strafbaarstelling mensenhandel)

In het coalitieakkoord is opgenomen dat artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht, waarin de strafbaarstelling van mensenhandel is opgenomen, wordt gemoderniseerd. Het wetgevingstraject is inmiddels gestart. Uw Kamer is hierover bij brief van 9 september jl. geïnformeerd. De antwoorden op de vragen die over de inhoud van deze brief door uw commissie zijn gesteld heb ik op 4 november jl. naar de Tweede Kamer gezonden.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

2022Z19982.

X Noot
2

Voor dit onderzoek zijn alle gesprekken geanalyseerd van unieke bezoekers die voor het eerst in beeld kwamen van Chat met Fier én bij wie de hulpverlener heeft aangemerkt dat deze persoon een hulpvraag had inzake mensenhandel. Hoewel met uiterste zorgvuldigheid is getracht het aantal dubbelingen uit de dataset te verwijderen, kan niet worden uitgesloten dat het onverhoopt is voorgekomen dat een persoon dubbel is meegenomen in het onderzoek.

X Noot
5

Kamerstuk 29 628, nr. 1127.

Naar boven