28 638 Mensenhandel

Nr. 125 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 oktober 2014

Hierbij ontvangt u de recent gepubliceerde rapportages van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen (NRMSGK) inzake mensenhandel1. Het betreffen geactualiseerde rapportages – met de cijfers van 2013 – over de geregistreerde (mogelijke) slachtoffers en over de vervolging en berechting van verdachten. Er komen in deze rapportages een aantal ontwikkelingen naar voren die ik hieronder nader toe zal lichten.

Wat betreft de cijfers inzake vervolging en berechting blijkt dat verdachten van mensenhandel in 2012 en 2013 vaker zijn veroordeeld dan in de jaren daarvoor. Ook legt de rechter sinds 2010 steeds zwaardere straffen op. Deze ontwikkeling naar zwaardere straffen is volgens de Nationaal Rapporteur in lijn met de verhoging van de maximale strafbedreiging in 2009.

Wat betreft het aantal geregistreerde (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel geeft de Nationaal Rapporteur aan dat er sinds 2003 sprake is van een stijgende lijn. In 2013 gaat het om minder geregistreerde (mogelijke) slachtoffers dan in 2012. Pas na 2014 kan volgens de Nationaal Rapporteur duidelijk worden of deze daling doorzet.

In 2013 zijn verder iets meer minderjarigen als mogelijke slachtoffers gemeld. Dit kan – zoals de NRMSGK aangeeft – mede verklaard worden, doordat Stichting Nidos vanaf 2013 alleenstaande minderjarige vreemdelingen die mogelijke slachtoffer zijn heeft gemeld bij CoMensha. Een stijging van het aantal Nederlandse, minderjarige (mogelijke) slachtoffers kan een signaal zijn dat we meer zicht krijgen op deze groep. De verbetering van de signalering en registratie van minderjarige slachtoffers binnen Jeugdzorg is een belangrijk aandachtspunt. De commissie Azough werkt op dit moment aan een actieplan waarin onder meer de signalering en registratie van slachtoffers van mensenhandel binnen de Jeugdzorg wordt opgenomen.

Tot slot geeft de Nationaal Rapporteur aan dat in 2013 minder gevallen van uitbuiting buiten de seksbranche zijn gemeld dan voorheen. Er zijn reeds verschillende initiatieven ontplooid om meer zicht te krijgen op deze groep. Zoals ook de Nationaal Rapporteur aangeeft, is het op dit moment te vroeg om de resultaten van deze inspanningen al in kaart te brengen.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven