28 638 Mensenhandel

Nr. 114 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 mei 2014

Hierbij doe ik u het heden gepubliceerde rapport «Mensenhandel in en uit beeld 2» van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen (NRMSGK) toekomen1. Ik acht dit rapport van groot belang voor het zicht op de aard en de omvang van mensenhandel. Zoals de NRMSGK ook terecht in haar rapport benadrukt, zijn cijfers cruciaal voor een meer informatiegestuurde aanpak van mensenhandel. Zicht op mensenhandel is essentieel voor een effectieve aanpak van dit delict.

De vraag in hoeverre mensenhandel nu reeds in beeld is en in hoeverre hier nog verbeteringen mogelijk zijn, is de focus van dit rapport. Dit geldt zowel voor de aanpak van de daders als voor de bescherming van de slachtoffers. Het rapport concludeert weliswaar dat veel cijfers al beschikbaar zijn, maar dat er ook nog ruimte is voor verbeteringen.

De aanbevelingen zien met name op verbeteringen die op het gebied van registratie kunnen worden geïnitieerd. In dat kader wordt vooral verwezen naar het Nationaal Verwijzingsmechanisme Slachtoffers Mensenhandel, waarvoor momenteel – mede op aanbeveling van de NRMSGK – voorstellen worden ontwikkeld door een interdepartementale projectgroep in samenwerking met de relevante (uitvoerings)organisaties en de NRMSK.

Zoals ik u recent bij brief van 7 mei 2014 (Kamerstuk 28 638, nr. 113) heb aangegeven, mede namens de Minister van SZW en de Staatssecretarissen van VWS en VenJ, zal uw Kamer de rapportage over het project Nationaal Verwijzingsmechanisme Slachtoffers Mensenhandel voorafgaand aan het zomerreces ontvangen. In dit kader zal ook nader worden ingegaan op de conclusies en aanbevelingen uit dit rapport «Mensenhandel in en uit beeld 2» van de NRMSGK.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven