nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Algemeen deel
Deze novelle heeft tot doel het verplichte label te schrappen uit de voorgestelde
regeling voor duurzaam geproduceerd hout. Ik heb deze wijziging aangekondigd
bij de bespreking in de Eerste Kamer van de wetsvoorstellen over dit onderwerp –
voorstel van wet van het lid M. Vos tot wijziging van de Wet milieubeheer
(duurzaam geproduceerd hout) (23 982) en voorstel van het lid M. Vos
tot wijziging van het voorstel van wet van het lid M. Vos tot wijziging van
de Wet milieubeheer (duurzaam geproduceerd hout) (26 998). Tijdens die
bespreking heeft de Eerste kamer een motie (nr. 168e) van het lid Rabbinge
c.s. met algemene stemmen aanvaard. Met dit wetsvoorstel kom ik, voor zover
die motie aan mij is geadresseerd, tegemoet aan die motie.
In zijn oorspronkelijke vorm bevatte het voorstel een combinatie van een
positieve en een negatieve prikkel: de consument zou op houten producten of
op de verpakking daarvan steeds een merkteken aantreffen met informatie over
de herkomst. De negatieve prikkel, namelijk de verplichting een merkteken
aan te brengen op houten producten waarvan niet kan worden aangetoond dat
zij afkomstig zijn uit een gebied waar de houtproductie op duurzame wijze
plaats heeft, is nu uit de regeling verdwenen. Gebleven is de positieve prikkel:
de mogelijkheid heldere en eenduidige eisen te stellen aan duurzaam bosbeheer,
een systeem om te controleren of aan deze eisen wordt voldaan, en de waarborg
dat de informatie betrouwbaar is, die de consumenten bij aankoop van houten
producten krijgen.
Het bedrijfsleven zal door deze wijziging met minder lasten geconfronteerd
worden. Verder zal de gewijzigde regeling minder gevolgen hebben voor de interne
Europese markt en de interstatelijke handel. Uit eerdere contacten met de
Europese Commissie leid ik af dat het voorstel in de nieuwe vorm geen onoverkomelijke
bezwaren meer bij haar zal oproepen. Ook aan de bezwaren met betrekking tot
de proportionaliteit is met deze wijziging tegemoet gekomen. Ik ga ervan uit
dat het ook in WTO-verband aanvaardbaar is. De regering heeft aangegeven dat
ook zij aanneemt dat de gewijzigde regeling conform het EG-recht en WTO-recht
zal zijn (Handelingen I, 2001–2002, p. 1756).
De ingreep in het wetsvoorstel is zo gering mogelijk gehouden.
Artikelsgewijze deel
A
Nu de negatieve prikkel vervalt, behoeven het merkteken en het certificaat
daar niets over aan te geven.
B
Het verbod in het eerste lid van artikel 9.16 vervalt. Gehandhaafd blijft
de instemming van de instelling.
C
De inhoudelijke vereisten voor het beheersplan zijn nu bij elkaar gezet
in artikel 9.17.
M. Vos