28 630
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000, alsmede van enkele andere wetten teneinde enkele technische verbeteringen aan te brengen

nr. 10
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID K. G. DE VRIES TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8

Ontvangen 24 april 2003

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

I

Onderdeel O, komt te luiden:

O

Artikel 94 wordt gewijzigd als volgt:

1. Aan het einde van het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het beroep strekt tevens tot een verzoek om toekenning van schadevergoeding.

2. In de derde volzin van het tweede lid wordt na «in persoon dan wel in persoon» toegevoegd: of.

II

In onderdeel P vervalt in artikel 95, tweede lid, «, indien het oordeel daarover deel uitmaakt van de uitspraak, bedoeld in artikel 94, derde lid».

III

Na onderdeel Q wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

Qa

Artikel 106 wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1» geplaatst.

2. Na het eerste lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing, indien de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de opheffing van de maatregel strekkende tot vrijheidsontneming beveelt.

Toelichting

In de praktijk wordt niet in elke beroepszaak direct een verzoek om schadevergoeding gedaan en dus bevat niet elke uitspraak inzake bewaring een oordeel over schadevergoeding. Als bij de rechtbank bij de behandeling van de bewaringszaak ook een verzoek om schadevergoeding is gedaan, zullen de grieven in hoger beroep zowel betrekking kunnen hebben op de bewaring zelf als op de (niet-toegekende) schadevergoeding. Als echter geen verzoek om schadevergoeding bij de rechtbank is ingediend, kan de rechtbank zich daarover niet uitspreken. In de tekst van het voorgestelde artikel 95 ontbreekt de bevoegdheid voor de Afdeling om bij gegrondverklaring van het hoger beroep een schadevergoeding toe te kennen, indien daarom in het kader van het hoger beroep voor het eerst is verzocht. Dit betekent dat de vreemdeling zich dan tot de minister zal moeten wenden met een schadeverzoek. Met dit amendement wordt deze praktische complicatie vermeden. Omdat het eerste beroep altijd tevens strekt tot toekenning van schadevergoeding (I), maakt het oordeel daarover altijd deel uit van de uitspraak, bedoeld in artikel 94, derde lid, zodat die bijzin in het voorgestelde artikel 95, tweede lid, kan vervallen (II). Indien de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de opheffing van de maatregel strekkende tot vrijheidsontneming beveelt, kan zij schadevergoeding toekennen (III).

K. G. de Vries

Naar boven