nr. 61
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 24 oktober 2002
In mijn brief van 4 oktober jl. (SZW02-670) heb ik u geïnformeerd
over de voorgenomen wijziging van het Besluit Premiedifferentiatie WAO in
verband met het afschaffen van de geïndividualiseerde opslag of korting
voor kleine werkgevers, alsmede het Besluit beperking eigen risicodragen WAO.
In de betreffende brief is tevens het voornemen aangekondigd om deze besluiten
op 15 oktober as. in het Staatsblad te publiceren.
Naar aanleiding van deze brief had de vaste commissie voor Sociale Zaken
en Werkgelegenheid (SZW) een Algemeen Overleg gepland op 17 oktober.
Graag had ik in dit Algemeen Overleg een toelichting op de voorgenomen besluiten
gegeven. Dit Algemeen Overleg heeft echter geen doorgang kunnen vinden.
Recent heeft de vaste commissie voor SZW in de procedurevergadering van
23 oktober jl. besloten om de voorgenomen wijzigingsbesluiten Pemba als
niet controversieel te beschouwen. Verder heb ik via de griffier van de vaste
commissie voor SZW vernomen dat de vaste commissie voor SZW in de loop van
volgende week alsnog een Algemeen Overleg over de voorgenomen besluiten wenst
te houden.
Uitgaande van de in het Strategisch Akkoord voorgenomen ingangsdatum voor
de afschaffing van Pemba voor kleine werkgevers per 1 januari 2003, is
reeds eerder bekendheid gegeven aan dit voornemen en heb ik het UWV verzocht
om uitvoering van deze maatregel voor te bereiden. Met een brief van 17 oktober
(TK 28 629, nr. 4)) heb ik u al op de urgentie van de besluitvorming
gewezen. Nu heeft het UWV mij gemeld dat vanuit uitvoeringstechnisch oogpunt
niet langer gewacht kan worden met de definitieve beslissing over het al dan
niet afschaffen van Pemba voor kleine werkgevers per 1 januari aanstaande.
Deze urgentie vindt zijn oorzaak in het feit dat door het UWV op 24 oktober
de betreffende systemen moeten worden aangepast met het oog op het tijdig
aanmaken van de Pemba-beschikkingen en de voorschotnota's. Mocht deze systeemaanpassing vertraging oplopen dan zal ook de verzending van de nota's
aan werkgevers vertraging oplopen, hetgeen niet alleen betrekking heeft op
de Pemba-premie maar op alle premies gezamenlijk. Evident is dat hierdoor
de premie-afdracht door werkgevers over de eerste maanden van 2003 problematisch
zou verlopen. Naast onduidelijkheid en meerkosten voor werkgevers vanwege
tussentijdse aanpassing van systemen en problemen in de uitvoering voor het
UWV zou dit naar de inzichten van het UWV leiden tot een aanzienlijk renteverlies
voor de fondsen.
Naar aanleiding van het bovenstaande heb ik het UWV vandaag verzocht om
bij het aanmaken van de Pemba-beschikkingen nu reeds rekening te houden met
de voorgenomen besluitvorming ten aanzien van de afschaffing van Pemba voor
kleine werkgevers. De formele tenuitvoerlegging van de besluitvorming zal
volgende week plaatsvinden.
Hoewel ik mij realiseer dat ik hiermee de vaste commissie voor SZW voor
een voldongen feit stel, acht ik het noodzakelijk mijn verantwoordelijkheid
in deze te nemen. Gaarne ben ik bereid om in een nog te plannen Algemeen Overleg
van de vaste commissie voor SZW deze besluitvorming en de context waarin dit
plaatsvindt toe te lichten.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus