Aan de heer Šefčovič van de Europese Commissie
Den Haag, 28 november 2025
De leden van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) hebben
met belangstelling kennisgenomen van de Mededeling Strategie voor generatievernieuwing in de landbouw.1 De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA, met aansluiting van de leden van de fractie van de SP, hebben naar aanleiding hiervan
enkele vragen in het kader van de politieke dialoog.
Deze leden danken de Europese Commissie voor het opstellen van de strategie voor generatievernieuwing
in de landbouw. De geschetste problematiek voor jonge boeren is urgent en het is belangrijk
om voor de landbouwers in Europa een strategie te hebben waarmee de sector voldoende
aantrekkelijk wordt gemaakt voor jonge mensen om toe te treden.
Welke uitdagingen ziet de Commissie voor jonge landbouwers over 25 en 50 jaar? Hoe
kan de agrarische sector hierop voorbereid worden? Welke maatregelen zijn nodig in
verband met de eiwittransitie, klimaatdoelen en op welke wijze kunnen jonge boeren
veerkrachtiger worden dan de traditionele bedrijven ten opzichte van de klimaatcrisis?
Op pagina twee van de mededeling wordt verwezen naar het recht om te blijven. Kan
de Commissie toelichten om welk recht het hierbij gaat? Op welke juridische basis
is dit recht gestoeld?
In de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa is recent een rapport aangenomen
dat zich uitspreekt over de positieve baten van migratie in een vergrijzende samenleving.2 De Commissie schetst de leegloop van het platteland, het rapport gaat nadrukkelijk
ook in op de baten van migranten in dit soort gemeenschappen. Kan de Commissie daarom
ingaan op de bijdrage van migratie aan de landbouw in het licht van de strategie?
Kan de Commissie schetsen wat er nodig is om aan de ene kant lokale agrarische gemeenschappen
en aan de andere kant de migranten te helpen om de bijdrage van migranten aan het
leefbaar houden van het platteland te omarmen?
De commissie schetst een beeld van agrarische bedrijven die een verbreed palet aan
diensten uitvoeren. Toch loopt veel van de inkomstondersteuning aan boeren nog via
de agrarische producten. Ziet de Commissie reden om de inkomstondersteuning ook te
verbreden daar veel van de jonge boeren liever verbreed actief zijn?
Wat is de schadelast die door Nederlandse boeren afgelopen 10 jaar bij Europa is neergelegd
in het kader van het landbouwbeleid en schadeverzekeringen? Wat zijn de bedragen die
vanuit Nederland geclaimd zijn?
De leden van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zien de
reactie van de Europese Commissie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag
binnen drie maanden na dagtekening van deze brief.
De voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G.J. Oplaat