28 625
Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

nr. 96
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 maart 2010

Hierbij ontvangt u de voortgangsrapportage over de perceelsregistratie conform de toezegging die ik heb gedaan tijdens het Algemeen Overleg van 18 februari jongstleden (Kamerstuk 28 625, nr. 95). Tevens is deze brief – conform het verzoek van de vaste Kamercommissie voor LNV – een reactie op het artikel op agd.nl d.d. 10 maart jl. Voor de achtergrond van de wijzigingen in het perceelsregister verwijs ik u naar mijn brieven van 30 november 2009, 14 januari 2010 en 25 januari 2010 (Kamerstukken 28 625, nrs. 87 en 93 en 32 123 XIV, nr. 142).

In deze rapportage ga ik eerst in op de vier toezeggingen die ik in het AO heb gedaan. Vervolgens komt de stand van zaken van de perceelsaanpassingen aan de orde. Daarna ga ik in op het communicatietraject voor de komende maanden en de personele inzet bij Dienst Regelingen (DR).

Tevens heb ik als bijlage de schriftelijke vragen van Europees Parlementslid de Lange (PPE) met betrekking tot de perceelsregistratie en het antwoord van de Europese Commissie hierop toegevoegd.1 De antwoorden van de Commissie bevestigen de noodzaak van de aanpassing van de perceelsregistratie en de mogelijkheid om sloten van maximaal 4 meter breed (per perceel maximaal 2 meter sloot) in de controlesystematiek mee te rekenen bij de subsidiabele oppervlakte. De antwoorden zijn in lijn met wat ik u reeds tijdens het AO van 18 februari jl. heb aangegeven.

Toezeggingen in het AO

De Gecombineerde Opgave (e)GDI

Vanaf 18 januari tot en met 31 maart is het mogelijk om via «mijn dossier» in de internet applicatie eBRP (elektronische Basis Registratie Percelen) correcties door te geven op de nieuwe intekening van een perceel. Om het gebruikersgemak te verbeteren kunnen boeren vanaf 1 april hun gegevens en correcties doorgeven via de eGDI. Dit systeem biedt veel meer gebruikersgemak omdat het specifiek voor dit doel is ontwikkeld. DR adviseert de boeren dan ook om hun resterende wijzigingen via het eGDI systeem door te geven.

Conform mijn toezeggingen in het AO van 18 februari jongstleden zijn naast de gebruikelijke opgave van de beteelbare oppervlakte twee nieuwe elementen aan de GDI toegevoegd.

Boeren kunnen zoals gebruikelijk in de eGDI, indien nodig, hun percelen corrigeren. Er is nu ook een mogelijkheid toegevoegd waardoor boeren die hier problemen mee ondervinden op een gebruiksvriendelijke wijze door het verslepen van een stip en vervolgens het opgeven van de reden geholpen kunnen worden. Die reden kan de ondernemer eenvoudig doorgeven door te kiezen uit een lijstje van de meest voorkomende redenen. Bovendien kan hij zelf een reden invullen.

Ondernemers die graag geholpen willen worden bij het nauwkeurig aanpassen van hun percelen in de GDI, en daarmee een goede inschatting willen maken van hun berekende oppervlakte, kunnen contact opnemen met het LNV-loket. Daar zitten medewerkers die onder andere met behulp van een meekijkapplicatie ondersteuning kunnen bieden. De meekijkapplicatie biedt de ondernemer de mogelijkheid een medewerker van DR, na goedkeuring, mee te laten kijken op zijn scherm. Zo kan de medewerker exacte aanwijzingen geven over bijvoorbeeld het plaatsen van perceelslijnen. DR zal in haar communicatie met de ondernemers actief en nadrukkelijk op deze mogelijkheid wijzen.

Daarnaast kunnen ondernemers zich ook aanmelden voor één van de 23 voorlichtingsbijeenkomsten die in het kader van de GDI worden georganiseerd. Ook op deze bijeenkomsten kunnen ondernemers individuele hulp krijgen bij het intekenen van de percelen.

Sloten en slootranden

Ten tweede is de mogelijkheid aan de GDI toegevoegd om oppervlakte van de slootmarge op te geven. Sloten tot maximaal 4 meter breed kunnen voor maximaal 2 meter per perceel in de controlesystematiek worden meegerekend bij de subsidiabele oppervlakte. De voorwaarden, met alle bijbehorende details, die gelden voor de slootmarge in de controlesystematiek worden op de site van het LNV Loket duidelijk gecommuniceerd.

Een belangrijke voorwaarde is dat de sloot inclusief talud niet breder is dan vier meter. Van sloten tussen percelen tot vier meter breed mag de helft worden meegerekend. Sloten die breder zijn dan vier meter tellen in het geheel niet mee.

Het intekenen van sloten is niet nodig. Wel dienen boeren in de GDI expliciet aan te kruisen of ze van deze slootmarge gebruik willen maken en dienen ze de oppervlakte van deze slootmarge via de GDI te berekenen. De finale opgave van de oppervlakte voor de GDI blijft de verantwoordelijkheid van de ondernemer zelf.

Probleemgebiedenvergoeding

Ik heb tijdens het AO van 18 februari toegezegd dat ik de probleemgebiedenvergoeding wil verhogen. Ik heb inmiddels contact opgenomen met de provincies. De provincies zijn stelselverantwoordelijk voor het Subsidiestelsel natuur- en landschapsbeheer, waar de PGV een onderdeel van is. Mijn verwachting is dat de provincies spoedig op dit verzoek zullen ingaan.

Derogatie

In het AO van 18 februari jl. heb ik toegezegd in deze brief tevens in te gaan op de stand van zaken rond de derogatie. In totaal hebben 22 816 bedrijven met 879 000 hectares zich voor derogatie aangemeld. Op dit punt zijn er tot nu toe geen problemen geconstateerd.

Stand van zaken aanpassing perceelsregister

In maart 2010 was 99% van de 500 000 percelen opnieuw ingetekend. Zoals ik heb toegezegd in het AO van 18 februari jl. werkt Dienst Regelingen aan een verdere kwaliteitsverbetering van het perceelsregister. De kwaliteitsverbetering van de percelen verloopt langs twee lijnen: het doorvoeren van de correcties van de ondernemers en het doorvoeren van de verbeteringen die DR zelf constateert.

Ondernemers kunnen vanaf 18 januari online de eigen percelen controleren en gewenste correcties doorgeven. Tot 18 februari kwamen er 22 500 perceelscorrecties binnen. Aan mijn oproep in het AO van 18 februari jl. om percelen te controleren hebben ondernemers goed gehoor gegeven. Tot 1 maart zijn de correcties namelijk opgelopen tot 51 000 wijzigingen. Ook nu nog worden wijzigingen doorgeven, maar de piek lijkt voorbij te zijn. Op 10 maart waren er rond de 60 000 wijzigingen doorgegeven. Zoals toegezegd in het AO van 18 februari jl. kunnen boeren tot en met 15 mei hun wijzigingen doorgeven. De verwerking van deze gegevens zal, zoals gebruikelijk, in de periode na 15 mei plaatsvinden.

Naast het verwerken van alle correcties van de agrarisch ondernemers is DR – zoals ik heb aangegeven in mijn brief van 30 november jl. – bezig om, in samenwerking met het Kadaster, nog een extra kwaliteitsslag uit te voeren. Hiervoor worden door DR en het Kadaster samen circa 75 medewerkers extra ingezet.

Ik wijs erop dat het hele jaar door er aanpassingen op het perceelsregister zijn, denk daarbij aan het bebouwen van landbouwpercelen of het dempen van sloten tussen percelen. Actualiteit is één van de voordelen van een dynamisch perceelsregister, percelen veranderen immers continu.

Dienstverlening en communicatie met de sector

Dienst Regelingen zet in op actieve en duidelijke communicatie en optimale dienstverlening, in overleg met de sector.

Actieve en duidelijke communicatie.

DR heeft over de communicatie aan de ondernemers veelvuldig contact met LTO. Na het AO van 18 februari jl. heb ik het overleg met LTO geïntensiveerd. Dit vindt nu wekelijks plaats om eventuele knelpunten direct te kunnen bespreken en op te pakken. Onder meer over de informatie richting ondernemers heeft LTO mij van goede signalen voorzien. Zo bleek dat , ondanks de intensieve communicatie, landbouwers het beeld hebben gekregen hun perceelsaanpassingen te moeten doen vóór 1 april, terwijl de gehele periode GDI-periode (van 1 april tot 15 mei) ook wijzigingen kunnen worden doorgegeven. Aan de telefoon geeft Het LNV Loket de boeren inmiddels het advies in de GDI periode hun aanpassingen te doen. Dit omdat de eGDI aanmerkelijk meer gebruiksgemak geeft dan de huidige online percelen.

Om de juiste informatie te verstrekken, zet ik de volgende middelen in.

1. Internet: www.hetlnvloket.nl

De meest gestelde vragen worden iedere week aangevuld. Er staat ook informatie over de slotenmarge op de site, zodat een boer kan zien wanneer dit voor hem van toepassing is. Tot slot is er, vanaf eind maart, wekelijks informatie over de bereikbaarheid van het LNV Loket, informatie over de hoeveelheid doorgegeven aanpassingen van de ondernemer en straks over de hoeveelheid ingediende eGDI opgave, etc.

2. Communicatie uitingen over de GDI

Alle boeren ontvangen een uitnodiging voor de GDI. Daarbij zit een brochure met daarin een uitleg over het toepassen van de perceelaanpassing. Voor ondernemers die vorig jaar de GDI niet digitaal hebben ingediend organiseert DR, samen met LTO, speciale voorlichtingsbijeenkomsten. Het gaat om 23 bijeenkomsten door heel Nederland. Tijdens deze bijeenkomsten kunnen de boeren ook persoonlijk geholpen worden met het aanpassen van hun percelen via de GDI applicatie.

3. Extra aandacht via de regionale landbouw bladen

DR werkt momenteel aan een infobulletin dat in april bij de regionale agrarische bladen wordt gevoegd Hierin is onder andere aandacht voor de GDI, de gevolgen van de perceelaanpassing en de sloten.

4. Pers

DR informeert de pers wekelijks met de dienstverleningscijfers. In de week van 22 tot en met 26 maart is er een technische briefing eGDI voor de pers in Assen conform voorgaande jaren.

Optimale dienstverlening

In de eerste 2 maanden van 2010 zijn er bijna 7500 telefoongesprekken gevoerd over de perceelaanpassingen. De vragen die ondernemers stellen aan de telefoon worden benut om actuele vragen en antwoorden te plaatsen op internet. De meest gestelde vragen over de percelen zijn op dit moment: Hoe kan ik mijn percelen aanpassen?, hoe kan ik zien of mijn percelen zijn aangepast?, hoe kan ik handelen als ik geen internet heb?

Om de dienstverlening zo goed mogelijk uit te voeren hebben de medewerkers van het LNV Loket vaak de meekijkapplicatie gebruikt. Zo kan de medewerker meekijken op het computerscherm van de boer en aanwijzingen geven. Het aantal medewerkers van Het LNV Loket wordt de komende weken met 40 medewerkers opgeschaald om de bereikbaarheid goed te houden. De hoeveelheid telefoongesprekken over de percelen ligt al vanaf januari rond de 170 per dag. Ter vergelijking: over I&R, mestbeleid en GLB ontvangt DR ruim 200 telefoontjes per dag.

Overleg met de belangenorganisaties

Ik vind het overleg met de belangenorganisaties van grote waarde en wenselijk om een zo goed mogelijk resultaat te bereiken.

Daarom heeft DR voor de komende periode het overleg geïntensiveerd door middel van een wekelijks overleg met de LTO én de Vereniging van accountants en belastingsadviesbureaus (VLB). Hierin wordt de actuele stand van zaken gedeeld en vindt tevens afstemming plaats over beantwoording van vragen die binnenkomen bij LTO en VLB. Daarnaast heeft DR ook reguliere contactmomenten met LTO en VLB. Een strategisch overleg met de directie van mijn uitvoerende dienst vindt twee maal per jaar plaats. Op operationeel niveau overleggen deskundigen van DR en LTO zes maal per jaar. Tijdens het strategische overleg in oktober 2009 heeft DR met LTO de perceelsaanpassingen gedeeld. Op 26 februari jongstleden is dit wederom uitgebreid aan de orde gekomen. Deze overleggen zijn constructief verlopen.

Inzet personeel

Zoals ik reeds heb aangegeven in het AO van 18 januari is voor deze majeure operatie extra inzet nodig. Om zowel de aanpassingen van de percelen voortvarend op te pakken en de dienstverlening optimaal te houden, zet mijn dienst tijdelijk circa 100 mensen extra in.

Conclusie

DR zal er zorg voor dragen dat alle aanpassingen op het perceelsregister op tijd doorgevoerd zijn om zodoende een EU-conforme uitbetaling van de BTR in 2010 en van de SNL 2010 te realiseren. Boeren krijgen het geld waar ze op grond van de herziening van het perceelsregister recht op hebben.

Ik zal uw Kamer regelmatig op de hoogte houden van de voortgang van de aanpassingen van de percelen.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven