28 625 Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Nr. 341 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2022

Hierbij stuur ik de Tweede Kamer het advies van Adviescollege ICT-toetsing (AcICT) over het programma Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 23–27 bij het Ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en mijn reactie daarop. Ik dank het AcICT voor de uitgevoerde toets en het bijbehorende advies. Ik heb gedurende het onderzoek de prettige en constructieve samenwerking zeer gewaardeerd. In deze brief zal ik kort ingaan op de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de adviezen.

Achtergrond

In 2023 zal het herziene Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in werking treden. De uitvoering ervan stimuleert toekomstbestendige uitoefening van landbouwactiviteiten met de overgang van inkomenssteun naar doelgerichte betalingen op basis van prestaties. Het Nationaal Strategisch Plan (NSP) is de Nederlandse invulling van het nieuwe GLB. Deze implementatie van het GLB onderscheidt zich van de vorige implementaties vanwege de invoering van het nieuwe delivery model (NDM), de inzet van monitoring met satellietdata en het toepassen van het principe van verantwoord vertrouwen waardoor alle regelgeving, de uitvoeringsprocessen en de ondersteunende systemen ingrijpend moeten worden aangepast.

Door deze aanpassingen zal de dienstverlening in 2023 op onderdelen niet volledig vergelijkbaar zijn met die in de jaren daarvoor, maar zal er wel sprake zijn van een EU conforme uitvoering. Uitvoerder van het GLB is de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), die daartoe in april 2021 het programma GLB23–27 in opdracht van LNV is gestart.

Om deze procesaanpassingen en IV-ondersteuning tijdig en beheerst te ontwikkelen en implementeren, wordt een gefaseerde benadering gehanteerd. Fase 1: klaar zijn voor uitvoering in 2023. Fase 2: doorontwikkeling van de uitvoering in 2023 en 2024, gericht op het verminderen van de administratieve lasten voor de aanvrager en het verlagen van uitvoeringskosten met beheersing van risico’s door gebruik en toepassing van nieuwe (technische) mogelijkheden. Fase 2 wordt de komende maanden nader uitgewerkt.

Advies van het Adviescollege ICT-toetsing

Het is goed om te constateren dat het AcICT ziet dat de voortgang op korte termijn voldoende is en dat het programma op koers ligt om de openstelling voor de landbouwers mogelijk te maken.

De aandachtspunten die het AcICT in zijn advies benoemt voor de langere termijn, worden door mij herkend en neem ik ter harte. De daarbij door het AcICT geformuleerde aanbevelingen neem ik over en zullen bijdragen aan het beheerst uitvoeren van de rest van het programma Gemeenschappelijk landbouwbeleid 23–27.

Het AcICT heeft in zijn advies de volgende conclusie opgenomen:

Het programma boekt op korte termijn voldoende voortgang met direct betrokken systemen. Toch is het niet zeker dat alle regelingen gedurende de gehele looptijd tot 2027 goed digitaal ondersteund kunnen worden op het geambieerde niveau, omdat:

  • A. De regelingen onvoldoende zijn uitgewerkt voor datagedreven werken.

  • B. De dataverzameling niet aansluit bij datagedreven werken.

  • C. Het ICT-proces niet past bij de vele afhankelijkheden.

Daarbij is het advies om de regelingen en ICT in hun samenhang simpeler te maken, door onderstaande maatregelen te nemen:

  • 1. Werk als beleid en uitvoering eerder intensief samen aan de digitale uitvoerbaarheid van de regelingen.

  • 2. Geef meer aandacht aan datamanagement.

  • 3. Zet vaart achter de verbetering van het ICT-voortbrengingsproces.

Hieronder ga ik per maatregel verder in op de door AcICT verstrekte adviezen.

1. Werk als beleid en uitvoering intensiever samen aan de digitale uitvoerbaarheid van de regelingen.

In het NSP is vanaf de start intensief samengewerkt tussen onder andere de RVO en LNV, zodat uitvoerbaarheid van het beleid in zijn algemeenheid een onderdeel kon zijn van de besluitvorming. Het advies van het AcICT richt zich in het bijzonder op de digitale uitvoerbaarheid van de regelingen. Dit advies wordt door mij ter harte genomen en er wordt op korte termijn gevolg aan gegeven door de samenwerking een stap dieper de organisaties in te brengen. Zo worden de medewerkers die aan beleid of wetteksten werken onder meer in direct contact gebracht met de medewerkers die de ICT ontwerpen en ontwikkelen (inclusief het gebruik van data).

Daarnaast wordt dit advies ingebracht bij de uitwerking van het Actieprogramma digitalisering LNV, waarbij de RVO ook betrokken is, om hier ook op langere termijn samen aan te blijven werken. Dit actieprogramma is aangekondigd in de Digitaliseringsvisie LNV (Kamerstuk 35 570 XIV, nr. 79) die in september 2021 aan de Kamer is aangeboden.

2. Geef meer aandacht aan datamanagement

LNV en de RVO delen de ambitie om het GLB meer datagedreven uit te voeren. Het AcICT uit voor mij herkenbare aandachtspunten voor wat betreft de randvoorwaarde voor deze ambitie. Ik onderschrijf het belang van datamanagement en neem ook deze adviezen ter harte.

In de vormgeving van de tweede fase van het programma zal LNV in de opdrachtverstrekking aan de RVO nadrukkelijker aandacht geven aan datamanagement. Dit zal de gespecialiseerde afdeling data van de RVO – die betrokken is bij het programma – beter in staat stellen het programma Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 23–27 te ondersteunen. Meer aandacht voor datamanagement draagt in bredere zin bij aan de bovengenoemde Digitaliseringsvisie LNV en de positie van data daarin.

Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid zal prominent onderdeel zijn bij de implementatie van de datastrategie van RVO. Dit helpt bij het, in lijn met het advies van AcICT, verder ontwikkelen van de kaders voor het verzamelen en omgaan met eigen en openbare data en voor onderwerpen zoals data-eigenaarschap, dataveiligheid (privacy en security).

3. Zet vaart achter de verbetering van het ICT-voortbrengingsproces.

Het AcICT wijst op de vele afhankelijkheden tussen de ICT-ontwikkelteams en vraagt daar meer aandacht voor. De RVO organisatie is reeds een verbetertraject gestart om in zijn ICT-voortbrengingsketens meer «Agile» te gaan werken. De gedane bevindingen en bijbehorende aanbevelingen kunnen daarin goed meegenomen worden. Uiteindelijk moet dit zorgen dat, zoals AcICT voorstelt: de teams van LNV, de RVO en DICTU binnen ketens werken aan meetbare doelstellingen, zodat uitvoering en beleid met elkaar in lijn zijn en er minder afhankelijkheden zijn om te beheersen.

Het programma Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 23–27 zal de ketensamenwerking volgens «Agile» principes voor fase 2 zelf ook als speerpunt opnemen. De toenemende complexiteit van de regelingen geeft ook aanleiding om de integraliteit zo te borgen. Het programma Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 23–27 heeft reeds actie ondernomen naar aanleiding van de bevinding over het testmanagement en dit nu centraal ingericht als apart programmaonderdeel met een specifieke focus op ketentesten en de coördinatie hiervan.

De adviezen van het AcICT zullen, door invulling te geven aan de aanbevelingen, bijdragen aan het beheerst uitvoeren van het programma Gemeenschappelijk landbouwbeleid 23–27.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer

Naar boven