28 625 Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Nr. 319 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 november 2021

Uw Kamer heeft mij gevraagd te reageren op de brief van Stichting Agrobosbouw, met betrekking tot de stand van zaken omtrent agroforestry in het Nationaal strategisch plan. Dat zal ik in deze brief doen.

De brief die uw Kamer heeft ontvangen citeert mijn genoemde inzet op agroforestry in de Bossenstrategie, specifiek met betrekking tot het Nationaal Strategisch Plan. Ik heb in de Bossenstrategie samen met provincies een strategie opgesteld om agroforestry in de komende jaren te ondersteunen. Dit zal ik in de komende jaren met name doen door kennisontwikkeling en -deling te ondersteunen, door ondersteunende beleidskaders te creëren en, waar aanwezig, belemmeringen weg te nemen. Ik ben hier op verschillende manieren mee bezig. Ik zal me in deze brief focussen op mijn inzet via het Nationaal Strategisch Plan.

Ik ondersteun agroforestry binnen het Nationaal Strategisch Plan, door een inzet bij verschillende interventies. De activiteiten die ik in de Bossenstrategie noem en waarnaar de brief van Stichting Agrobosbouw verwijst, zijn hier onderdeel van. Zo is een belangrijke aanpassing in meer algemene zin de definitie van subsidiabele landbouwgrond. Daardoor worden houtopstanden op landbouwgrond, productief of niet, een onderdeel van landbouwgrond, en subsidiabel in de eerste Pijler van het GLB. Dit stimuleert zowel landschapselementen als agroforestry. Dit verruimt de mogelijkheden voor agrariërs om boomsoorten aan te planten die niet direct oogstbaar/commercieel zijn, maar wel belangrijke ecosysteemdiensten leveren. Daarnaast wordt binnen deze definitie landbouwgrond het aantal toegestane bomen op bouw- en grasland per hectare verruimd van 50 naar 100, waardoor hier meer bomen verspreid over een perceel geplant kunnen.

Daarnaast ben ik, zoals uw Kamer weet, bezig met het ontwikkelen van de ecoregeling. De ecoregeling is een regeling die beheer vergoedt, met als doel om landbouwers te ondersteunen bij het versterken van hun inzet voor klimaat en leefomgeving. De ecoregeling is bij de start met name ingericht voor activiteiten op bouwland en grasland. Het integreren van bomen op bouw- en grasland, ofwel agroforestry, is een manier om hier invulling aan te geven. De maatregelen als gedefinieerd in de ecoregeling ondersteunen dit, al is dit niet via de term «agroforestry», maar bijvoorbeeld via de maatregel «strokenteelt», «meerjarige teelt» of «houtig element». Als de ecoregeling eenmaal loopt, zal verder worden verkend met belanghebbenden of dit afdoende is. De lopende GLB-pilots bieden hier ook meer inzichten in. In meerdere pilots wordt de inzet van houtige elementen meegenomen.

De brief citeert ook mijn inzet om investeringen in agroforestry te ondersteunen via pijler 2. Ik heb inderdaad in de Bossenstrategie als mogelijkheid voor financiering van agroforestry het ontwikkelen van een subsidieregeling in het NSP genoemd, met medefinanciering vanuit de EU, om koolstofopslag via bomen op landbouwgrond te stimuleren. Ik verken daarom hoe ik agroforestry via het NSP een financiële impuls kan geven via de investeringscomponent binnen het NSP. In het geval van agroforestry gaat het om forse investeringen in plantgoed en nieuwe bedrijfsplannen, waarbij de inkomsten bovendien pas na een paar jaar komen. Binnen het NSP zijn verschillende interventies mogelijk om investeringen te stimuleren, dit besluit wordt in afstemming met de provincies genomen. Agroforestry heeft mijn aandacht, maar de exacte invulling zal nog besproken worden. Over de andere regeling waar in de brief naar wordt verwezen, namelijk de regeling landschapselementen, heb ik uw Kamer in mijn brief van 24 september 2021 (Kamerstuk 28 625, nr. 298) ingelicht.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven