28 625 Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Nr. 286 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 7 december 2020.

De wens om over de voorgenomen voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling nadere inlichtingen te ontvangen kan door of namens de Kamer of door ten minste dertig leden van de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 31 januari 2021.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden gedaan dan op 1 februari 2021 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.

Bij de termijnen is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 december 2020

Hierbij bied ik u aan de aangepast conceptregeling van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies, in verband met de herinvoering van titel 4.5. Pilots toekomstbestendige landbouw nieuw GLB1.

Deze voorlegging is vanwege de voorhangprocedure, bedoeld in artikel 4.10, zesde lid, van de Comptabiliteitswet 2016. Dit artikel biedt uw Kamer de gelegenheid zich uit te spreken over de ontwerpregeling. Deze nieuwe regeling is niet fundamenteel veranderd ten opzichte van de vorige. Het verschil is dat er nu ook pilots meedoen op het gebied van Veenweiden en kringlooplandbouw. De subsidies worden verstrekt onder hoofdzakelijk dezelfde voorwaarden voor overwegend dezelfde activiteiten als van een vervallen eerdere subsidiemodule, voordat deze gepubliceerd zal worden.

Die subsidiemodule was op 25 november 2018 in werking getreden en met ingang van 31 december 2019 vervallen. Voor de vervallen subsidiemodule was één openstelling voorzien. Om die reden was er voor gekozen om deze subsidiemodule relatief snel na inwerkingtreding te laten vervallen.

De pilots hebben als doel te testen hoe binnen het GLB 2023–2027 op of aanpalend aan landbouwgrond, doelgerichte betalingen kunnen worden ingezet voor het halen van GLB-doelen en regiospecifieke opgaven rond het toekomstbestendig maken van de landbouw door bijvoorbeeld kringlooplandbouw te versterken en/of meer natuurinclusief te maken. Doordat de invoering van het nieuwe GLB is uitgesteld tot 2023 en de maatregelen van het huidige GLB verlengd zullen worden is er nog steeds behoefte aan deze pilots.

Op grond van deze subsidiemodule kan subsidie worden verleend aan pilots waarin boeren verder kunnen experimenteren met het halen van doelstellingen uit het nieuwe GLB:

  • klimaat, de bescherming van natuurlijke hulpbronnen (lucht, water en bodem), biodiversiteit, landschap en landschapselementen;

  • klimaat door pilots in veenweidegebieden gericht op de reductie van CO2-emissies;

  • verbeteren van de bodemkwaliteit, CO2-opslag in de bodem en het sluiten van nutriëntenkringlopen.

Deze praktijkervaringen leveren naar verwachting nieuwe inzichten op die bijdragen aan een effectievere inzet van GLB-instrumenten in het Nationaal Strategisch Plan (GLB-NSP), maar tegelijk ook voor het nationale beleid met betrekking tot stikstof en mest. Om hiervoor vermelde redenen ben ik voornemens deze subsidiemodule in een iets uitgebreidere variant opnieuw vast te stellen met als vervaldatum 31 december 2023. De regeling zal opengesteld worden zodra de Europese verordening is gepubliceerd en de goedkeuring van uw Kamer binnen is, dan wel dat de 30 dagen van de voorhang voorbij zijn. De transitieverordening voorziet in verlenging van het huidige GLB, en vormt daarmee in de transitieperiode de juridische grond voor POP3+. Naar verwachting zal die publicatie nog dit jaar of begin volgend jaar plaatsvinden. De data van openstelling zijn daarom nog niet ingevuld in de ontwerpregeling.

In artikel 4.10, zesde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 is bepaald dat een subsidieregeling die strekt tot het verstrekken van subsidie onder hoofdzakelijk dezelfde voorwaarden voor overwegend dezelfde activiteiten als van een vervallen subsidieregeling, niet eerder wordt vastgesteld dan 30 dagen nadat het ontwerp van die subsidieregeling schriftelijk ter kennis is gebracht van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Voorts geldt hierbij dat indien binnen de termijn van 30 dagen ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal nadere inlichtingen vraagt, de subsidieregeling, bedoeld in het vierde lid, niet wordt vastgesteld dan 14 dagen nadat de inlichtingen zijn verstrekt. De regeling dient gelet op het bovenstaande niet eerder vastgesteld te worden dan 30 dagen na verzending van deze brief. Hierbij houd ik rekening met het uitgangspunt dat drievierde van de voorhangperiode buiten het reces moet vallen. Dat wil zeggen dat de voorhangtermijn in principe duurt tot 31 januari 2021.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven