28 625 Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Nr. 236 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 mei 2016

Hierbij ontvangt u mijn reactie op de op 7 april 2016 door uw Kamer aangenomen motie Geurts c.s. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 905) inzake uitbetaling van betalingsrechten.

De motie verzoekt te streven naar volledige uitbetaling van betalingsrechten in december van het jaar over welke deze betaald worden, en uiterlijk in januari. Ik begrijp deze motie als een inspanningsverplichting om de betalingen zo veel als mogelijk voor 1 februari in het jaar na indiening van de Gecombineerde Opgave te doen. Het is ook mijn streven om alle betalingen zo snel mogelijk uit te voeren, echter vanwege de controlevoorschriften is het niet mogelijk om alle betalingen voor 1 februari af te ronden. Dit vanwege controles in kader van de vergroeningsvoorwaarden die pas na 1 februari plaats kunnen vinden. Zo moet voor het duurzaamheidscertificaat worden gecontroleerd op het in stand houden van 50% van de akkerranden en moet het telen van een nagewas na een vroeg geoogst stikstofbindend gewas gecontroleerd worden.

Ook wordt de betaling vertraagd omdat er in specifieke complexe bedrijfssituaties nog nader onderzoek moet worden gedaan om tot een correcte uitbetaling over te gaan. Ook de afhandeling van bezwaar- en beroepsprocedures kan tot vertraging leiden. Dit licht ik toe in deze brief. Daarnaast ga ik in op de mogelijkheid die Eurocommissaris Hogan heeft geboden om de termijn voor indiening van de Gecombineerde Opgave te verlengen met een maand, mede in relatie tot de genoemde motie.

Huidige situatie en mogelijkheden tot versnelling

In de laatste drie jaar voordat het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) in 2015 is ingevoerd, was het betalingspercentage eind december 85,8–95,2% en eind februari 95,7–98,7%. Dit jaar was, mede vanwege het de invoering van het nieuwe GLB, eind januari 60% van de 750 miljoen euro uitbetaald. Daarbij werd een deel van de vertraging verklaard door de verlengde termijn van indiening van de Gecombineerde Opgave en het inzetten op het uitbetalen van voorschotten voor 1 december. De uitbetaling van de basispremie zal de komende jaren zo snel als mogelijk plaatsvinden. Daarbij wordt, zoals de motie Geurts c.s. verzoekt, ernaar gestreefd zoveel als mogelijk de basispremie in december en januari uit te betalen.

De vergroenings-, jonge boeren- en graasdierpremies moeten hiervan los gezien worden. Hiervoor geldt dat zij zo snel als mogelijk is na januari gerealiseerd zullen worden.

Ik zie een aantal mogelijkheden om de betalingen te versnellen.

Zo zijn er meer controles in de aanvraag ingebouwd, waardoor de kwaliteit van de aanvragen toeneemt en de afhandeling vlotter verloopt. Het aantal controles zal voor de aanvraag 2017 verder worden uitgebreid (o.a. preliminary checks). Ook ziet de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) nog ruimte om het controleproces verder te optimaliseren, mede op basis van de huidige ervaringen. Ik vraag RVO.nl deze mogelijkheden maximaal te benutten.

Voor de volledigheid wijs ik erop dat een eerdere uitbetaling ook kan worden bereikt door de aanvraagperiode te vervroegen, omdat dan eerder aan de afhandeling begonnen kan worden. Tot nu toe is de sector daar geen voorstander van. Voor de lopende Gecombineerde Opgave 2016 is dit niet meer mogelijk, maar in latere jaren mogelijk wel. Vlaanderen maakt gebruik van deze mogelijkheid, de uiterste indieningsdatum is daar 21 april.

Het moment van uitbetaling hangt ook samen met de nationale keuzes die worden gemaakt voor de invulling van het GLB. Deze keuzes kunnen de uitvoeringslast vergroten of latere controlemomenten vereisen en daarmee de afhandeling vertragen. Zo zijn de mogelijkheden om gebruik te maken van duurzaamheidscertificaten, de mogelijkheid om de invulling van het ecologisch aandachtsgebied collectief te doen en de instandhoudingstermijn van 10 weken voor vanggewassen nationale keuzes die de totale afhandeling complexer maken en vertragend werken. Dit geldt ook voor de graasdierpremie. Deze nationale keuzes zijn gemaakt om te zorgen dat de inzet van GLB-geld ook daadwerkelijk leidt tot vergroening.

Naast de keuzes die worden gemaakt met betrekking tot de invulling van de vergroening vergroot ook het verlengen van de termijn voor indiening van de Gecombineerde Opgave de druk op de uitvoering en leidt hierdoor tot een latere uitbetaling.

Verlenging aanvraagperiode 2016

Eurocommissaris Hogan heeft op 29 april jl. aangekondigd dat de Europese Commissie lidstaten weer de mogelijkheid wil geven om in 2016 de aanvraagperiode voor de steun te verlengen van 15 mei tot 15 juni. Met LTO heeft hierover nader overleg plaatsgevonden. LTO heeft aangegeven dat ze voorstander van een snelle uitbetaling is en zich verder niet over verschillende opties wenst uit te spreken. Mede gezien het voorgaande geef ik prioriteit aan een zo vroeg mogelijke betaling van de steun. Daarom ben ik niet van plan om de aanvraagperiode te verlengen.

Ik ben mij ervan bewust dat een kleine groep landbouwers, die na 1 april de toewijzing van betalingsrechten heeft ontvangen, de uiterste datum van 15 mei als vroeg ervaart om hun rechten over te dragen en om duidelijkheid te krijgen als zij het niet eens zijn met de beslissing. Voor deze groep zal, zoals ik ook heb aangegeven in de brief van 31 maart jl., RVO.nl ondersteuning bieden en inzetten op een maatwerkoplossing.

Landbouwers die na 1 april een beslissing hebben ontvangen over het toekennen van de betalingsrechten en die daardoor relatief kort de tijd hebben voor tijdig melden van de overdracht van rechten, ondersteun ik bij het doen van hun melding. Deze landbouwers kunnen zich voor 15 mei melden bij RVO.nl en RVO.nl zal dan per geval een maatwerkoplossing aanbieden.

Landbouwers die bezwaar hebben gemaakt tegen de beslissing over het toekennen van de betalingsrechten kunnen in het bezwaarschrift, dan wel tijdens de bezwaarschriftprocedure, aangeven dat zij de eventueel nog te ontvangen rechten willen overdragen.

Ik zal u, zoals gebruikelijk, na de zomer informeren over de planning rondom het uitbetalen van de rechten en ook daarna informeren over de voortgang. Ik zal mij blijven inzetten voor een tijdige betaling zoals de motie Geurts c.s. vraagt.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven