28 625 Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Nr. 128 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 17 juni 2011

De vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de brief van 27 mei 2011 inzake de stand van zaken toezeggingen VSO van 16 maart 2011 betreffende onder andere onderzoek deregulering, cliënt volgsysteem, invoering GPS-technieken en overzicht betalingen (Kamerstuk 28 625, nr.126).

De staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 15 juni 2011. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Van der Ham

Adjunct-griffier van de commissie,

Blacquiere

Inleiding

Bijgaand vind u de antwoorden op de vragen door uw Kamer schriftelijk gesteld op 7 juni 2011,in het kader van de stand van zaken Toezegging VSO van

16 maart 2011, inzake o.a. onderzoek deregulering, cliënt volgsysteem, invoering GPS-technieken en overzicht betalingen (2001Z11260). Tevens zend ik u de in het AO Uitbetaling Toeslagrechten van 26 april 2011 toegezegde lijst van alle sancties met de daarvoor geldende wettelijke basis.2

1

Welke ruimte hebben de lidstaten om de uitvoeringsystematiek in te richten welke past in het door de Europese Commissie (EC) geformuleerde controlebeleid?

Europese Verordeningen zijn rechtstreeks van toepassing in alle EU-lidstaten. Het controlebeleid is uniform en is rechtstreeks van toepassing op de door de lidstaat gekozen uitvoeringssystematiek.

2

Klopt het dat het door de EC geformuleerde controlebeleid het eigenlijke kader is waarbinnen de lidstaten hun uitvoeringssystematiek mogen inrichten?

Ja.

3

Is in beeld hoeveel lidstaten tegen het «zero tolerance» controlebeleid aanlopen?

Alle lidstaten hebben te maken met hetzelfde controlebeleid. Bekend is dat verschillende lidstaten de afgelopen jaren met hoge boetes zijn geconfronteerd.

4

Is het geïntegreerde beheers- en controlesysteem (GBCS) voor elke lidstaat afzonderlijk of specifiek voorgeschreven?

Het GBCS is rechtstreeks en generiek van toepassing in alle lidstaten.

5

Hoe kan het dat de uitvoeringssystematiek en controlesystematiek een grote diversiteit kent terwijl de kaders en de diepgang van de controle voor elke lidstaat Europees zijn voorgeschreven? Zijn deze voor elke lidstaat afzonderlijk voorgeschreven of is er één uniforme lijn?

De diversiteit is het gevolg van de verschillende keuzes die in het GLB mogelijk waren en zijn. Als een lidstaat kiest voor het historisch model zijn de GBCS-regels voor het historisch model van toepassing. Als een lidstaat kiest voor ontkoppeling zijn de GBCS-regels voor ontkoppeling van toepassing.

6

Staat de uitvoeringslast in verhouding met het maatwerk welke geleverd is? Wegen de kosten op tegen de voordelen die de individuele agrariërs genieten?

Er is voor het historisch model gekozen, omdat toepassing van het regionale model een ongewenste inkomensherverdeling tot gevolg zou hebben. De kosten van toepassing van het historisch model wegen derhalve op tegen de baten daarvan voor individuele agrariërs.

7

Is de gronddruk in andere lidstaten anders? Kan de oorzaak liggen in het verschil in innovatiekracht? Waaruit blijkt dat?

In Nederland bestaat een relatief hoge druk op grondgebruik, door de hoge bevolkingsdichtheid en daardoor intensief grondgebruik voor andere functies dan de landbouw. Een relatie met innovatiekracht kan daarom niet zonder meer worden gelegd.

8

Is de controlelast voor elke lidstaat gelijk?

Nee, Als een lidstaat kiest voor het historisch model zijn de GBCS-regels voor het historisch model van toepassing. Als een lidstaat kiest voor ontkoppeling zijn de GBCS-regels voor ontkoppeling van toepassing. De controlelasten zijn bij een historisch model hoger.

9

Is de betalingstermijn van de bedrijfstoeslagregeling (BTR) van 1 december tot en met 30 juni van het volgend jaar een acceptabele termijn? Zijn er lidstaten (bijvoorbeeld Ierland) welke andere termijnen aanhouden?

Het is de geldende, voorgeschreven EU-termijn. De Europese Commissie kan hiervan afwijken door te voorzien in voorschotten en lidstaten te machtigen om, onder voorbehoud van de begrotingssituatie, voor 1 december – in regio’s waar de landbouwers zich als gevolg van uitzonderlijke omstandigheden voor ernstige financiële moeilijkheden geplaatst zien – tot 50% van de betalingen te verrichten. Overigens blijft gelden dat alle controles moeten zijn afgerond voordat die 50% mag worden betaald.

10

Welke problemen die geen belemmeringen vormden voor (vroeg)tijdige betalingen deden zich tot en met 2009 voor?

Hier wordt gedoeld op de reguliere uitvoeringsaangelegenheden waarbij moet worden gedacht aan prolongatie van geautomatiseerde systemen en het herinrichten van processen door bijvoorbeeld gewijzigde regelgeving op het gebied van EU-verantwoording.

11

Welke gebreken deden zich voor met betrekking tot het perceelsregister waarbij de controletoleranties werden overschreden? Welke controletoleranties werden overschreden? Hoe is de situatie in andere lidstaten?

De belangrijkste tekortkoming van het perceelsregister was dat de grenzen in specifieke gevallen percelen met een te grote tolerantiemarge werden vastgelegd. De oorzaak daarvan was gelegen in het meenemen van de oppervlakte van sloten en boomwallen tot 6 meter breed en vanwege het meenemen van oppervlakte van erven en tuinen omdat actualisatie eens in de 4 jaar gebeurde. Dit was het gevolg van de keuze om een generieke referentielaag te gebruiken die door het Kadaster werd aangeleverd, in plaats van een specifieke referentielaag te maken voor GLB controles. Voor het andere gebruik van deze referentielaag was de gehanteerde tolerantie niet ter zake doende. Sommige boeren hebben de te grote oppervlakte uit het perceelsregister overgenomen en gedeclareerd als beteelde oppervlakte, waarmee subsidie en mestplaatsingsruimte is aangevraagd en toegekend op water, bomen, erven en tuinen. In een aantal andere lidstaten zijn vergelijkbare situaties geconstateerd.

Voor meer informatie verwijs ik u naar de brief van de Europese Commissie terzake die eind 2009 vertrouwelijk bij uw Kamer ter inzage is gelegd.

12

Is de EC en/of het directoraat generaal Agri betrokken bij de grondige herziening of verbetering van het perceelregister? Zo nee, acht u dat wenselijk? Waarom niet?

Ja. De Europese Commissie heeft naar aanleiding van controlebezoeken aangedrongen op de volledige herziening van het Nederlandse perceelsregister. Ik informeer de Commissie over de voortgang en de Europese Commissie controleert die. Ook zijn er informele contacten met de Europese Commissie in die gevallen waar er mogelijk verschillende interpretaties kunnen zijn.

13

Waarom heeft de herziening of verbetering geleid tot latere betaling aan begunstigde, terwijl de betalingstermijn loopt van 1 december tot en met 30 juni?

Er wordt betaald in het Europese betaalvenster en conform het betaalschema zoals aan de kamer in september 2010 toegezonden. Over de uitbetaling heb ik u regelmatig geïnformeerd. De landbouwers zijn in de gelegenheid gesteld om hun aanvragen aan te passen, na controle van hun opmerkingen naar aanleiding van de herziening en verbetering van de perceelsregistratie. Daardoor zijn de perceelsgegevens die noodzakelijk zijn voor de uitbetaling voor een groot gedeelte van de landbouwers pas in december in plaats van in augustus beschikbaar gekomen. Dit heeft geleid tot een vertraagde uitbetaling. In de Kamerbrief van 28 januari 2011 is ingegaan op de controlesystematiek.

14

Heeft de vernieuwing van de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (SAN) tot extra vertraging geleid?

De verandering van deze regelgeving heeft in het eerste jaar van uitvoering voor vertraging van de uitvoering gezorgd. De tot dan bekende werkprocessen moesten worden aangepast, werkinstructies moesten worden bijgesteld, de medewerkers moesten worden bijgeschoold. Bij de vernieuwing van de SAN naar de SNL was er sprake van een forse verandering in de regelgeving die ook een aanpassing in de geautomatiseerde systemen vergde. Dit heeft mede voor de vertraging gezorgd.

15

In hoeverre speelt de structuur en de diversiteit van de landbouwpraktijk een rol bij het uitvoerings- en controlebeleid?

De structuur en de diversiteit van de Nederlandse landbouw heeft een substantiële invloed. Als voorbeeld noem ik het aantal overdrachten van percelen en van toeslagrechten.

16

Heeft Nederland kennisgenomen van het functionerend perceelregister van België? Wat zijn de overeenkomsten en verschillen met het Nederlandse model?

Ja, er is intensief contact tussen ALV (het Vlaamse betaalorgaan) en DR ( het Nederlandse betaalorgaan) over het perceelsregister. De overeenkomst is dat de oppervlakte in beide perceelsregisters de maximale oppervlakte is waarvoor subsidie mag worden betaald. Het grootste verschil is dat in Vlaanderen geen volledige herziening van het perceelsregister is geweest. Bovendien heeft Vlaanderen gekozen voor een systeem dat het referentieperceel en gewasperceel dat wordt aangevraagd, overeen komen. Nederland heeft gekozen voor een fysiek bloksysteem, waarbij meerdere gewaspercelen zich op één referentieperceel kunnen bevinden.

17

Wanneer valt resultaat te verwachten van het initiatief voor verdergaande deregulering?

Door Nederland zijn voor het huidige GLB vereenvoudigingsvoorstellen gedaan aan de Commissie. Recentelijk nog is mede op initiatief van Nederland een kader voor verdere vereenvoudiging van het GLB behandeld in de Landbouwraad. Dit is door 25 andere lidstaten ondersteund.

In november 2011 organiseert de Europese Commissie een conferentie gericht op verdere vereenvoudiging van het GLB. Nederland zal hier een actieve bijdrage aan leveren.

Vanzelfsprekend zal de hervorming van het GLB na 2013 resultaten opleveren op het vlak van verdergaande deregulering.

18

Wanneer wordt de «tracking en tracing» module ingevoerd?

Omdat het invoeren van een systeem van «tracking en tracing» voor alle systemen en regelingen technisch ingewikkeld is, is bewust gekozen om de regelingen waarbij het meeste geld omgaat en die de grootste doelgroep hebben, namelijk de Bedrijfstoeslagregeling (BTR) en de Subsidie Natuur- Landschapsbeheer (SNL), van «tracking en tracing» te gaan voorzien. De invoering van de «tracking en tracing» module voor deze beide regelingen zal de komende tijd gefaseerd worden ingevoerd. Hierbij vindt uitgebreide afstemming met de doelgroep plaats over aard en kwaliteit van de getoonde informatie voor beide regelingen. In juni is het implementatieplan voor het cliënt volgsysteem gereed. De eerste resultaten zullen eind 2011 te zien zijn.

Bij elke nieuwe regeling maakt DR de afweging om «tracking en tracing» in te voeren. Dit vindt in afstemming met de doelgroep plaats.

19

Op welke wijze ondersteunt de Staatssecretaris de uitrol van het project «GEO boer»?

Het project «Geoboer» is door DR opgestart. Het project houdt in dat vanuit de bedrijfsmanagementsystemen van landbouwers automatisch digitale gegevens over gewaspercelen naar de perceelsregistratiesystemen van DR worden gestuurd. Het project is, nu nog op relatief kleine schaal, succesvol toegepast. De verwachting is dat in de loop van dit jaar deze mogelijkheden voor alle landbouwers beschikbaar komen. Hierbij spelen de leveranciers van de bedrijfsmanagementsystemen een belangrijke rol.

20

Waarom loopt de Provinciale Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (PSAN) zo ver achter op schema?

De PSAN is een regeling waarvoor een deel van de voorwaarden voor uitbetaling van de subsidie (ook) grondgerelateerd is en waarvoor ook de Europeesrechtelijke voorschriften geldt. Het uitvoeringsregime is daarom vergelijkbaar met dat van de BTR en de SNL. Anders dan de BTR en de SNL is dat er maandelijks nieuwe betaalverzoeken bij DR binnen komen. De deelbetalingen dienen binnen een termijn van 8 weken te worden afgerond. De werkwijze is inmiddels geoptimaliseerd waardoor de betalingen per 1 juli weer volgens het betaalschema lopen dat met de Kamer is gecommuniceerd.

21

Loopt de BTR nu op het te verwachten schema?

De uitbetaling van de BTR 2010 heeft vanaf 1 december 2010 (het moment dat de betalingen mochten plaatsvinden) op het schema gelopen dat met de Kamer is gecommuniceerd.

22

Waarom loopt de uitbetaling in het kader van de ganzenvergoeding wel op schema?

Het met de Kamer gecommuniceerde betalingsschema met betrekking tot de ganzen is gerealiseerd, mede omdat het aantal voor 2011 resterende betalingen beperkt in omvang was. Mede daardoor is het DR gelukt om de controles voor deze regeling tijdig binnen het betaalschema af te ronden.

23

Waarom loopt de uitbetaling van Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer (SNL) zo ver achter op schema?

De achterstand van de uitbetaling van de SNL is opgelopen vanwege de oorzaken genoemd onder het antwoord van vraag 14. Om het betaalschema alsnog te realiseren is er de afgelopen weken extra inzet gepleegd om een versnelling te realiseren. De verwachting is dat de betalingen voor 30 juni zullen worden uitgevoerd.

24

Bent u voornemens om tot aan het moment dat alle regelingen zijn uitbetaald de garantiebrieven subsidieregelingen te handhaven?

Ja.

25

Klopt het dat indien een landbouwer meerdere jaren achter elkaar een te grote oppervlakte aangeeft, wel een bezwaarschrift indient en er geen sprake van opzet is, hij subsidie kan ontvangen voor een oppervlakte die mogelijk niet subsidiabel is? Zit hier een tijdstermijn aan?

Nee. Er kan geen steun worden ontvangen voor oppervlakte die niet subsidiabel is.

26

Wat is de derde, c.q. eindsanctie?

Bij een opzettelijk te hoge aangifte van oppervlakte is sprake van ten hoogste twee sancties. Kort samengevat betreft dit: 1) geen steun in het desbetreffende jaar en 2) bij afwijkingen van meer dan 20% een zogeheten uitsluiting van steun gedurende ten hoogste de drie daaropvolgende jaren, ter hoogte van het bedrag dat overeenkomt met de opzettelijke te hoge aangifte. Voor de precieze inhoud van deze sancties verwijs ik kortheidshalve naar mijn brief van 27 mei 2011.

27

Wat als het uitsluitingsbedrag nog niet is bereikt bij het verstrijken van de drie jaren?

In dat geval vervalt het dan nog uitstaande saldo.

28

Hoe vaak zijn de regels voor opzet en uitsluiting toegepast? Hoe vaak hadden ze volgens de EC toegepast moeten worden?

Voor de BTR’10 zijn inmiddels 31 situaties bekend waarbij sprake was van opzet. Hierbij is in 23 gevallen ook een uitsluitingsbedrag opgelegd.

Voor de BTR’09 is 45 keer opzet geconstateerd en bij 37 daarvan moest uitsluiting worden toegepast

De beoordeling van opzetgevallen wordt naar huidige inzichten volgens de Europese regels uitgevoerd en toegepast.

29

Op welke wijze leeft Nederland de regels strakker na? Op welke wijze onderzoekt Nederland meer situaties op opzet? Hoe vindt hierover rapportage richting de EC plaats?

Nederland handelt conform de Europese regelgeving, ook in geval van opzet. Rapportage vindt jaarlijks plaats door het invullen van de voorgeschreven tabel die de Europese Commissie aan alle lidstaten verstrekt.

30

Kan het verbeterplan voor 1 september 2011 aan de Kamer worden gezonden?

Het verbeterplan zal kort na het zomerreces aan de kamer worden gezonden.


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Dijksma, S.A.M. (PvdA), Snijder-Hazelhoff, J.F. (VVD), Koopmans, G.P.J. (CDA), Ham, B. van der (D66), voorzitter, Smeets, P.E. (PvdA), Samsom, D.M. (PvdA), Jansen, P.F.C. (SP), ondervoorzitter, Jacobi, L. (PvdA), Koppejan, A.J. (CDA), Graus, D.J.G. (PVV), Thieme, M.L. (PvdD), Gesthuizen, S.M.J.G. (SP), Wiegman-van Meppelen Scheppink, E.E. (CU), Tongeren, L. van (GL), Ziengs, E. (VVD), Braakhuis, B.A.M. (GL), Gerbrands, K. (PVV), Lodders, W.J.H. (VVD), Vliet, R.A. van (PVV), Dijkgraaf, E. (SGP), Schaart, A.H.M. (VVD), Verhoeven, K. (D66) en Holtackers, M.P.M. (CDA).

Plv. leden: Jadnanansing, T.M. (PvdA), Elias, T.M.Ch. (VVD), Blanksma-van den Heuvel, P.J.M.G. (CDA), Koolmees, W. (D66), Dikkers, S.W. (PvdA), Dekken, T.R. van (PvdA), Irrgang, E. (SP), Groot, V.A. (PvdA), Werf, M.C.I. van der (CDA), Dijck, A.P.C. van (PVV), Ouwehand, E. (PvdD), Gerven, H.P.J. van (SP), Schouten, C.J. (CU), Gent, W. van (GL), Leegte, R.W. (VVD), Grashoff, H.J. (GL), Mos, R. de (PVV), Taverne, J. (VVD), Bemmel, J.J.G. van (PVV), Staaij, C.G. van der (SGP), Houwers, J. (VVD), Veldhoven, S. van (D66) en Ormel, H.J. (CDA).

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven